Een sinjoor op de pool
De eerste poolreis van Louis Beyens was niet bepaald van aard om hartstochtelijk verliefd te worden op het even robuuste als desolate ijslandschap. Gelukkig behoeven liefdes geen verklaring.
In 1978 beklom Louis Beyens de zelden overwonnen Storebror in Groenland. Drie medeklimmers maakten een dodelijke val in een gletsjerspleet. Ondanks dat drama, dat wat laconiek beschreven wordt, ging er sindsdien vrijwel geen jaar voorbij zonder dat Beyens in de noordpoolcirkel wandelde, klom en werkte. De professor aan de Universiteit van Antwerpen bestudeert er als veldbioloog de arctische ecosystemen.
In Het masker van de raaf bundelt Beyens zijn herinneringen aan zijn poolreizen. Nergens laat de veldbioloog zich verleiden tot dorre wetenschappelijke opsommingen, al schemert er wel eens een cursus door de sober gehouden reportage heen. De mensen ontsnappen evenmin aan Beyens’ aandacht. Hij verdiept zich in hun precaire sociale toestand, leert begrip opbrengen voor hun jacht op zeehonden, maar wijst evengoed op de opmars van de westerse leefgewoonten. De hondenslee ruimt plaats voor de sneeuwscooter, die een eind maakte aan de traditionele ruileconomie. Voor een scooter hebben de eskimo’s immers geld nodig. Daarom zoeken ze activiteiten die cash in het laatje brengen, zoals het gidsen van Amerikaanse amateurjagers.
Uiteraard ontbreekt de ijsbeer niet, die optreedt als fil rouge. In Spitsbergen staat Beyens zelfs oog in oog met een witte kolos. Gelukkig voor hem stond de hutdeur er nog tussen. Hij keek door een kier omdat hij gemorrel had gehoord en ontdekte dat er een ijsbeer naar binnen gluurde. Af en toe maakt de avontuurlijke wetenschapper zelfs een knipoog. Op andere ogenblikken neemt hij ons mee in de geschiedenis, ontpopt hij zich als verteller van historische expedities en (teloorgegane) tradities. Een stortvloed van feiten en kennis stopt hij in het niet eens dikke boek. Zijn verslag begeestert, maar dan zonder superlatieven op te roepen. Tot een heus persoonlijk perspectief of tot stilistische bravoure komt hij niet, al maakt hij een meer dan geslaagde vervlechting van erudiete observatie en onderhoudende verslaggeving. Atlas, 316 blz., 995 fr. .Exact vier eeuwen geleden zochten Willem Barentsz en Jacob van Heemskerck een korte zeeroute langs de noordpool naar het Verre Oosten. Hun schip vroor vast, een heroïsche overwintering op Nova Zembla was het gevolg. Enkele boeken luisteren de herdenking op. Authentiek is het dagboek van Gerrit de Veer, dat nu in hedendaags Nederlands verscheen als Om de Noord. Sun, 200 blz., 745 fr. . In Nova Zembla verzamelt Jaap Jan Zeeberg verslagen over recente expedities in hetzelfde gebied. Soms doen de auteurs wat te zeer hun best om wetenschappelijk verantwoord over te komen. Elmar, 296 blz., 890 fr. .
LUC DE DECKER
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier