Een probleem dat geen probleem is
De jongste maanden heerst in de Nederlandse media veel ophef onder wetenschapsjournalisten over het veelvuldige gebruik van zogenoemd ‘zelf- plagiaat’ in publicaties, al dan niet in samenhang met wisselende coauteurs. De vroegere Nederlandse kwaliteitskrant NRC wijdde er zelfs in één week een vijftal bladzijden aan, inclusief voorpagina. Met de hulp van plagiaatsoftware leek een nieuwe vorm van wetenschappelijk wangedrag ontdekt te worden: het veelvuldig hergebruik van reeds gepubliceerd eigen materiaal. Zelfs de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen voelde zich verplicht een commissie op te richten die begin deze maand haar advies heeft gepubliceerd. Daar was ook in de wetenschappelijke wereld plots grote behoefte aan, omdat niemand meer wist wat nu precies geoorloofd was, en wat niet. Een korte toelichting.
De primaire taak van wetenschap bestaat uit het creëren van nieuwe, originele ideeën en deze te verspreiden. Een essentiële rol is daarin weggelegd voor Isaac Newtons ‘standing on the shoulders of giants‘: het over de tijd heen voortbouwen op bijdragen van vorige wetenschappers, inclusief eigen bijdragen. Een correcte verwijzing naar vorige bijdragen is dan ook een intrinsiek onderdeel van de wetenschappelijke procedure. Een zekere terughoudendheid is nochtans aan te raden. Te veel citeren kan de primaire taak van de wetenschap ook schaden: verwijzingen naar vorige publicaties mogen de lezer niet afleiden, en moeten deel zijn van de argumentatie. Dat geldt des te meer voor zelfcitaten. Het al dan niet letterlijk herhalen van eigen teksten in een nieuwe publicatie is dikwijls een efficiënte methode om de lezer niet te veel te belasten. Dat is ook de reden waarom ‘zelfplagiaat’ meestal niet als probleem werd gezien.
En dat zegt nu ook de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Zelfplagiaat is uiteindelijk geen plagiaat: de notie zelf is een contradictio in terminis. Wat echter vooral opvalt in het KNAW-advies ‘Correct Citeren’ is de nuance. Het woord ‘correct’ valt uiteindelijk moeilijk te duiden. Uiteindelijk is er slechts één expliciete case waarbij hergebruik van eigen teksten of ideeën zonder bronvermelding aanleiding kan geven tot wetenschappelijk wangedrag. Dat is wanneer hergebruikte onderzoeksresultaten expliciet als nieuw worden voorgesteld. Dan kan het gebeuren dat dezelfde onderzoeksresultaten twee-, driemaal of zelfs vaker in ‘meta-analyses’ worden meegenomen en de conclusies vertekenen. Maar zelfs dan kunnen we vragen stellen bij de zorgvuldigheid van de auteur van de meta-analyse.
Kortom, ‘zelfplagiaat’ is geen echt probleem in de wetenschap. Plagiaat is dat des te meer. Maar niet het gemakkelijk, middels software te ontdekken overnemen van andermans teksten. Wel het subtielere, opzettelijk vermijden van verwijzingen naar het werk van minder bekende wetenschappers, soms gepubliceerd in wat meer obscure tijdschriften. Het bijna letterlijke pronken met andermans veren. Bewijzen dat hier sprake is van opzettelijk plagiaat, is moeilijk. Zoals de KNAW-commissie terecht opmerkt: “Citeren is namelijk een selectief proces. Idealiter verwijst een publicatie naar alle voor die publicatie relevante bronnen. Dat is praktisch echter niet haalbaar – er moet altijd een grens getrokken worden. De uiteindelijke keuze zal in de eerste plaats berusten op wetenschappelijke gronden (belang, precisie, oorspronkelijkheid, recentheid), soms ook op strategische gronden (tijdschrift met een hoge impact, samenwerkingspartners), of op toeval (net ontvangen, net hervonden), en soms op twijfelachtige bedoelingen (overcitatie van bevriende auteurs, onder-citatie van concurrenten). Daardoor kunnen zelfs bij expliciet als zodanig gepresenteerde citaten en citaties met adequate bronvermelding integriteitsproblemen ontstaan of door anderen worden ervaren… De vraag of de gebruikte citaten en citaties ook de meest passende zijn en of er geen essentiële bronnen onvermeld blijven, kan eigenlijk alleen beoordeeld worden door peers die het vakgebied voldoende kennen.” Beter had ik het zelf niet kunnen zeggen. Case closed.
De auteur is rector van de Universiteit Maastricht.
LUC SOETE
Zelfplagiaat is uiteindelijk geen plagiaat: de notie zelf is een contradictio in terminis.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier