Een dubbelleven
KBC beleeft opwindende dagen. De topman van haar zusterbank in Luxemburg werd officieel beschuldigd van misdrijven, nadat bepaalde kranten al jaren roepen “houd de dief”; Cera Holding en misnoegde coöperanten bereikten een beginselakkoord dat het buskruit onder de KBC-constructie nat zou maken.
De eerste vijftig jaar brachten succes en aanzien. Een Belgische bankier met een meer dan beleefde belangstelling voor de hoge cultuur, een man die turven schrijft over fresco’s, zolderingen, Proust, Stendhal, altaren, beelden in Toscane; dat kan nooit stuk. De zoon van een vooraanstaande Franstalige christen-democratische familie werd echter op zijn 53ste geconfronteerd met de neergang door het onderzoek van Jean-Claude Leys bij KB Lux. De voordelen van zijn karakter werden zijn nadelen. KB Lux verzet zich op een lauwe wijze tegen wat haar overvalt. De publieke opinie is intussen rijp om te geloven dat haar top bestaat uit misdadigers. Vanwaar die hang naar slachtofferschap? Is er vuur bij deze rook? Een passie voor Toscane is fraai, een passie voor de juiste perceptie van de publieke opinie is verdienstelijker. Maurice Lippens van Fortis Bank zou zich in een gelijkaardige situatie niet laten kisten. KB Lux verloor tussen 1996 en 1998 17% klantendeposito’s. De typische klant van KB Lux is de Vlaamse ondernemer die het maakt, die de neiging heeft tot aan de schreef te gaan, die alle sympathie had en heeft voor de bank maar niet op één paard wil wedden voor zijn geld buiten de grenzen.
De boulevard Royal in Luxemburg is gelooid met goud en financieel prestige. Damien Wigny (57) is één van zijn befaamde bewoners. De voorzitter van Kredietbank Luxembourgeoise werd in de wieg gelegd voor een leven van succes, eruditie en discretie. Vader en moeder waren prominenten in het politiek-culturele leven. De naam Wigny is voor vijftigplussers in Vlaanderen een kwaliteitsmerk. De familie heeft zich echter niet zo sterk geprofileerd als de Snoy d’Oppuers. Damien Wigny doorliep de cursus honorum van de notabelenzoon met een vaste blik op de betere banen. Zijn afkomst opende de deur op het vermogensbeheer bij een Vlaamse bank met duizenden harde werkers en traditioneel minder maatschappelijke verfijning.
Na vier jaar onderzoek werden Wigny en negen huidige of gewezen kaderleden van KB Lux in de voorbije dagen beschuldigd van bendevorming, valsheid in geschrifte, witwassen en andere inbreuken op de fiscale wetgeving. Op 1 november 1997 wordt hij opgepakt in Perwez (België), op het familiale domein, en zit negentien dagen in voorhechtenis. Was hetzelfde hem in het groothertogdom Luxemburg kunnen overkomen? Een jaar pas na Perwez zegt de bankier aan confrater Frank De Moor (Knack): “Neen. In Luxemburg kan slechts sprake zijn van witwassen wanneer geld verdiend is met drugs- en mensenhandel of wanneer het in verband wordt gebracht met misdaadorganisaties in het algemeen. De Belgische definitie van witwassen daarentegen is zo ruim dat zij tal van financiële operaties bestrijkt. Als Luxemburgs bankier leef ik echter de Luxemburgse wet na. Als ik dan toch in België in verdenking word gesteld als medeplichtige van een Belgische cliënte (nvdr – Rita Verstraeten), dan is dat te wijten aan de territorialiteit van het strafrecht. Zo werd mij een wet opgelegd die de mijne niet is. Bovendien is er niet alleen het begrip witwassen. Er is ook de juridische omschrijving van de zogenaamde back-to-back-kredieten. In België is back-to-back een duivels begrip geworden, terwijl dit slechts een vorm is van gewaarborgd krediet. De Luxemburgse bankier is daarbij niet verplicht alle waarborgen te vermelden die hem toelaten het krediet te verstrekken.”
Wigny was onder meer verantwoordelijk voor drie sectoren binnen de bank: asset management, asset protection (beschermen van activa via juridische structuren zoals de Luxemburgse holdings en de Angelsaksische trusts) en de administratie van investeringsfondsen voor rekening van Japanse, Duitse en Amerikaanse fondsenmanagers. Hij volgt Co Franssens op als voorzitter van het directiecomité in 1994. Zijn grote nadeel is dat hij geen Luxemburger is. Charles Ruppert, een Luxemburger, zorgt voor de verworteling. Wigny is not one of us, wat wel het geval was voor de toplui van andere Belgische dochter- en zusterbanken in het groothertogdom.
Wigny leidt twee levens, bij dag dat van bankier, bij avond en nacht dat van cultureel fijnproever. Hij publiceerde twee gidsen, van honderden bladzijden dik, over Toscane. De ouders Wigny waren bezeten door kunst en geschiedenis. Vader Pierre werd minister van Koloniën, Buitenlandse Zaken, Justitie en Cultuur. Pierre Wigny lag mee aan de grondslag van de CVP. Moeder Wigny – née Lily Borboux – was de eerste vrouwelijke doctor in de wijsbegeerte en letteren van de universiteit van Luik en leidde onder meer de Nationale Vrouwenraad. Wigny kocht als jonge student een eerste Alechinsky op afbetaling. Hij start bij het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties. Daarop gaat hij naar kabinetten van Ontwikkelingssamenwerking, Raymond Scheyven, en van Financiën, André Vlerick. In 1975 stapt hij binnen bij KB Lux.
Bernadette en Damien Wigny kochten hun eerste huis in Toscane in 1974, op het moment dat beroepsbezigheden hen naar de Filipijnen voerden. Wigny vertegenwoordigde België, Frankrijk, Zwitserland en Italië in de raad van bestuur van de Aziatische Ontwikkelingsbank. Toscane is een luilekkerland voor meer Belgische bankiers. Kort bij de Toscaanse villa van Wigny staat de duiventil van waaruit Galileo Galilei de sterren observeerde. Een filosofische kijk op verleden en heden is de beste troost voor Damien Wigny.
frans crols
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier