Een jaar na het overlijden van Karel Van Miert

Het is ondertussen een jaar geleden dat Karel Van Miert stierf. Door zijn plotse overlijden ontving hij niet de hulde die hij verdiende. Aan Jacques Delors schrijven we de heropleving van de interne markt toe in de jaren tachtig. Van Miert stond aan de wieg van de liberalisering van de overheidsdiensten. Daardoor veranderde de rol van de markten en de overheden in onze economie grondig.

Daaraan terugdenken is dikwijls voldoende om een stroom van negatieve commentaren te ontlokken. Van Miert was een man van de linkerkant. Nochtans heeft hij een beleid ingevoerd dat aanleunt bij de liberale stromingen.

De houding van Van Miert veranderde in de loop van zijn politieke carrière. Dat probeerde hij ook nooit te verdoezelen. In het boek dat aan het einde van zijn leven werd gepubliceerd, geeft hij veeleer aanwijzingen die het mogelijk maken de reikwijdte ervan te begrijpen.

K arel Van Miert was een overtuigd Europaan. De con- structie van Europa voorzag ons continent volgens hem van de nodige structuur om paal en perk te stellen aan de eeuwenoude confrontaties. Hij was ook een pure pacifist in het debat over de installering van Amerikaanse raketten op ons grondgebied.

Als Europees commissaris moest hij een mededingingsbeleid afbakenen. Voor hem luidde de vraag of de doelstelling van een vreedzaam Europa ook een weerslag had op het economische beleid. Zijn antwoord was de gehekelde liberalisering. In zijn analyse bleven oorlogen waarschijnlijk zolang de nationale identiteiten krachtig werden gehandhaafd. Vrede was mogelijk als personen en nationaliteiten werden vermengd. Niet spontaan, wel georganiseerd.

Als we op zoek moesten naar vrede, moesten we alles wat die vrede in de weg staat, tegengaan. Nationale monopolies hielden belemmeringen tussen staten in stand die analoog zijn aan grenzen. Ze moesten dus worden afgeschaft.

Zijn conclusie werd versterkt door de belabberde toestand van onze overheidsdiensten. Vroeger duurde het zonder persoonlijke connecties zes maanden om een telefoonaansluiting te krijgen. Zoiets was voor hem onaanvaardbaar. Daar moest een einde aan komen, vooral omdat de betrokken diensten essentieel zijn voor de bevolking: transport, post, energie, telecommunicatie.

Het valt niet te ontkennen, de afschaffing van de nationale monopolies heeft niet alleen positieve effecten veroorzaakt. In de betrokken ondernemingen gingen banen verloren. De consumenten worden voortaan geconfronteerd met bedrijven die niet altijd even eerbiedig zijn. Oude monopolies vielen in handen van buitenlandse aandeelhouders die misschien minder aandacht hebben voor onze noden.

Daarop komt af en toe kritiek, en Van Miert wordt vergeleken met het beleid van Margaret Thatcher in het Verenigd Koninkrijk in de jaren tachtig. Nochtans waren de doelstellingen van deze leiders fundamenteel verschillend. Hij wilde een Europa bouwen en de diensten bestemd voor de burgers verbeteren. Zij wilde al hetgeen van ver of van dicht verbonden was met het politieke gezag de nek omwringen.

Ook de middelen die beiden gebruikten, zijn verschillend. Zij privatiseerde, dereguleerde, schafte elke publieke tussenkomst af. Hij stelde voor om de rol van de markten en de overheden anders te definiëren. Voor hem moest de overheid de doelstellingen vastleggen. Vervolgens was het de beurt aan de ondernemingen. Zij produceren goederen en leveren diensten. Aan het einde van dit proces controleert de overheid of de doelstellingen zijn bereikt. Indien niet, moet ze de realisatie ervan voor haar rekening nemen.

Met Van Miert wordt de overheid dus niet in een ondergeschikte positie geduwd. Integendeel, ze komt voor- en achteraf tussenbeide. Ze begeleidt de markten.

Uiteraard was zijn aanpak niet helemaal perfect, maar de koers en de middelen die hij voorstelde, zijn bijzonder origineel. Is het dan nog nodig om zijn aanpak te vergelijken met een strategie die elders werd gevoerd in de naam van het neoliberalisme? Uit zijn ervaring trek ik de volgende les: laten we niet aarzelen om nieuwe paden te bewandelen als ze de realisatie van onze meest fundamentele sociale doelstellingen mogelijk maken.

DE AUTEUR IS HOOGLERAAR AAN DE UNIVERSITEIT VAN LOUVAIN-LA-NEUVE.

Paul Nihoul

Volgens Van Miert moest de overheid de doelstellingen vast-leggen. Vervolgens was het de beurt aan de ondernemingen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content