“Een selecteur krijgt altijd kritiek”

Selor, het selectiebureau van de overheid, ligt onder vuur. Geruchten over onregelmatigheden bij de examens, beschuldigingen van partijdigheid bij de selectie van een topambtenaar voor de overheidsdienst Financiën, … Topman Marc Van Hemelrijck verdedigt zich en benadrukt dat Selor meer dan nodig is nu ook de overheid de krapte op de arbeidsmarkt voelt.

Selor ligt al weken in het middelpunt van een politieke storm. Begin dit jaar kreeg het de opdracht een nieuwe voorzitter te zoeken voor de federale overheidsdienst Financiën, een departement met 30.000 ambtenaren. Een gevoelige opdracht, want de benoeming van de vorige topman Jean-Claude Laes, ex-kabinetschef en dus protegé van minister van Financiën Didier Reynders (MR), werd wegens procedurefouten door de Raad van State vernietigd.

Toen bekend raakte dat na een grondige selectie door Selor bleek dat geen van de negen kandidaten geschikt was bevonden voor de functie, brak de hel los. Zeker omdat bij de negen kandidaten toplui van de administratie zaten zoals Laes zelf, Jean-Marc Delporte (de nummer twee bij Financiën) of Philippe Jacqui, administrateur-generaal bij Financiën. Zeven van de negen kandidaten beweren dat er procedurefouten zijn gebeurd. Selor kreeg snel het verwijt vooringenomen te zijn en er werd gesproken over politieke druk. Marc Van Hemelrijck, topman van Selor en in de ogen van velen als ex-kabinetschef van Luc Van den Bossche van sp.a-signatuur, kreeg bakken kritiek.

“Het is het lot van elke selecteur om kritiek te krijgen”, zucht Van Hemelrijck. “Van de tien mensen die aan zo’n test deelnemen, zijn gemiddeld er slechts twee die een ‘geschikt voor’ krijgen, en acht niet. Maar hoe hoger de functie, hoe gevoeliger het proces. De politieke interventies zijn dan nooit veraf. Ik betreur dat. De kandidaten die kritiek spuien, bevinden zich niet in de werkloosheid, ze hebben een functie op het niveau van directeur-generaal. Ik vind het jammer dat zij focussen op het feit dat zij niet goed bevonden werden voor die hogere functie, terwijl er niets werd gezegd over hun huidig functioneren. De taak van de Selorcommissie bestond erin te kijken of zij over voldoende competenties beschikken om die moeilijke opdracht op Financiën uit te oefenen. De commissie is gewoon tot de conclusie gekomen dat we die kandidaat nog niet gevonden hebben.”

TRENDS. Een slaagpercentage van nul is wel zeer weinig.

MARC VAN HEMELRIJCK (SELOR). “Dit is geen precedent. Er zijn andere selecties geweest met geen enkele geschikte kandidaat. Voor de meeste managementselecties valt er na de cv-screening circa 30 % van de kandidaten af. Van degenen die mogen doorgaan, wordt gemiddeld 15 à 20 % geschikt bevonden in de meeste procedures. Maar in een aantal gevallen ligt dat veel lager, tot zelfs 0 % zoals bij Financiën.

“Ik wil er ook op wijzen dat we sinds 2003 almaar minder klachten en beroepsprocedures noteren. De jongste twee jaar spreken we echt over een marginaal percentage. Bovendien verliezen we maar 2 % van de beroepszaken, en meestal door een procedureprobleem.”

Er worden nu ook procedurefouten ingeroepen.

VAN HEMELRIJCK. “Ik beschouw dat als stuiptrekkingen. Zulke argumenten worden aangehaald als men geen munitie meer vindt. Er is geen procedurefout geweest. Er heeft zich een klein logistiek incident voorgedaan dat één minuut geduurd heeft.”

Een kandidaat, Jean-Claude Laes, die vragen op voorhand had gekregen …

VAN HEMELRIJCK. “Ik zal u vertellen wat er gebeurd is. De man was kandidaat voor verschillende functies. Op 15 april neemt hij deel aan een andere selectieprocedure dan diegene voor voorzitter voor de federale overheidsdienst Financiën. Daarvoor moet hij ook een praktische proef afleggen. Een medewerker van Selor begeleidt de kandidaat naar het lokaal waar hij die test moet afleggen. De medewerker heeft echter de map mee met de praktische proef die de kandidaat pas de volgende dag in het kader van de selectie voor Financiën moet afleggen. Op het moment dat de medewerker de map wil overhandigen, stellen beiden vast dat de titel op de cover die van de praktische proef voor de voorzitter van Financiën is, en niet die van de selectie waarvoor de kandidaat op 15 april is uitgenodigd. De medewerker neemt onmiddellijk de map terug en bezorgt de kandidaat de correcte map. Hij heeft dus op geen enkel moment de vragen van de praktische proef voor de selectie van de voorzitter van de federale overheidsdienst Financiën kunnen inkijken.”

Het debat rond de zoektocht naar een topman voor Financiën is volledig gepolitiseerd. Een privéheadhunter die in zo’n krabbenmand terechtkomt, kan zich terugtrekken. Een luxe die u niet hebt.

VAN HEMELRIJCK. “Ik kan niet zeggen: ik aanvaard die opdracht niet. Mocht de voogdijminister mij vragen deze zoektocht opnieuw op te starten, dan zal ik hem wel vragen of we niet beter kiezen voor een wervingsopdracht via de geijkte kanalen. De opdracht opnieuw uitvoeren met de huidige kandidaten lijkt mij een verkwisting van overheidsgeld.”

Hoe gaat de aanwerving van een overheidsmanager concreet in zijn werk?

VAN HEMELRIJCK. “Wat zijn de principes van ‘good governance’? Ervoor zorgen dat je een goede procedure hebt voor de aanstelling van je CEO’s. Voor de overheid bestaat daar geen code voor. Er is wel een koninklijk besluit dat zegt hoe de procedure verloopt en op welke manier een commissie wordt samengesteld.

“Het proces begint met een oproep naar kandidaten. De minister stelt een profiel op. Dat wordt goedgekeurd en op basis daarvan voeren wij een selectie uit. Wij stellen soms mankementen in dat profiel vast, zoals bijvoorbeeld de nuttige ervaring.

“Daarna screent Selor de cv’s. Vervolgens leggen de kandidaten een geïnformatiseerde test af die vaardigheden zoals synthetisch en analytisch vermogen plus persoonlijkheidskenmerken meet. Die werd samen met Hudson/De Witte & Morel op maat gemaakt voor mijn procedure. Die vier uur durende test levert een rapport af over de kandidaat.

“Dat rapport wordt bestudeerd door de Selorcommissie. Die bestaat uit mensen met inhoudelijke expertise en kennis in human resources en management. Daarin zitten ook twee amb- tenaren van hetzelfde niveau als die van de openstaande vacature. Ook ik heb als voorzitter zitting in die commissie, net als mijn directrice selectie.

“De kandidaten moeten tijdens de selectie een businesscase oplossen die op het niveau van de functie staat. Zij moeten hun conclusies verdedigen voor een jury die fungeert als een raad van bestuur die een kandidaat-CEO voor zich krijgt. Die voorstelling duurt een half uur.

“De deliberatie gebeurt daarna door de volledige commissie. De kandidaten worden niet met elkaar vergeleken, maar hun resultaten worden getoetst aan het gewenste profiel. Dan krijgen ze een score. A en B geven doorgang, C en D niet. A staat voor ‘zeer geschikt’, wat wil zeggen dat die persoon bij wijze van spreken morgen aan de slag kan. De minister mag op beide oren slapen, dit is de gedroomde kandidaat. Een B is geschikt, maar er moet nog wat gesleuteld worden. De minister heeft met alle kandidaten een laatste interview. Dan kan iemand worden aangewezen.”

Kabinetschefs stromen vaak door naar de top van de administratie. Dat versterkt het vermoeden dat er sprake is van politieke benoemingen.

VAN HEMELRIJCK. “Veel kabinetschefs zijn zeer competent, maar slagen niet voor een examen in de administratie. Het is niet omdat je goed bent in de functie die je uitoefent, dat je ook sterk bent in de functies die je ambieert. Dat proberen wij te zeggen tegen de mensen die zich geschoffeerd voelen. Het huidige presteren wordt niet getest. Je kunt geen A of B geven aan iemand die zes maanden nodig heeft om zijn draai te vinden. 99 % procent van de beslissingen in de Selorcommissie wordt unaniem genomen.”

Sommigen wijzen met een beschuldigende vinger naar u: u zou een sp.a-signatuur hebben en het proces beïnvloeden.

VAN HEMELRIJCK. “Laat ze maar zeggen. Men mag zoeken naar mijn partijkaart. Ik werd door Luc Van den Bossche binnengehaald om de Copernicushervorming inhoudelijk te sturen. Na een aantal maanden vroeg hij mij of ik kabinetschef wou worden. Ik antwoordde ‘maar ik heb geen partijkaart’. Daarop repliceerde Van den Bossche: ‘eerste les in management: antwoord enkel op de vragen die je gesteld worden’. Hij heeft mijn keuzes altijd gerespecteerd.” (T)

Door Alain Mouton/Foto’s Jelle Vermeersch

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content