Een gunst of een must?
De Europese Commissie wil fiscale gunstregimes afschaffen. De Europese werkgeversorganiatie Unice noemt ze een must. Fiscale concurrentie is één van de weinige middelen waarmee lidstaten zich nog kunnen onderscheiden in Euroland.
Verleden week besliste de Europese Commissie dat fiscale gunstregimes gelijkstaan aan overheidssteun, dus moeten verdwijnen. Als de lidstaten dit standpunt delen, komt het statuut van de Belgische coördinatiecentra, het Nederlandse holdingmodel en regionale fiscale stimuli (in Baskenland, bijvoorbeeld) op de helling te staan. De Europese werkgeversorganisatie Unice vreest het ergste. Daniela Israelachwili, hoofd van het economisch en financieel departement van Unice: “Europese ondernemingen dreigen te worden meegesleurd in een suïcidale carrousel van regeringen die de zogenaamde gunstregimes verbieden zonder de noodzakelijke tegenmaatregel: een algemene lastenverlaging. Zo dreigen internationale investeerders Europa de rug toe te keren. Regeringen beschikken na de euro bovendien niet meer over monetaire bevoegdheden om in te grijpen in de economie. Eén van de weinige middelen om een economisch beleid te voeren, is de fiscaliteit.”
Deze harde stelling lijkt genuanceerd door het recente World Investment Report van de Unctad, de VN-organisatie voor handel en ontwikkeling. Hieruit blijkt dat het aandeel in Europa voor wereldwijde (buitenlandse) investeringen in 1997 lichtjes (0,3%) toenam tot 58,2%. De Bleu is wereldwijd zelfs de vijfde grootste aantrekkingspool voor buitenlandse investeerders. Israelachwili repliceert: “Zonder overdrijven kan je stellen dat Europese lidstaten hun aantrekkelijkheid opsmukken door een aantal uitzonderingsregels voor specifieke investeringen. Zonder deze regels zou de situatie er waarschijnlijk belabberd uitzien. Of gelooft u echt dat België nog veel investeringen zou ontvangen zonder zijn bijzonder fiscaal statuut van de coördinatiecentra?”
De discussie over de gunstregimes werd in 1996 aangezwengeld door Mario Monti, eurocommissaris voor de Eenheidsmarkt. Die stelde vast dat de lidstaten door de onderlinge fiscale concurrentie moeilijk een beleid konden voeren om de arbeidslasten te verlagen. Omdat de fiscale vrijhavens kapitaal wegzuigen, zijn de lidstaten bijna verplicht om te taxeren op een niet-beweeglijke basis: arbeid.
In december 1997 beslisten de Europese ministers van Financiën dat er een gedragscode moest komen die onderlinge fiscale concurrentie onmogelijk zou maken. Volgende maand is een werkgroep klaar met een advies over zo’n tachtig fiscale regimes, die mogelijk worden gekwalificeerd als “schadelijke fiscale concurrentie”, dus moeten worden afgeschaft.
België vaardigde SP-europarlementslid Freddy Willockx af naar deze werkgroep. Met de verkiezingsoverwinningen van de sociaal-democraten in Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de Bondsrepubliek kan, na een jarenlange status-quo, in deze werkgroep de politieke wil ontstaan om stevig in te grijpen in de zogenaamde gunstregimes. Israelachwili: “De Oeso heeft nochtans al een internationaal kader uitgewerkt dat de onderlinge fiscale verhoudingen regelt. We gaan akkoord dat de Europese Unie, bijvoorbeeld, ingrijpt als een fiscaal regime discrimineert tussen buitenlandse en lokale investeringen. Maar voor de rest is fiscale concurrentie een goede zaak, die de algemene druk tempert.”
En de fiscale druk is in Europa al erg zwaar in vergelijking met de rest van de Oeso, Japan en de VS, stelt Unice. België geniet overigens de eer de koploper te zijn in een Unice-statistiek over de belastingdruk (zie grafiek). De gemiddelde Belgische arbeider staat jaarlijks acht maanden brutoloon af aan de overheid. In ruil voor uitstekend onderwijs en sociale voorzieningen, zullen sommigen opmerken.
Kan men overigens niet stellen dat Europa en de VS – zeker na de recente crisissen in de rest van de wereld – een captieve markt zijn voor investeringen? Dat de hoge arbeidskosten misschien wel negatief zijn voor kleinere regio’s of landen, maar minder voor de Unie op zich? “Ten dele misschien wel,” geeft Daniela Israelachwili toe. “Maar sommige investeringen worden getoetst aan wereldwijde criteria en kunnen om die reden makkelijk elders op de aardbol gebeuren. En bestaande investeringen in de Unie kunnen worden verminderd of uitgesteld als de fiscale druk te hoog is. De globalisering van de economie is een feit, weet u?”
HBR
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier