Eigenbelang versus algemeen belang: de zaak-Lange Wapper
Vorig jaar schreef ik dat velen van ons opgevoed zijn in het besef dat algemeen belang iets belangrijks is, en dus altijd moet primeren boven het eigenbelang. Tegelijk stellen we vast dat dit vandaag niet meer zo vanzelfsprekend is. Ik wil hierop terugkomen, want in de hele discussie over de Oosterweelverbinding – en in het bijzonder over de Lange Wapperbrug – zien we dat de begrippen ‘algemeen belang’ en ‘eigenbelang’ regelmatig oneigenlijk gebruikt worden.
In een groei-economie – die bepalend is voor onze welvaart – moeten we niet alleen bereid zijn constante verandering te ondergaan, maar vooral trachten deze mee te sturen. Naar mijn gevoel is daarvoor een gezonde combinatie van algemeen en eigenbelang van doen. Het is dus de vraag of opkomen voor eigenbelang altijd verkeerd of verdacht is? Uiteraard gaat het hier niet om dat eigenbelang dat blind, verkrampt of puur ten koste van anderen wordt opgedrongen. Neen, het gaat om het besef dat het eigenbelang soms ook een positieve bijdrage kan leveren in het kader van kritische maatschappelijke ontwikkelingen.
Deze overweging is belangrijk omdat de politiek zich tegenwoordig gemakkelijk beroept op een concept dat verband houdt met het zogeheten algemeen belang, namelijk het ‘maatschappelijk draagvlak’. Tegelijk worden ‘nimby’-reacties ( not in my backyard) verfoeid, want die zijn gezien het zogenaamde hogere algemeen belang not done. De overheid gebruikt het ‘nimby’ als een dooddoener, waardoor ze het inhoudelijke debat over de intrinsieke kwaliteit van de Oosterweelverbinding bemoeilijkt.
De notie ‘algemeen belang’ vergt uiteraard politieke leiders die zich durven te verzetten tegen kortzichtige, lokale en opportunistische overwegingen die wel gestoeld moeten zijn op eigenbelang. Maar klopt dat laatste wel altijd? Zijn dergelijke reacties steeds af te doen als kortzichtig en wars van gezonde langeretermijnoverwegingen? Ik vind van niet: soms is dit soort eigenbelang zeer goed bedoeld en verdient het ernstig genomen te worden. Laat ons trouwens niet vergeten dat politieke partijen in hun reacties op de kritiek van actiegroepen zoals Ademloos en StratenGeneraal óók redeneren vanuit hun respectieve dogma’s. Vergeet ook niet dat sommige voorstanders van bijvoorbeeld de Lange Wapper in de groene rand van Antwerpen wonen, terwijl de tegenstanders veelal direct in de buurt van het project wonen. Dat alles maakt dat in feite elke tegen- of voorstander opkomt voor zijn ‘eigen’ eigenbelang.
Door al deze acties en reacties vindt geen kat haar jongen nog terug in dit dossier. Het is daarom misplaatst om nu nog louter met het concept ‘algemeen belang’ te schermen. Politici die dat doen zijn natuurlijk ook maar mensen: ze luisteren selectief naar belangengroepen, staan onder druk van hun partij, stellen hun eigen politieke situatie veilig, kennen het dossier soms onvoldoende, willen vlug scoren, enzovoort.
Hoe meer actiecomités een stad telt, hoe beter. Want dat betekent – althans voor zover er verstandig mee gecommuniceerd wordt – dat de besluitvorming niet uitsluitend overgelaten wordt aan een kleine groep, namelijk de verkozenen. Hoe beter en hoe eerder de inspraak georganiseerd wordt, hoe beter het project, hoe breder het draagvlak, hoe minder tijdverlies, hoe minder kans op politieke belangenvermenging, enzovoort. Bij grote bouwprojecten is het daarom best een lange periode van inspraak in te lassen, waarbij informatie wordt ingewonnen middels hoorzittingen, focusgroepen, overleg, seminaries,… Zo ontstaat vanzelf een grondig debat waardoor eigenbelang en algemeen belang finaal zullen samenvallen.
Hadden we tien jaar geleden zo’n aanpak gehad bij de besluitvorming over de Oosterweelverbinding, dan was een viaduct over de stad hoogstwaarschijnlijk zelfs niet op de tekentafel geraakt. Zo’n brug is een product van politici en ingenieurs. Stedelingen die een viaduct boven hun stad wensen, zijn doorgaans ver te zoeken. (T)
DE AUTEUR IS PROFESSOR EMERITUS UA.
Willy Winkelmans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier