EEN LOFZANG VOOR DE MIDDELMAAT
Het aantal kandidaten dat slaagt voor de toelatingsproef geneeskunde was nooit zo laag. Zou de ranking van middelbare scholen die Rik Torfs voorstelt daaraan wat veranderen? En valt er iets te leren uit de fraude van een Belgische onderzoeker in Leiden of uit de doorbraak in het Gentse onderzoek met genetisch gewijzigde populieren?
Over één ding is iedereen het eens: degelijk onderwijs is een van de laatste competitieve voordelen van Vlaanderen. Hersenen zijn ook een grondstof. Eén waar ons land lange tijd geen gebrek aan had. We hebben misschien weinig Nobelprijswinnaars, maar onze werknemers hebben een goede reputatie. Ze zijn productief, goed opgeleid en meertalig.
Sommige onderzoeksgroepen hebben bovendien academische wereldfaam. Denk maar aan het alzheimer-onderzoek van Christine Van Broeckhoven en Bart De Strooper. Of kijk naar de Vlaamse biotechcluster, geïnitieerd door figuren als Marc Van Montagu en Désiré Collen.
Maar dat imago van regio waar iedereen degelijk opgeleid wordt, staat onder druk. Er is de reputatieschade van frauderende onderzoekers. De succesvolle Belgische onderzoeker die in Leiden haar resultaten heeft vervalst, is geen alleenstaand geval. Eerder dit jaar werd aan de VUB ook al een onderzoeker betrapt. In beide gevallen werd de toenemende prestatie- en publicatiedruk als oorzaak aangehaald.
En dan is er de toenemende obsessie om iedereen die hogere studies aanvat ook aan het diploma te helpen. Het eerste idee van Rik Torfs, sinds hij begin augustus rector van de KULeuven werd, pleitte ervoor om middelbare scholen te verplichten de slaagpercentages van hun leerlingen in het hoger onderwijs publiek te maken. Achterliggend idee was dat scholen hun niveau dan opkrikken en dat de slaagpercentages tijdens het eerste jaar van de hogere studies vanzelf volgen. Critici zien vooral een schandlijst ontstaan.
Beide feiten lijken op het eerste gezicht weinig met elkaar gemeen te hebben, maar wortelen in dezelfde voedingsbodem: de drang naar feilloos succes. Wie hogere studies aanvat, moet die succesvol afronden, wie onderzoek verricht, moet positieve resultaten boeken. Er is steeds minder ruimte om te falen.
Dat is geen lokaal fenomeen, maar het hoeft daarom nog geen maatstaf te zijn voor het Vlaamse onderwijs en onderzoek. In beide sectoren maakt juist de ruimte om te falen dat er baanbrekende innovaties mogelijk zijn of dat uitzonderlijke mensen afstuderen. En laat een ding duidelijk zijn: dat geldt ook voor ondernemers. En zelfs voor de gemiddelde durfkapitaalverstrekker. Elk succes verbergt mislukte pogingen.
Willen we meer ondernemers, dan is elk systeem dat rankings promoot of leidt tot falingsaversie dus uit den boze. In dat opzicht mag voor een keer de lofzang van de middelmaat worden gezongen. Tenminste zolang die uitsteekt boven de minimale normen. In dat opzicht is de toelatingsproef geneeskunde een interessant voorbeeld. Dinsdag vindt weer zo’n toelatingsproef plaats. Tijdens de sessie begin juli slaagde slechts 14 procent. Dat is weinig, maar niet iedereen hoeft dokter te worden.
En trouwens: van 1997 tot 2012 slaagde bijna 45 procent van de deelnemers voor het toelatingsexamen, maar ze hadden daar gemiddeld 1,7 pogingen voor nodig.
ROELAND BYL, Redacteur Trends
Elk succes verbergt mislukte pogingen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier