Een gat in de aandelenmarkt
Nasdaq Europe, Jiway, Tradepoint… Nieuwe beurzen zijn een nieuwe business. Wat doet Easdaq om zijn voorsprong op de concurrenten te behouden?
De aankondiging van de Amerikaanse National Association of Securities Dealers (NASD) om een Europese zuster van Nasdaq op te zetten, deed de toplui van de traditionele Europese beurzen op 5 november van vorig jaar aardig schrikken. Nasdaq is immers een fenomenale marketingmachine die de bestaande beurshuizen heel wat handel zou kunnen afsnoepen.
Nasdaq zet samen met durfkapitaalfondsen van Softbank, News Corporation en Vivendi een joint venture op met als doel een nieuwe, pan-Europese beurs operationeel te laten worden in het laatste kwartaal van dit jaar. Nasdaq Europe wil “het eerste echt pan-Europese platform voor IPO’s (initial public offerings) worden”, en daarnaast aan de Europese beleggers ook makkelijker toegang bieden – met lagere kosten – tot ‘s werelds belangrijkste aandelen en fondsen, ook de Amerikaanse en Aziatische. Frank Zarb, voorzitter en chief executive officer van NASD, denkt immers in termen van een wereldwijde elektronische aandelenmarkt. Wereldwijd, want in Tokio is een Japanse zuster in de maak, er is een alliantie met de beurs van Shanghai en de markt gonst van de geruchten dat ook in het Midden-Oosten en in Hongkong Nasdaqjes gecreëerd zouden worden.
Niet iedereen is onder de indruk. De Belg Georges Ugeux, als vice-president van de New York Stock Exchange (NYSE) een bevoorrecht Nasdaq-watcher, deelt een prik uit: “Sommige mensen houden ervan om in de pers uitgebreid te vertellen over hun dromen. Anderen regelen hun zaakjes eerst in stilte voor ze ermee uitpakken. Ik geloof dat ook vanuit de ‘traditionele’ beurzen zo’n wereldwijd platform tot stand kan komen.” Suggereert hij daarmee dat Amerikaanse, Europese en Aziatische stock exchanges al in die richting onderhandelen? Ugeux: “Ik zeg alleen dat zij die publiekelijk het hoge woord voeren, niet noodzakelijk degenen zijn die in de praktijk het meest actief blijken.”
Begin februari werd
nog een ander, gelijkaardig initiatief aangekondigd. De Amerikaanse investment banker Morgan Stanley Dean Witter en het Zweedse OM Gruppen (eigenaar van de beurs van Stockholm), zetten samen Jiway op, dat op zijn beurt een “revolutie” wil teweegbrengen in de pan-Europese aandelenhandel. Jiway – dat op een lancering in september mikt – zal geen primaire markt zijn maar effecten van andere markten laten verhandelen. Jiway positioneert zich als de one-stop shop waar retail brokers (maar geen particulieren) terecht kunnen voor pan-Europese aandelenhandel en settlement in zo’n 6000 aandelen, waaronder 150 Amerikaanse. Ze hoeven dan niet met tien verschillende beurzen en negen verschillende clearers (zie ook blz. 22) te werken. Jiway richt zich in eerste instantie tot Groot-Brittannië, Zweden en Duitsland; andere landen volgen vanaf 2001.
Morgan Stanley wedt duidelijk op meer dan één paard, want het investeert tegelijk in Tradepoint (de elektronische beurs die in het Verenigd Koninkrijk actief is) en in Easdaq, dat als een Belgische NV drie jaar geleden van wal stak als Europese schermenbeurs. Tradepoint, met Reuters-dochter Instinet als grootste aandeelhouder, is vorig jaar maar op het nippertje van het faillissement gered. Na een herfinanciering etaleert het wel ambities, maar het is tot nu toe enkel actief in (2000) Britse aandelen, waarvan het hooguit 1% van de handel naar zich toe haalt.
Easdaq kondigde midden vorig jaar aan nieuwe aandeelhouders in zijn kapitaal te halen (waaronder het Amerikaanse Knight Trimark, de grootste market maker op Nasdaq) en zijn strategie om te gooien. In 1997 startte Easdaq als een beurs voor (introducties van) technologische aandelen, maar werd daarin overtroffen door de Neuer Markt (onderdeel van Deutsche Börse), die een veel groter aantal IPO’s wist aan te trekken. Begin januari was het eerste resultaat van de nieuwe Easdaq-aanpak zichtbaar: het begon met de handel in tien ‘populaire’ Nasdaq-aandelen, zoals Microsoft, Amazon en Dell. Vandaag vallen 19 van de 77 aandelen waarin wordt gehandeld onder die dual trading. De strategie? “We willen een echt pan-Europees platform worden,” zegt Clive Pedder, vice-president marketing. Is dat niet wat Jiway, Tradepoint en Nasdaq Europe ook ambiëren? Pedder: “Conceptueel lijken deze projecten allemaal sterk op elkaar. Maar je moet dieper in detail gaan.” De vraag is wie als eerste in staat zal zijn om grensoverschrijdende handel tegen lage kosten aan te bieden – vooral met het oog op het almaar internationalere beleggingsgedrag van particulieren. En Pedder is sterk overtuigd dat dat Easdaq zal zijn. “Jiway en Nasdaq zijn niet meer dan plannen. Bij mijn weten heeft geen van beide al een erkenning van de Britse Financial Services Authority verkregen. En Nasdaq Europe heeft tot op vandaag – vijf maanden na de aankondiging – nog geen enkele ondersteuning door investeringsbanken voorgelegd. Ondertussen hebben wij, zoals we in juni 1999 aankondigden, onze regulering aangepast en zijn we effectief van start gegaan met dual trading. We hebben een nieuw trading platform op basis van internet beloofd en tegen eind juni zal de volledig geautomatiseerde handel operationeel zijn.”
Ook de wettelijke en reguleringsaspecten heeft Easdaq netjes op een rij, vult general counsel Dirk Tirez aan. “En precies daarop zullen nieuwkomers – ook Euronext of een alliantie van de acht Europese beurzen – hun tanden stukbijten. De regulering en het overwinnen van protectionistische reflexen bij nationale regeringen en op financiële markten kan je niet oplossen door er geld tegenaan te gooien.”
Omdat het al drie jaar actief is, heeft Easdaq een grote voorsprong, klinkt het. “Wij zíjn vandaag al pan-Europees, met dezelfde toegang en condities voor beleggers en brokers van waar ook, met één uniforme regulering en met geïntegreerde afwikkeling van de transacties via Euroclear en Clearstream. Bovendien bestaat er een brug naar het Amerikaanse clearing house DTC, zodat aandelen die op Nasdaq aangekocht worden, op Easdaq verkocht kunnen worden en omgekeerd.”
Waar het voor Easdaq nu op aankomt, is volume halen. Wat dat betreft zijn de voorbije maanden prima geweest. Zes maanden geleden haalde Easdaq een gemiddeld dagvolume van 20 miljoen euro. Nu is dat 200 miljoen euro. Zes maanden geleden waren er 300 à 400 transacties per dag, nu zijn er dat 3000 tot 4000. Tirez: “Aan de huidige volumes draait Easdaq vandaag break-even. Dat is een jaar eerder dan voorzien.” In april verschijnen de eerste Europese aandelen in dual trading op de Easdaq-schermen, en tegen eind juni moet het nieuwe trading platform operationeel zijn, zodat het oude systeem met veel manueel werk en telefonische interventies van de baan is. (Zie ook blz. 10.)
“Door de geautomatiseerde verwerking zullen onze leden veel grotere volumes aankunnen en ook een groter aantal aandelen kunnen verhandelen,” zegt Pedder.
Dirk Tirez laat zich
terloops ontvallen dat er voor de personeelsleden van Easdaq een aandelenoptieplan is opgesteld. Dan kan een beursgang niet meer veraf zijn? Pedder: “Het is van bij de start geen geheim geweest dat een beursgang van Easdaq tot de mogelijkheden behoorde. Volgens het business plan is dat voor 2001, maar het kan vooruitgeschoven of uitgesteld worden. Dat beslist de raad van bestuur.”
In het voortdurend veranderende landschap zijn er natuurlijk nog andere mogelijkheden. Instinets topman Doug Atkin heeft al eens gesuggereerd dat een samengaan van Tradepoint en Easdaq niet onzinnig zou zijn. Hij voegde zelfs Nasdaq Europe aan dat plaatje toe. “Geen commentaar,” zeggen Pedder en Tirez, “tenzij dat iedereen met iedereen praat, maar daarom gaat het nog niet over fusies of partnerschappen.”
raf pauwels
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier