Een druppel op de hete financiële gezondheidsplaat
Het jonge Nederlandse fonds LSP Health Economics Fund heeft 113 miljoen euro opgehaald voor investeringen in gezondheidsbedrijven. Het fonds, dat wordt geleid door voormalig VIB-baas Rudy Dekeyser, speelt handig in op de groeiende bezorgdheid over escalerende gezondheidskosten.
De 52-jarige Dekeyser was van 1995 tot midden 2012 co-managing director van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB), het lanceerplatform voor spin-offs als Devgen en Ablynx. Sinds zijn vertrek is hij managing partner van het LSP Health Economics Fund (LSP-HEF), een nieuw fonds van de Nederlandse risicokapitaalverschaffer Life Sciences Partners (LSP). Het jonge fonds focust op bedrijven die werken op medische toestellen, diag-nostica en medische IT en met hun producten vooral kosten in de gezondheidszorg moeten besparen. Dekeyser wijst erop dat de gezondheidskosten alleen al in ons land de voorbije drie decennia gestegen zijn van 6 à 7 procent van het bbp naar 11 à 12 procent. “De commotie over zorg zal alleen maar toenemen. De vergrijzing is fenomenaal, en chronische ziekten nemen almaar toe”, legt Dekeyser uit. “We gaan naar een zorgomgeving waarin het meten van kwaliteit en resultaten veel belangrijker wordt en de betaling daaraan wordt gekoppeld.”
LSP-HEF mikte op 100 miljoen euro, maar klokte af op 112 miljoen. Daarmee is het het grootste Europese private-equityfonds voor medische technologie. Het fonds kende een droomstart, want als eerste investeerders werden de Nederlandse zorgverzekeraars Achmea en Menzis gestrikt. Zij telden respectievelijk 50 en 10 miljoen euro neer. Daarnaast zitten ook een Duitse en een Franse zorgverzekeraar in het kapitaal, en komt 40 miljoen euro van gegoede families die via zogenoemde family offices en vermogensbeheerders zijn ingestapt. Namen van de Belgische familiale investeerders mag Dekeyser niet geven. “Het zijn niet de usual suspects, zoals een Rudi Mariën.”
“Je zult niet veel private-equityfondsen vinden waar zo veel geld komt van rijke individuelen”, gaat Dekeyser voort. “Vroeger kwam dat geld altijd van institutionele partijen, maar dat kanaal is bijna opgedroogd. Sinds de crisis in 2008 kunnen banken bijna niet meer investeren in private equity omdat ze door Bazel III (de recentste internationale kapitaalregels voor de banksector, nvdr.) aan te veel voorwaarden moeten voldoen.” Voor de grote pensioenfondsen zijn private-equity-initiatieven zoals die van LSP dan weer te klein. “Als die pensioenfondsen niet telkens minstens 100 miljoen euro kunnen investeren, is dat voor hen niet interessant. Dat maakt dat er bij het ophalen van geld voor private equity een groot gat is gevallen. Gelukkig is dat bij ons dus opgevuld door die wealthy individuals.”
Grote besparingen
LSP-HEF investeert in Europa en de VS, mogelijk ook in Canada, in bedrijven in een latere fase van ontwikkeling, zegt Dekeyser. Het Zwitsers-Mechelse Biocartis van Rudi Pauwels bijvoorbeeld komt dus in principe in aanmerking. Per onderneming legt LSP-HEF tot 10 miljoen euro op tafel. Maar het vormt altijd een syndicaat met concullega’s om de eigen investering te leveragen. Kieskeurig zijn is er in heel wat landen niet bij, want het aantal venturecapitalinvesteerders is de jongste jaren flink gedaald. Zo is er in Duitsland nog Wellington als mogelijke partner, in Engeland Abingworth, in Nederland naast LSP nog Forbion en Gilde, en in België enkel Gimv, PMV en Vesalius, nu het Leuvense Capricorn voorlopig is uitgeïnvesteerd.
