EEN ENERGIEDEBAT, NU !
Om de liberaliseringsplannen van de Europese Commissie op de energiemarkt vóór te zijn, poogt Electrabel zijn markt te vergrendelen door de banden met de gemeenten strakker aan te halen (Omslagverhaal in Trends van 8 februari, zie ook in dit nummer blz. 42). Aan al zijn klanten-gemeenten in de gemengde intercommunales, goed voor 80 % van de elektriciteitsvoorziening op de Belgische markt voor kleinverbruik, heeft Electrabel een aanbod gedaan om de samenwerking met 18 jaar te verlengen. Die samenwerking, gegoten in de juridische vorm van nieuwe statuten voor de intercommunales, staat de facto gelijk met een exclusiviteitscontract. Electrabel houdt de gemeenten een zeer verleidelijke wortel voor : ze kunnen rekenen op een bijkomende stroom van dividenden, door het nemen van een participatie van 5 % in de elektriciteitsproducent.
Wat hier op tafel ligt, is bepalend voor de energievoorziening in de komende decennia van nagenoeg elke gebruiker in dit land. Zowel in Brussel als in de gemeentehuizen moet het debat over de samenwerking tussen de gemeenten en Electrabel nù gevoerd worden, tot op het bot.
Het uitgangspunt moet zijn dat het betonneren van een monopoliepositie voor zo’n lange termijn onaanvaardbaar is. Economisch onaanvaardbaar, omdat de verbruiker de voordelen van de concurrentie moet missen en belast blijft met een monopolie-rente. Juridisch onaanvaardbaar, omdat het zeer de vraag is of de nieuwe statuten van de intercommunales stand kunnen houden in de onvermijdelijke Europese liberalisering van de energiemarkt. Ecologisch onaanvaardbaar, omdat in de voorliggende constructie de gemeenten als energiebedelers financieel alleen maar te verliezen hebben bij een beleid van rationeel energiegebruik.
Een vergelijking met beschikbare alternatieven, alsnog beperkt tot de zuivere intercommunales, dringt zich op. Dit is zeker geen pleidooi om een privé-monopolie te vervangen door een overheidsmonopolie, via de veralgemening van de zuivere intercommunales. De overheid kan zich beter beperken tot het regulerend kader van de energiemarkt, met het oog op de zekerheid van bevoorrading tegen de beste prijs.
Een duidelijke scheiding tussen de rol van de overheid als regulator en die van de exploitant, dat moet mede de leidraad zijn bij de noodzakelijke hertekening van de Belgische energiemarkt. Beide functies zijn thans te innig verweven : bij de gemengde intercommunales gaat het om een symbiose tussen overheid en privé-exploitant Electrabel, bij de zuivere intercommunales speelt de overheid tegelijk regulator en exploitant. Deze constructies zorgen voor een ondoorzichtige prijszetting : de werkelijke marktprijs enerzijds en de monopolie-rente of impliciete belasting anderzijds zijn niet uit elkaar te halen. Hoe kan je in die omstandigheden een politiek voeren van rationeel energiegebruik via energieheffingen ?
Vergeleken met de zuivere intercommunales, zorgt de dominantie van Electrabel in de gemengde sector voor een bijkomend probleem : voor de privé-exploitant is het onderscheid tussen het mijn (de marktprijs van zijn energie) en het dijn (de impliciete belasting) wel bijzonder vaag. Dat maakt van Electrabel ongetwijfeld een florissant bedrijf, dat in de jongste Trends Top 30.000 opnieuw de ranglijst van de meest winstgevende bedrijven aanvoert. De verbruiker én de gemeente zelf betalen echter het gelag. There is no such thing as a free lunch : dat moeten onze vroede vaderen goed bedenken, vooraleer in de wortel te happen die Electrabel hun voorhoudt.
J.V.D.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier