Een ezel stoot zich geen twee keer

Patrick Claerhout
Patrick Claerhout redacteur bij Trends

De crisis van 2008 was een blamage voor de kredietverzekeraars. Zonder overleg trokken ze limieten in en lieten hun klanten aan hun lot over. Ondanks de moeilijke economische omstandigheden, de vele wanbetalers en faillissementen, kwam het vorig jaar niet tot gelijkaardige toestanden.

Kredietverzekeraars verzekeren bedrijven tegen wanbetaling van hun afnemers. De belangrijkste spelers op de Belgische markt zijn de grote drie op wereldschaal: Coface, Atradius en Euler Hermes, aangevuld met Delcredere. In 2008-’09 werden ze overvallen door de gevolgen van de financiële crisis. Bedrijven konden hun facturen niet betalen en gingen failliet. De kredietverzekeraars moesten massaal claims uitkeren en werden geconfronteerd met historische verliezen.

De sector nam drastische maatregelen: de kredietlimieten van de klanten werden fors verlaagd of zelfs helemaal ingetrokken, en de premies gingen omhoog. Veel ondernemingen voelden zich bekocht. Het imago van de kredietverzekering kreeg een zware klap. De verzekeraars werden vergeleken met verkopers van paraplu’s die teruggenomen worden zodra het begint te regenen.

Complex product

De kredietverzekeraars gaven hun fouten toe en zijn veel meer aandacht gaan besteden aan overleg en communicatie met hun klanten. In die mate dat de markt voor kredietverzekeringen zich vrij snel herstelde na de crisis van 2008-’09. Veel makelaars blijven de kredietverzekering een interessant en goedkoop product vinden.

“Een kredietverzekering biedt een goede bescherming voor de cashpositie van een onderneming”, zegt Paul Marck, technisch en commercieel directeur van de verzekeringsmakelaar ADD. “Dat is belangrijk in een tijd dat veel facturen laattijdig betaald worden. Veel ondernemingen staan niet stil bij de reële kostprijs van een onbetaalde factuur.”

Jaarlijks wordt in ons land grosso modo 10 miljard euro aan onbetaalde facturen afgeschreven. “Voor kmo’s die financieel zwak staan, kan dat een buitengewoon bittere pil zijn. Net zij zouden gebaat zijn met een kredietverzekering”, meent Marck, die wijst op de bijkomende voordelen van het product. “De hoogte van een kredietlimiet geeft een onderneming een goede indicatie van het risicoprofiel van een klant. Op die manier kan zij preventief optreden. Als er toch betalingsproblemen zijn, kan de kredietverzekeraar het incasso overnemen, wat handig is omdat in zo’n geval de klant-leveranciersrelatie niet bezwaard wordt.”

Toch heeft naar schatting 80 procent van de Belgische bedrijven geen kredietverzekering. Vooral kmo’s laten het afweten. Een vaak gehoorde kritiek is dat het product niet afgestemd is op de behoeftes van een kleine of middelgrote onderneming. “Bedrijven met een omzet van 5 tot 10 miljoen euro schrijven sneller in op factoring”, zegt Jean-Louis Coppers, CEO van de verzekeringsmakelaar Crion. “Voor hen is een kredietverzekering een te complex product.”

Stabiel jaar 2012

Maar hoe zat het in 2012 met het gedrag van de kredietverzekeraars? Dat was een jaar waarin de Belgische economie tot stilstand kwam en faillissementscijfers alle records braken. “Iedereen op de markt was zich ervan bewust dat de gebeurtenissen van 2008 niet voor herhaling vatbaar waren”, zegt Marck. “De kredietverzekeraars hebben geleerd uit hun fouten. Ze hebben zich veel meer toegelegd op het screenen van de klantenrisico’s en op een transparante communicatie naar hun verzekerden.”

Eenzelfde geluid bij Jean-Louis Coppers. “We hebben vorig jaar nauwelijks unilaterale intrekkingen van kredietlimieten gezien. In bepaalde sectoren waren er op beperkte schaal verlagingen van limieten, maar zeker geen spectaculaire zaken. In acceptatie was 2012 een relatief stabiel jaar.”

Ook de eurocrisis veroorzaakte geen grote schokgolf, zegt Coppers. “Natuurlijk werden de limieten op Griekse bedrijven in de eerste helft van 2012 sterk teruggeschroefd, maar Griekenland vertegenwoordigt minder dan 1 procent van de Belgische export. Op Italië, Spanje en Portugal waren er geen substantiële limietverlagingen. Veeleer dan op landen te verlagen, keken de verzekeraars naar bepaalde sectoren. Bij de voornaamste slachtoffers waren de bouw-, de transport- en de verpakkingssector.”

Uit een presentatie die kredietverzekeraar Coface in Parijs hield, blijkt inderdaad dat de bouwsector wereldwijd als meest risicovol aangeschreven staat (zie illustratie Bouw is de meest risicovolle sector in Europa). “We hebben in 2012 een aantal heel gefocuste verlagingen van kredietlimieten doorgevoerd”, zegt Gert Lambrecht, commercieel directeur van Coface België. “Maar daarvan hebben we de makelaars en de klanten tijdig op de hoogte gebracht. Zij konden daarover met ons in discussie gaan en informatie over specifieke klanten doorspelen. De verlagingen waren geconcentreerd op Zuid-Europa en op sectoren zoals de bouw.”