Dekeyser en zijn fondsmanagers hebben de voorbije twaalf maanden 301 ondernemingsplannen gekregen en geëvalueerd. Van slechts twee worden volop de boeken bekeken, twee andere hinken iets verder achterop. “Ik verwacht dat we tegen juni drie nieuwe investeringen zullen hebben, een IJslands, een Zwitsers en een Amerikaans bedrijf.” Die dossiers komen boven op de investering in het Amerikaanse IlluminOSS, die al kort na de lancering van LSP-HEF afgerond werd. LSP-HEF investeerde met collega’s 33 miljoen dollar in IlluminOSS, dat een nieuw product voor botbreuken heeft ontwikkeld. Tot nu toe worden die behandeld met metalen plaatjes en schroeven of pinnen. Hier wordt in de holte van het gebroken bot via een katheter een ballonnetje geplaatst over de breuk. Dat wordt gevuld met een monomeer die wordt uitgehard, zodat de breuk van binnenin wordt gestabiliseerd. Daarmee past IlluminOSS in de investeringsfilosofie van LSP-HEF. “Als die technologie kan worden uitgerold, kan alleen al in België 30 miljoen euro worden bespaard op de behandeling van botbreuken”, rekent Dekeyser voor.
In de aanpak van LSP-HEF speelt Achmea, een van de grotere zorgverzekeraars in Europa, een cruciale rol. Achmea pronkt met een databank met informatie over 5,5 miljoen leden. “Achmea weet daardoor welke ziektes zijn leden hebben gehad, hoe die gediagnosticeerd en behandeld werden, maar ook wat de kosten van diagnose en behandeling waren. Als wij een product bekijken, gaan we naar het kenniscentrum van Achmea en vragen wat de kostprijs is van de standaardbehandeling. Zo kunnen wij perfect zien of de nieuwe producten waarin wij willen investeren de kosten doen dalen. Die databank is van goudwaarde.”
Waarschuwing
Dat allicht slechts een op de honderd geëvalueerde dossiers de komende maanden ook afgerond kan worden, is bitter weinig. Dekeyser ziet het met lede ogen aan. “De lat ligt heel hoog voor bedrijven om geld te vinden bij private equity. Het is hoog tijd dat in Europa opnieuw meer geld beschikbaar komt voor dat soort bedrijven, via fondsen of via beursintroducties. Cardio3 Biosciences, waar Dekeyser bestuurder is, ging midden vorig jaar naar de beurs maar is een uitzondering in Europa. “Er zijn genoeg kandidaten voor een beursintroductie, maar het gebeurt niet. Het venster is nog altijd heel klein. En dat terwijl het aantal beursintroducties in de VS het voorbije halfjaar echt indrukwekkend is en er nog velen voor aanschuiven. We blijven echt achter in Europa.”
Dekeyser wijst er ook op dat de al vaak bejubelde Vlaamse biotech op zijn tellen moet passen. “We zijn in Europa nog altijd leading, maar moeten opletten dat leading in Europa niet betekent dat je een dwerg bent in vergelijking met de biotechregio’s in de VS. Wat daar gebeurt, is indrukwekkend. We moeten zorgen dat die kloof niet te diep wordt en we nog competitief zijn. In biotech is de competitie wereldwijd. Octrooien neem je voor heel de wereld. Een geneesmiddel ontwikkel je niet voor België, maar voor de wereld. Of dat nu gebeurt in België of de VS, maakt op zich geen verschil. Maar als je hier als bedrijf moet concurreren met Amerikaanse bedrijven met een budget dat vijf keer groter is en zijn producten veel sneller ontwikkelt, heb je een competitieve handicap. We zullen een versnelling hoger moeten schakelen om die concurrentiestrijd te blijven winnen.”
BERT LAUWERS, FOTOGRAFIE SOFIE VAN HOOF
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier