“Een projectontwikkelaar wordt aanzien als een dief”

De zaakvoerder van Atenor Group, Stéphan Sonneville, trad onlangs toe tot het directiecomité van de Beroepsvereniging van de Vastgoedsector (BVS). Zijn doel: het beroep moet vaker zijn mening laten horen.

TRENDS. U moet tegenwoordig meer dan ooit overleggen met overheidsinstanties. Wat vindt u van die contacten?

STéPHAN SONNEVILLE (ATENOR). “Ik ben blij dat de politieke wil er is om vooruit te gaan. Het bewustzijn groeit dat Brussel moet standhouden in de internationale competitie tussen de steden. Maar wat ik heel jammer vind, is dat de stadsplanning complexer wordt op juridisch en administratief vlak. Met al die reglementen en termijnen kunnen wij ons werk niet plannen.”

En hoe kijkt u aan tegen de sector?

SONNEVILLE. “We hebben nog een heel negatief imago bij het publiek. Als een projectontwikkelaar geld verdient, wordt hij al meteen aanzien als een dief en een speculant. Ik sta trouwens zelf ook heel kritisch tegenover ons vak. En hoewel ik alles probeer om de dingen te veranderen, durf ik gerust te zeggen dat vastgoedpromotie soms een gladiatorenstrijd is in een arena van schijnheiligen. Maar dergelijke scherpe uitspraken brengen ons uiteraard geen stap vooruit. En met de huidige internationale concurrentie is er geen alternatief: we móéten vooruit, en liefst snel en goed. De overheid en de privésector moeten hun krachten bundelen om samen te werken, voor het welzijn van iedereen, zonder die krachten tegen elkaar te gebruiken. Het gebeurt maar al te vaak dat we niet goed weten waarmee we bezig zijn en luchtkastelen bouwen.”

Waarom wilt u de BVS vaker laten deelnemen aan het debat?

SONNEVILLE. “Ik zit sinds kort in het directiecomité en wil ervoor zorgen dat de sector zich via de beroepsvereniging wat vaker laat horen over de grote strategische vraagstukken en de grote belangen die ons momenteel bezighouden. Wij willen ons met name mee bezinnen over de hefboomgebieden en andere richtschema’s in Brussel of elders: het gaat om strategische overlegruimtes waarbij rekening moet worden gehouden met de mening van iedereen, ook met die van de privéprojectontwikkelaars.”

U mikt bijvoorbeeld op Luxemburg.

SONNEVILLE. “Luxemburg is al lang bekend als belastingparadijs, dat wisten we. Maar in stedenbouw is het een voorbeeld van transparantie en de samenhang tussen de politiek en de administratieve praktijk. Neem nu Kirchberg, waar we momenteel een prachtig project ontwikkelen: we weten direct wat we kunnen bouwen. We kennen de juiste prijs en we kunnen beginnen. Alles staat zwart op wit en iedereen houdt zich aan de afspraken. Waarom kan Brussel, ondanks het eeuwige gekibbel tussen de politici, die goede praktijken niet afkijken van onze buren?”

U bent nochtans flink aanwezig op de Brusselse markt. Op strategische plaatsen en met grootse projecten.

SONNEVILLE. “Wij hebben ongeveer 185.000 vierkante meter projecten in onze portefeuille. 40.000 vierkante meter kantoren daarvan zijn al verkocht in Luxemburg. Gelukkig maar, want dat programma alleen al zal ervoor zorgen dat onze rentabiliteit en ons dividend de volgende drie jaar zullen groeien. Voor de rest hebben we mooie projecten lopen in de buurt van het Zuidstation, de Fonsnylaan (Espace Midi), in het noorden rond Tour & Taxis, in de Europese wijk en in de wijk die binnenkort in het teken zal staan van de multimedia (Schaarbeek-Evere). Alles hangt echter af van de goede wil en de bekwaamheid van de overheden. Wij streven naar overleg en zijn bereid om over alles te praten. Voor zover men met ons wil praten.”

Philippe Coulée