Een ondernemer die levert aan de bouwsector klaagt erover dat de kredietverzekeraars de zaken te sectoraal bekijken. “Als een bedrijf in een bepaalde sector failliet gaat, wekt dit de aandacht van de kredietverzekeraars die hun pijlen richten op alle bedrijven in die sector. Op die manier kunnen heel wat bedrijven hun orders niet uitvoeren. Als je nog wat wil verkopen, ben je gedwongen intern de kredietlimiet te verhogen. In een natuurlijk economisch proces zorgen failliete bedrijven ervoor dat de overige bedrijven in de sector meer kansen krijgen om te overleven. Hier gebeurt het omgekeerde. De kredietverzekeraars fungeren als kerosine op het crisisvuur.”

Ook Coppers vindt dat de kredietverzekeraars soms te veel aandacht besteden aan algemene economische factoren als het landenrisico of de sector. Terwijl het toch vooral om de kredietwaardigheid van de individuele debiteur gaat. “Soms beschikken bedrijven over kwalitatieve informatie over hun klant en wordt die onvoldoende mee in overweging genomen door de kredietverzekeraars”, zegt Coppers. “Er is nog altijd een betere doorstroming van informatie mogelijk, in de twee richtingen.”

Klant op de achtergrond

Het bedrijf van Coppers, Crion, richtte in 2010 een denkttank op over kredietmanagement. Dat resulteerde in 2011 in een gedragscode voor de sector (zie kader Gedragscode is nog onvoldoende bekend) en eind vorig jaar in een witboek dat nieuwe ideeën en mogelijke initiatieven voor kredietverzekering oplijstte. Lambrecht van Coface spreekt van een zinvol initiatief omdat het document oproept tot openheid, transparantie en wederzijdse communicatie. “Iets waar wij al jaren mee bezig zijn”, zegt Lambrecht. “Klanten kunnen online de kredietscore van een klant volgen en krijgen uitleg bij wijzigingen.”

In het witboek worden de kredietverzekeraars onder andere opgeroepen voldoende buffers aan te leggen in goede tijden, zodat ze in slechte tijden meer kunnen uitbetalen. “In het verleden waren de premies te laag”, zegt Ortwin Volcke, marketingverantwoordelijke van Crion. “Het acceptatiebeleid van de verzekeraars was te laks en daardoor kwamen ze in 2008 onder zware druk. Maar met financiële instabiliteit is niemand gebaat, zeker de verzekerde niet.”

“Kredietverzekeraars moeten manieren zoeken om anticyclisch te werken”, zegt Volcke, “Dat kan door in plaats van limieten in te trekken, limieten te behouden, maar lagere dekkingsgraden vast te leggen. We moeten er alles aan doen opdat de commerciële relatie tussen leverancier en klant behouden kan blijven.”

Dat er aan de communicatie wat schort, wijt Volcke aan de opeenvolgende fusies en schaalvergrotingen bij de kredietverzekeraars. “De golf van internationalisering heeft geleid tot een centrale aanpak en een focus op het debiteurenrisico. De klant zelf is naar de achtergrond geduwd. De kredietverzekeraars moeten evolueren van ‘close to the risk‘ naar ‘close to the client‘. De klant moet meer inspraak krijgen.”

Een doorgedreven automatisering kan helpen om de communicatie tussen kredietverzekerde en kredietverzekeraar te verbeteren, maar kan ook de productverbetering en -innovatie versnellen, zegt Els De Smet, senior consultant van Crion. “Automatisering laat maatwerk toe. In plaats van een standaardcontract te tekenen, zou de verzekerde de keuze moeten krijgen uit een soort van ‘menukaart’ met differentiatie van risico’s, opties en variabele premies. Alleen door het aanbod meer te differentiëren, kan de sector mee evolueren met de behoeftes van de klanten.”

Productinnovatie

Volgens Lambrecht doet de sector inspanningen. Hij verwijst naar het product Top Liner van Coface. Verzekerden kopen een aanvullende dekking op klanten waarvoor de toegestane kredietlimiet onvoldoende is tegen betaling van een hogere risicopremie. Het gaat om een non-cancellable limiet gedurende een beperkte periode. Dat is ideaal voor commerciële transacties die een verzekerde absoluut wil doorvoeren. Euler Hermes heeft met Cap Europe een vergelijkbaar product gelanceerd in 2012.

De Smet pleit ook voor zogenaamde uitloopperiodes bij de intrekking of reductie van limieten. “Dat is al mogelijk, maar veelal is het een commerciële gunst van de kredietverzekeraar, die wordt zelden contractueel vastgelegd. Dat is net een punt waarop verzekeraars meer met elkaar zouden kunnen concurreren. Nu gebeurt dat nog te vaak alleen op de prijs. Als de verzekeraars het ook met productinnovaties tegen elkaar opnemen, zou dat marktverruimend werken. Meer ondernemingen zouden zich tot het product ‘kredietverzekering’ aangetrokken voelen.”

PATRICK CLAERHOUT

“Veel ondernemingen staan niet stil bij de reële kostprijs van een onbetaalde factuur”

Paul Marck, ADD

“De klant moet meer inspraak krijgen”

Ortwin Volcke, Crion

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content