Een moedig schot in de voet
De gezondheidssector laat zijn verzet varen tegen een verlaging van de groeinorm van 4,5 procent voor uitgaven in de gezondheidszorg. Die snel opkomende gelatenheid lijkt op het eerste gezicht merkwaardig, omdat alle betrokken partijen alleen maar baat hebben bij een zo ruim mogelijk budget en omdat de onderhandelingen over het budget voor de gezondheidszorg nog maar pas zijn opgestart. Met deze openlijke berusting maaien zij het gras weg voor de voeten van de federale minister van Sociale Zaken, Laurette Onkelinx, die zich in naam van de PS resoluut blijft verzetten tegen een erosie van de groeinorm.
Met een federaal begrotingstekort van 25 miljard euro is het natuurlijk ondenkbaar geworden dat niet in de ziekteverzekering wordt gesnoeid. Vooral ook omdat bijvoorbeeld vorig jaar de groeinorm ruim bemeten bleek en een stuk al kon worden gereserveerd om toekomstige tekorten te dekken. Bovendien bleek onlangs uit Riziv-cijfers dat de 4,5 procent ook dit jaar niet helemaal opgesoupeerd dient te worden.
Door niet halsstarrig te claimen dat de 4,5 procent onaantastbaar is, hoopt de gezondheidssector wat goodwill te creëren bij de overheid. Dat kan later nog van pas komen wanneer het sneeuwbaleffect van de vergrijzing op de uitgaven in de gezondheidszorg écht voelbaar wordt.
De federale minister van Begroting, Guy Vanhengel (Open Vld), stelt intussen dat de gezondheidssector moet beseffen dat met minder middelen efficiënter moet worden gewerkt. En meteen krijgt hij steun uit onverwachte hoek. In het rondetafelgesprek met Trends wijst de sector zelf uitdrukkelijk op verspilling. De voorbeelden zijn legio. Een grote boosdoener is ons systeem van fee for service. Vrij vertaald wil dat zeggen dat zowel artsen, specialisten als ziekenhuizen er baat bij hebben om zoveel mogelijk ingrepen uit te voeren. Ook de overconsumptie in de medische beeldvorming kan best eens onder de loep worden genomen. Zo staat er haast geen rem op het aantal CT-scans dat een patiënt kan vragen voor eenzelfde probleem. En bij besparingen komt onvermijdelijk ook steeds het prijzenbeleid voor geneesmiddelen in beeld. Onkelinx heeft trouwens al aangegeven dat het gebruik van generieken nog meer gestimuleerd moet worden.
Er is natuurlijk een belangrijk verschil in visie. De sector wil dat het uitgespaarde geld binnen de sector wordt aangewend, terwijl Vanhengel het meteen in de schier bodemloze begrotingsput wil kieperen. En waarschijnlijk haalt de minister het ook.
De gezondheidssector boetseert door dit alles gewillig mee het beeld van een sector die het breed laat hangen en best kan inleveren. De farmaproducenten weten welk gevaar dat inhoudt. Zij zitten al vele jaren met een rijkeluisimago opgescheept, en krijgen het niet meer van zich afgeschud.
Daarom ook dat het zo’n moedige beslissing is van de sector om zelf de steun aan de groeinorm op te zeggen en te wijzen op ‘disfunctionaliteiten’. Het is nu aan andere sectoren om te bewijzen dat zij even flink zijn. Vanhengel wacht vol ongeduld.
Focus
“Er wordt nog veel geld verspild”, blz. 28
Door Bert Lauwers
Door niet halsstarrig te claimen dat de 4,5 procent onaantastbaar is, hoopt de gezondheidssector wat goodwill te creëren bij de overheid.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier