Een virtuele elektriciteitscentrale
REstore heeft een virtuele elektriciteitscentrale opgebouwd. Daarmee helpt het het evenwicht op het stroomnet te bewaren.
Demand response heet de markt waar Pieter-Jan Mermans en Jan-Willem Rombouts, de co-CEO’s van REstore, zich sinds 2010 op richten. De letterlijke vertaling ‘vraagbeantwoording’ geeft slechts een vaag idee van waar het om gaat: eindgebruikers die op verzoek hun normale consumptiepatroon van elektriciteit tijdelijk aanpassen.
Omdat elektriciteit niet kan worden opgeslagen, moeten vraag en aanbod op het stroomnet in evenwicht zijn. Daarom vermindert de hoogspanningsbeheerder Elia enkele keren per jaar het stroomverbruik bij delen van grote industriële installaties. Het vergoedt daarvoor de bedrijven. REstore doet hetzelfde, maar het bundelt daarvoor de installaties van ondernemingen. “We hebben sinds begin dit jaar contracten met meer dan 40 nieuwe industriële sites. Daardoor hebben we nu 100 megawatt afschakelbare capaciteit in portefeuille of, zoals wij het noemen, MWflex”, weet Mermans.
Dat komt overeen met een relatief grote piekcentrale. De jongste piekcentrale, die van EDF in het Luikse Angleur, telt twee installaties van 60 megawatt. “Eigenlijk hebben we een virtuele centrale gebouwd”, lacht Rombouts. Met dit verschil dat de virtuele centrale geen schadelijke emissies uitstoot en ze de bedrijven een mooie vergoeding oplevert. Maar vooral dat het softwarepakket Flexpond dat REstore ontwikkelde, veel snellere reactietijden toelaat.
Europese primeur
Dat ontging ook Elia niet. Het sloot een contract met REstore voor de levering van primaire reserve, meteen een Europese primeur, want het is de eerste keer dat een hoogspanningsnetbeheerder een dergelijk contract sluit met een demand response aggregator. Tot nu toe gebeurde dat vooral met hydrocentrales als Coo of gasgestookte piekinstallaties.
De primaire reserve zijn de installaties waar Elia eerst een beroep op doet bij een onevenwicht. Tegenover de hogere vergoeding staat dat ze binnen 15 tot 30 seconden op 100 procent vermogen moeten draaien. De secundaire reserve moet binnen een kwartier op non-actief kunnen worden gezet, en de tertiaire, waar REstore tot nu toe actief was en die dit jaar drie keer werd ‘afgeroepen’, heeft nog iets meer responstijd.
Uiteraard kan niet elke REstore-klant bij die primaire reserve horen, omdat niet elke installatie op die termijn kan worden afgeschakeld. “Op termijn gaat we naar dedicated pools: groepen bedrijven die op hun reserveniveau worden samengebracht”, meent Rombouts. “Wij schatten het extra potentieel aan afschakelbaar vermogen in België op 500 megawatt, boven op de 300 megawatt afschakelbaar vermogen die al wordt ingezet. Op een totale productiecapaciteit van 14 gigawatt in België is dat aanzienlijk.”
Niet in België blijven
Dat volautomatisch afschakelbaar vermogen biedt het bedrijf aan drie klanten aan: Elia, het nutsbedrijf EDF Luminus en de Britse hoogspanningsnetbeheerder National Grid. “We hebben nooit de ambitie gehad alleen een Belgische speler te zijn”, zegt Mermans. “We hebben een kritischemassatechnologie: die werkt, onafhankelijk of het over 100 of 1000 megawatt gaat. Dus zou het dom zijn om in één land te blijven.”
De Europese directieve over energie-efficiëntie verplicht de lidstaten hinderpalen weg te werken om aan demand side-management te doen. Zeker op markten waar hernieuwbare energie belangrijker wordt en het net steeds meer onevenwichten vertoont, lijkt demand response een deel van de oplossing. “Dat zien we ook aan onze nieuwe klanten: niet alleen koelhuizen, maar ook takken van de chemie, en staal-, cement-, papier- en farmabedrijven.”
LUC HUYSMANS, FOTOGRAFIE THOMAS LEGRÈVE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier