Eerlijk cynisme
Met ‘In alles een man’ schildert Tom Wolfe een pijnlijk precieze kroniek van de jaren ’90 in de VS.
Vergaderen is psychologische oorlogsvoering. De keuze van het lokaal is strategisch. Neem nu de kredietafdeling van de PlannersBanc in Atlanta, Georgia. “De vergaderzaal lag op het oosten, wat de gloed van de zon ondraaglijk maakte. Bovendien hing er niets voor die enorme glaswand om het zonlicht te temperen, geen gordijn, geen jaloezie, geen zonnescherm, geen flintertje stof en geen splintertje hout. Neen, verre van dat, het was allemaal zorgvuldig uitgedacht, en iedereen aan de PlannersBanc-kant van de tafel wist precies wat het spelletje inhield.” De incassoploeg nodigt er zakenlui uit die kordaat aangemaand worden om te saneren en hun leningen af te lossen.
Op zo’n ontbijtvergadering wordt de selfmade dollarmiljardair Charlie Croker verwelkomd, een projectontwikkelaar van net 60, die de skyline van Atlanta danig beïnvloedde. Maar zijn jongste torens geraken niet voldoende vlug verhuurd. Prompt wordt de status van de tycoon gekelderd tot wat in het Amerikaanse bankmilieu een shithead (correct maar braaf vertaald als flapdrol) heet, iemand die zijn leningen niet kan terugbetalen. De voormalige sportvedette en huidige zakenmagnaat zal moeten saneren. “Waarom bankiers zo snel gingen schelden als het misliep met een lening? Peepgass zou het niet weten, maar zo waren ze nu eenmaal. In de jaren zeventig had hij op de Harvard Business School colleges gevolgd in ethische patronen binnen de bedrijfscultuur, waarin de docent, een zekere professor Pelfner, het over Freuds theorie van geld en uitwerpselen had gehad.”
POLITIEK INCORRECT.
Ondanks (of juist dankzij) de manifeste karikaturale trekken en de satire, groeien taferelen zoals de ontbijtvergadering op de 32ste verdieping van het bankgebouw uit tot magistrale beschrijvingen, waarin je meteen ook de genadeloze commentaar door de tekst heen proeft. In zo’n mix van overtrokken maar tegelijkertijd pijnlijk precieze beschrijvingen grossiert én schittert de Amerikaanse journalist en romancier Tom Wolfe. Dat was al zo in de jaren ’60 en ’70, toen hij als één van de vaders van het New Journalism succesboeken schreef als The Electric Kool-Aid Acid Test (over de hippe drugscene), The Right Stuff (over de Amerikaanse pioniers in de ruimtevaart) en The Painted Word (over de valse pretenties van de moderne kunst). New Journalism gebruikt literaire technieken (gereconstrueerde dialogen en subjectieve perspectieven incluis) bij de uitgesponnen en vaak diepgravende reportages.
Kortom, de journalist werd schrijver en Tom Wolfe trok dat consequent door. In 1987 pakte hij dan ook uit met een monumentale roman, Het vreugdevuur der ijdelheden, waarin hij de kroniek van de yuppiejaren, de greedy eighties, penseelt. Het boek bulkt van de sociale satire, was doelbewust politiek incorrect en zette iedereen in zijn hemd, zowel de arrogante beursmakelaar als de opportunistische zwarte militant en de cynische journalist. Iedere aanklager en schreeuwer om sociale gerechtigheid doet dat enkel en alleen tot meerdere eer en glorie van zichzelf, van zijn machtsinstinct én portefeuille. De roman munt uit in eerlijk cynisme. Zelden heeft een fictief werk zozeer de Zeitgeist bij de horens gevat.
HEDENDAAGS FATSOEN.
Met In alles een man doet de inmiddels 68-jarige auteur uit New York zijn krachttoer nog eens over. Opzet, sfeer en thema’s zijn dezelfde, maar Wolfe heeft de scène nu van New York naar Atlanta en Californië verplaatst. Het yuppietijdperk maakte plaats voor de hypercorrecte jaren ’90. De sociale satire van Wolfe toont het evenwel meedogenloos aan: achter de façades van het fatsoen is er niets veranderd. Het opportunisme en cynisme regeren meer dan ooit. Sociale en etnische verschillen blijven open wonden, en worden nog altijd geëxploiteerd door handige lieden, die alleen uit zijn op persoonlijk gewin.
Hoofdpersonage is de projectontwikkelaar (met jonge blonde trophy wife aan de arm), die gedwongen wordt te herstructureren en verkiest om personeel te ontslaan in plaats van zijn favoriete speeltjes (zoals een vliegtuig) in te leveren. Een ontslagen werknemer leidt de tweede draad van het verhaal in. De derde lijn plaatst de tycoon voor een moreel dilemma: de politieke en financiële elites van de stad geven hem de kans om niet failliet te gaan, indien hij getuigt ten voordele van een zwarte sportheld die ervan verdacht wordt de (blanke) dochter van een vriend-zakenman te hebben verkracht. Bedoeling is rassenrellen te voorkomen. Op de achtergrond gonzen de beruchte affaires van de voorbije tien jaar in de VS. Een meeslepende, absoluut te lezen roman, literair soms wat rammelend, maar als sociale satire en hedenaagse kroniek superieur.
Tom Wolfe, In alles een man. Prometheus, 698 blz., 1100 fr. ISBN 9053337512. Idem, Het vreugdevuur der ijdelheden. Ooievaar pocket, 557 blz., 300 fr. ISBN 9057133547.
LUC DE DECKER
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier