Een mooi gebaar

Amerikaanse golfers schenken meer dan 4 miljoen dollar aan het hulpfonds voor de slachtoffers van 11 september.

De aankondiging van beide collectes gebeurde tijdens een Tribute of America in Texas. President George W. Bush gaf er een toespraak op video en moedigde de Amerikaanse Tour aan om snel opnieuw te beginnen spelen. Hij bevestigde ook dat de uitnodiging voor de spelers van de Ryder Cup om in het Witte Huis te komen dineren niet vervalt.

Na de tragische 11 september kondigden zowel Amerikanen als Europeanen aan dat ze de Ryder Cup volgend jaar zullen spelen met de teams die normaal nu hadden moeten spelen. Strange onderstreepte zelfs dat zijn spelers dezelfde kleren zouden dragen als voorzien voor de Belfry. “We blijven het team van 2001, niets zal dat veranderen.”

Twee jaar geleden bewogen de Amerikaanse spelers van de Ryder Cup nog hemel en aarde om te weten te komen hoe groot de inkomsten van de Amerikaanse PGA waren. In 1999 bleek dat niet minder dan 23 miljoen dollar te zijn. Meteen begon een machtsstrijd die de Europeanen met misprijzen volgden. “De Amerikanen spelen voor de poen, wij voor de eer,” luidde het op het Oude Continent. Maar de Amerikaanse spelers haalden hun gelijk. En dus werden de inkomsten herverdeeld, met beurzen voor Amerikaanse universiteiten en bedragen die moesten worden doorgestort voor de ontwikkeling van de golfsport en voor liefdadigheid (er ging bijvoorbeeld 260.000 dollar naar het National Disaster Relief Fund). De twaalf spelers en de kapitein van het Ryder Cup-team betaalden ook elk 20.000 dollar, samen goed voor een bedrag van 520.000 dollar. Het andere half miljoen werd rechtstreeks door de PGA of America gestort.

De PGA Tour, het circuit zelf, schonk 2 miljoen dollar aan de verenigingen die de slachtoffers van New York en Washington helpen. De toernooien volgden dat goede voorbeeld: ze stuurden een cheque van 350.000 dollar en de spelers brachten 400.000 dollar samen.

John Baete