Een verwittigd bestuurder…
Een bestuurder die zijn persoonlijk vermogen veilig wil stellen wanneer een aansprakelijkheids- vordering tegen hem zou worden ingesteld, beschikt onder meer over de polis Burgerlijke Aansprakelijkheid- bestuurders.
Bestuurders van een nv zijn aansprakelijk ten aanzien van de vennootschap voor fouten die ze begaan in de uitoefening van hun mandaat. Bovendien zijn ze aansprakelijk ten aanzien van zowel de vennootschap als van derden voor elke overtreding van de statuten van de nv en de vennootschapswet. Deze aansprakelijkheidsgronden, vastgesteld in de vennootschapswet, worden nog aangevuld met de aquiliaanse aansprakelijkheid op grond van art. 1382 BW.
VEILIG.
Om zijn persoonlijk vermogen veilig te stellen wanneer een aansprakelijkheidsvordering tegen hem zou worden ingesteld, beschikt de bestuurder over een drietal middelen :
Ten eerste kan hij een bevrijdingsbeding vanwege de vennootschap proberen af te dwingen wanneer hij wordt benoemd. Dit betekent dat de vennootschap er zich op voorhand toe verbindt de bestuurder te ontslaan van een deel of het geheel van zijn aansprakelijkheid bij wanprestatie.
Ten tweede kan de vennootschap (of een derde) de bestuurder vrijwaren wanneer tegen hem een aansprakelijkheidsvordering wordt ingesteld. Wanneer in dit geval de bestuurder effectief tot schadevergoeding wordt veroordeeld, zal de garant deze betalen. Het voordeel van een vrijwaringsbeding is dat de garant ook in de bres springt als de vordering wordt ingesteld door derden.
Het derde middel wordt aangereikt door de verzekeringsondernemingen. De eerste polissen Burgerlijke Aansprakelijkheid-bestuurders verschenen op de Belgische markt op het einde van de jaren ’70. Aanleiding daartoe was de zaak Unac. In ’76 veroordeelde de handelsrechtbank van Charleroi zes bestuurders solidair tot schadevergoeding wegens schade voortvloeiend uit het faillissement van die vennootschap. Twee jaar later werd de aansprakelijkheid van de bestuurders, maar ook van alle personen die effectief de leiding van de vennootschap hadden, bij faillissement met onvoldoende actief, uitdrukkelijk door de wet geregeld.
Er ontstond meer vraag naar een verzekeringsproduct in het begin van de jaren ’90 toen de aansprakelijkheid van de bestuurders nog werd uitgebreid en meer en meer buitenlanders bestuurders werden van Belgische vennootschappen. Tegelijk deden belangrijke acquisitie- en fusie-operaties het risico op aansprakelijkheidsvorderingen toenemen. Toch bestaat er nog altijd weinig belangstelling voor dit verzekeringscontract. De meeste verzekeringsmaatschappijen bieden dit product dan ook (nog) niet aan. Bestuurders kunnen wél terecht bij de grootste marktspelers en bij een aantal gespecialiseerde verzekeraars voor een interessante waarborg.
Verzekerde bestuurders.
Een verzekeringscontract BA-bestuurders wordt altijd onderschreven door de vennootschap voor alle bestuurders van de raad van bestuur tegelijk. Sommige verzekeraars verzekeren alleen de bestuurders die conform de wet en de statuten zijn benoemd, terwijl andere ook de feitelijke bestuurders verzekeren. Interessant zijn de contracten waarbij ook de bestuurders van (bestaande) dochtervennootschappen zijn gedekt. Het komt zelfs voor dat ook de bestuurders van nieuw verworven of nieuw opgerichte dochtervennootschappen automatisch zijn verzekerd.
Waarborgen.
De bestuurders zijn door dit contract gedekt, ongeacht de rechtsgrond op basis waarvan de aansprakelijkheidsvordering wordt ingesteld (art. 62 van de Vennootschapswet of art. 1382 BW).
In alle contracten vindt men een aantal uitsluitingen terug : opzettelijk veroorzaakte schadegevallen, schade die het gevolg is van milieuverontreiniging of radio-actieve stoffen, vorderingen met betrekking tot een persoonlijk voordeel of een vergoeding waarop de bestuurder geen recht had enzovoort. Andere uitsluitingen daarentegen komen wel voor bij de ene verzekeraar, maar niet bij de andere. Men doet er dan ook goed aan de contractvoorwaarden van de verschillende aanbieders van dit product aandachtig te bestuderen.
Dekking in de tijd.
Heel belangrijk is ook na te gaan welke de dekking in de tijd is van het contract. De wet op de landverzekeringsovereenkomst neemt als principe dat elke schade die voorvalt tijdens de duur van het contract wordt gedekt, zelfs als de vordering met betrekking tot die schade na het einde van het contract wordt ingesteld. Voor de meeste BA-verzekeringen, waaronder de BA-bestuurdersverzekering, kan de dekking in de tijd evenwel worden beperkt tot de vorderingen die worden ingesteld vóór het einde van de polis. De bestuurder loopt dan het risico dat hij zelf moet opdraaien voor claims die worden ingesteld na deze termijn. Om dit op te vangen, verplicht de wet de verzekeraars toch nog dekking te verlenen voor vorderingen betreffende schade, voorgevallen tijdens de duur van het contract. Ze moeten schriftelijk worden ingesteld binnen de drie jaar na het einde van het contract, voor zover tenminste op dat ogenblik geen andere verzekeraar dekking biedt. In het vakjargon wordt zo’n nadekkingsclausule een sunset clause genoemd.
Verzekerde sommen.
Het verzekeringscontract biedt alleen dekking voor het contractueel aangegeven maximumbedrag, uitgedrukt per schadegeval en per schadejaar. Boven dat maximumbedrag is de verzekeringsonderneming wettelijk verplicht de intresten uit te keren op de te betalen schadevergoeding. Daarbovenop komen de kosten van de burgerlijke rechtsvorderingen en de kosten en het honorarium van de advocaten en deskundigen.
De raad van bestuur kan op geldige wijze een polis BA-bestuurders in naam van de vennootschap afsluiten. Bestuurders en vennootschap hebben daar beide belang bij.
Jean-Paul Timmermans Philippe Odent
Jean-Paul Timmermans en Philippe Odent zijn juridische raadgevers bij Price Waterhouse.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier