EEN MAN MET EEN MISSIE
Wie de jongste maanden de nieuwsbulletins over Zaïre volgde, heeft regelmatig de naam Memisa zien opduiken. Het was vooral díe organisatie die de media wakkerschudde met de miserie van de stromen Ruandese vluchtelingen, ronddolend in het oerwoud van Oost-Zaïre. Door zijn talrijke lokale antennes in missieposten en ontwikkelingsprojecten wist Memisa lang vóór de noodhulpkolonnes van de VN of Artsen zonder Grenzen ter plaatse geraakten de ernst van de situatie in te schatten en de eerste hulp te verlenen.
Memisa staat voor Medische Missie Samenwerking, legt Marti Waals (37 j.) uit. Hij is directeur van deze niet-goevernementele organisatie (ngo), die in 1988 werd opgericht op initiatief van mensen uit diverse hoeken van de Belgische missiewereld, en die zich qua principes maar niet qua fondsenwerving en projectbeheer, want daarin is ze autonoom aansloot bij de gelijknamige Nederlandse hulporganisatie die al sinds 1925 bestaat.
De Belgische afdeling heeft de hoofdmoot van haar initiatieven in Midden-Afrika liggen (Zaïre, Ruanda, Burundi, Tanzanië), al staan ook Chili, Brazilië, Pakistan en India op de lijst. Vorig jaar kon de ngo zo’n 180 miljoen frank waarbij 110 miljoen van de Belgische regering en nog een 20-tal van de EU verdelen over een 140 projecten. De mi van Memisa duidt op een christelijke achtergrond, maar voor de steun aan projecten wordt het onderscheid of ze al dan niet “christelijk” zijn, niet gemaakt, zegt Waals. “Onze bekommernis is het waarborgen van de continuïteit van de basisgezondheidszorg, en de overdracht van dispensaria, apotheken, ziekenhuizen enzovoort aan eigenlandse verantwoordelijken.”
“In Zaïre hebben we een structuur opgezet van gezondheidsdistricten van telkens plusminus 100.000 inwoners, waarbinnen de zorgverstrekking trapsgewijs is opgebouwd : van medische hulpposten (eenvoudige verpleging, preventie,…) voor elke 5 à 10.000 mensen, tot referentiehospitalen waar alle curatieve diensten voorhanden zijn. Concreet houdt dat ook in dat we overal een basisvoorraad geneesmiddelen en medisch materiaal op peil brengen of houden, dat het voorschrijfgedrag, de boekhouding en het rationeel beheer van de transportmiddelen gesuperviseerd worden, enzovoorts. En momenteel kruipt uiteraard een groot deel van onze energie in het overvliegen en distribueren van hulpgoederen en het bestrijden van het cholera-gevaar.”
Marti Waals, Nederlander van origine maar “al lang verbelgischt”, heeft 7 jaar terreinervaring. Als student ontwikkelingsteologie aan de Katholieke Universiteit Tilburg deed hij 9 maanden stage in Zaïre. Na de studies werkte hij samen met zijn Vlaamse echtgenote 6 jaar in het noordwesten van dat land, onder meer op het Centre de Développement Intégral in Bwamanda. Sinds zijn terugkeer naar België in ’89, leidt hij Memisa vanuit Itterbeek bij Brussel.
MARTI WAALS (MEMISA) De continuïteit van de basisgezondheidszorg in ontwikkelingslanden waarborgen is onze hoofddoelstelling.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier