Een bus vol oude mannen
De busbouwer Van Hool staat wereldwijd bekend om zijn uitstekende producten. Maar ook om strubbelingen in de familie. Een gerontocratie staat aan het hoofd van de grootste werkgever van de Zuiderkempen, en de opvolging is problematisch.
Denis Van Hool is 77. Toch kan hij één zaak nog altijd niet verkroppen. Elke werkdag ziet hij vanop de derde verdieping, in de directiekantoren van de busbouwer, zijn werknemers iets na vier uur, aan het einde van de werkdag, over het fabrieksterrein naar de auto lopen. Het werkvolk wil zo snel mogelijk naar zijn eigen auto. Op die manier willen ze de file vermijden.
Voor Van Hool is dat nog altijd onbegrijpelijk. Waarom doen de werknemers ‘s morgens niet hetzelfde? Waarom hollen ze niet met eenzelfde vaart in de omgekeerde richting, naar de fabriekshal? Elke namiddag weer slaat zijn hart uit ergernis vele slagen sneller. Waarna Denis weer aan het werk gaat. Tot acht, negen uur ‘s avonds.
Denis: 77 en de leider van de afdeling bussenbouw. Broer Jos: 78 en de leider van de afdeling industriële voertuigen. En dan is er nog Leopold: 72 en de leider van de afdelingen studiebureau en relaties met overheden. Hij verschijnt elke werkdag rond halfacht op het appel. Alleen Marcel (74) en Herman Van Hool (69) hielden het voor bekeken. Marcel sukkelt met de gezondheid. Herman kon afstand nemen van het bedrijf en van zijn functie als financieel directeur. Met als gevolg dat het voertuigenbedrijf een eerste niet- familiale financieel directeur telt: Remi De Mey.
De bussengigant uit Koningshooikt, een dorp bij Lier, heeft een wereldwijde faam als bouwer van bussen en bijzondere industriële voertuigen. Niemand uit de sector spreekt een kwaad woord over de kwaliteitsproducten van de firma. Maar Van Hool verwierf ook bekendheid als een bedrijf waar familieclans onstilbare vetes uitvechten.
“Het is een publiek geheim dat de familieleden niet altijd op dezelfde golflengte zitten. Tot onze spijt wordt het personeel soms geconfronteerd met kwistig rondgestrooide decibels”, vertelt Redy De Leege. Voor de liberale vakbond ACLVB volgde hij het bedrijf zeventien jaar op de voet.
De decibels uiten zich ook prozaïscher. Letterlijk dan. In een akte in het handelsregister bij de familiale sleutelvennootschap Immoroc uit 2004 maakt de voormalige aandeelhoudster Karin Van Hool, dochter van Jos, per aangetekende brief haar beklag over de familiale strubbelingen. “Meer en meer stel ik mij vragen en heb ik fundamentele bedenkingen bij de wijze waarop de diverse vennootschappen worden bestuurd. Belangrijke zaken, zoals onder meer de goedkeuring van de jaarrekeningen in de noodzakelijk jaarlijks te houden algemene vergaderingen, blijven achterwege. Ook de onophoudelijke ruzies en meningsverschillen tussen de aandeelhouders, die nefast zijn voor de goede werking van de vennootschappen, duren onverminderd voort.”
De onderneming weigerde een gesprek met Trends. “We vinden het op dit ogenblik niet gepast”, zegt woordvoerder Yves Goffin. “Het gaat niet goed in de voertuigensector. Hard werken. Daar zijn we mee bezig.”
Wereldspeler in nichemarkten
En toch is dit bedrijf helemaal geen warboeltje. Het blijft maar puike cijfers halen. Zelfs tijdens de crisis. “Het is verbazingwekkend hoe dit bedrijf, ondanks al die familiale vetes, zeer goede resultaten blijft neerzetten”, fluistert een eminente kenner van familiebedrijven in Vlaanderen.
Want Van Hool heeft een ongelooflijke renommee. Met de twee centrale activiteiten – busbouw en speciale industriële voertuigen – verwierf Koningsjeut wereldfaam. De bussen zijn een begrip. Van Algerije tot in Canada en de Verenigde Staten. Weinig bedrijven weten zo goed te luisteren naar en te voldoen aan de noden van de klant. Dat geven ook de concurrenten zonder schroom toe. “Een kwaliteitsbedrijf. Een topspeler”, oordeelt Peter Wouters, de algemeen directeur van VDL Jonckheere. “Ze zijn vooruitstrevend in alternatieve aandrijvingen. Of de lagevloerbus. Van Hool en Jonckheere waren bij de eersten met dit concept. Maar de familie Jonckheere heeft er daarna minder in geïnvesteerd. Van Hool groeide daardoor sterker. Ze blijven zéér betrokken bij techniek.”
Ook de afdeling industriële voertuigen biedt een prachtig staaltje vernuft. Rond 2000 maakte de afdeling nog standaardopleggers. Die activiteit werd drastisch afgebouwd door de toenemende concurrentie uit lagelonenlanden, maar zonder één enkele afdanking. Het personeel werd hergeschoold naar activiteiten met een grotere toegevoegde waarde. Van Hool werd in korte tijd een wereldleider in gas-tankers voor speciale gassen, vervoerd op -160 graden Celsius. Gassen voor airconditioning.
Die speciale gastankers vereisen zeer gespecialiseerde lastechnieken. “We maken dus vooral dingen op maat van de klant”, analyseert Dirk Nys, afgevaardigde van ACV-Metaal. “We zijn ons echt gaan specialiseren in nichemarkten. Dat doen we ook voor de opleggers voor de voedingssector. Coca-Cola wil bijvoorbeeld speciale laadruimtes zodat de drankbakken er gemakkelijk uitkomen. Het moet ergonomisch gemakkelijk werken zijn voor de chauffeur. De gewone vlakke oplegger maken we niet meer.”
De wereldfaam geldt ook in de belangrijkste activiteit: de productie van bussen en touringcars. In 2008 was de export goed voor 78 procent van de voertuigen. De Noord-Amerikaanse markt nam een derde van de totale productie voor haar rekening. Van Hool werd groot op die markt met touringcars, voor afstanden tot 1000 kilometer. “Ook die voertuigen zijn zeer verscheiden”, antwoordt Nys. “Met maatwerk voor de klant. In touringcars is een reeks van vijf wagens al een grote reeks.”
Het toenemende maatwerk op de Noord-Amerikaanse markt krikt ook de cijfers op. De onderneming bouwt volumes af. Rond 2000 werden dubbel zoveel bussen en touringcars geleverd als vandaag. De jongste jaren was er een maximale productie van 300 voertuigen. Maar de winst van de Amerikaanse busverdeler ABC, waarin Van Hool een belang heeft van bijna 34 procent, klom jaar per jaar. Met 2008 als beste van de voorbije zes jaar.
Dat volume blijft een probleem op de historische thuismarkt, België. Koningshooikt is kind aan huis bij de openbaarvervoermaatschappijen De Lijn, MIVB en TEC. In april plaatste de MIVB nog een recordorder van 189 bussen. Van Hool werd groot met die orders. “De prijzen van tien jaar geleden zijn de prijzen van vandaag”, zucht Ludo Ceulemans, de hoofdafgevaardigde van ACV-Metaal. “Maar de bussen werden veel gesofisticeerder. De lastenboeken zijn zeer zwaar. Alle luxe moet erop en eraan. Maar het moet goedkoop zijn, want het zijn Europese aanbestedingen.”
Toch blijven die orders een must. “In de psychologie van de buitenlandse klanten werkt het mee dat zij tussen de luchthaven en Koningshooikt twintig bussen van Van Hool zien rijden. Het visitekaartje moet de binnenlandse markt zijn”, vult Luk De Bock aan, secretaris van ACV-Metaal Mechelen.
Waar blijft de kroonprins?
De onderneming blijft haar visitekaartje als voorloper in vernieuwende technologie waarmaken. Op de werkvloer bevinden zich ruim 3700 arbeiders in meer dan 150 beroepen. Want daar geldt het motto van Denis Van Hool. De 77-jarige wil geen computers. Met computers kan je geen bus maken. Dat gebeurt op de vloer. Met de handen.
En dus rijdt de 77-jarige nog elke dag, in zijn Jaguar, van fabriekshal tot fabriekshal. De kwieke grijsaard springt er al uit, nog voor de wagen stilstaat. En dan wipt hij op de bus. Hij glijdt onder de bus. Of springt erin. Hij moeit zich met elk detail. “Als Denis er morgen niet meer is, zal het een teken van zware ziekte zijn. Dat het echt niet meer gaat”, bedenkt Ceulemans.
En zijn opvolging? Daarover zijn alle partijen het eens: er tekent zich niets af. Het bedrijf – de familie – geeft geen signalen. Filip Van Hool, de zoon van Denis, is weliswaar de figuur die het meest in beeld komt. Menig observator bedenkt dat de familie niet echt een leidersfiguur heeft. Met daarbij meteen de opmerking dat CEO’s die een onderneming van meer dan 4000 werknemers kunnen leiden, niet meteen voor het rapen liggen in het kleine België. “Filip is het meest in het oog springende familielid”, vindt Luc Glo-rieux, de organisator van de internationale beurs Busworld. “Bedachtzaam. Innovatief. Knap, verstandig. Een diplomaat. Hij voelt zich goed op de plaats waar hij zit.”
Filip is niet zoals zijn vader. Geen techneut. Hij doet de verkoop. De prijsoffertes. De prijsopvolging. Ook bij ACV-Metaal ligt hij goed. “Filip is de man met de meeste drive. Een enorme inzet”, vindt Ceulemans. “Maar zijn positie wordt bepaald door het kluwen in de familie. En het evenwicht dat steeds weer moet worden gevonden met die vijf takken. Want het is een heel gesloten cirkel.”
Is Filip de wilde kastanje? Kan die zich ontbolsteren? In welke mate kan hij openbloeien? Of opteert de derde generatie toch voor de verkoop? In de zomer van 2007 waren er geruchten over overnamegesprekken door het Indiase Hinduja. Dat heeft ook de Britse busbouwer Ashok Leyland in de stal. Eind vorig jaar viel zelfs de formele ontkenning weg over de gesprekken. De Indiërs waren in vergaande onderhandelingen verwikkeld en voerden al een boekenonderzoek. De plotse en abrupte crisis deed de gesprekken verzanden. Betekent het einde van de recessie ook het einde van een onafhankelijk Van Hool? Het bedrijf wimpelt dit af als een louter retorische vraag.
opinie
Van Hool mag niet aan vergrijzing ten onder gaan, blz. 8
Door Wolfgang Riepl
“De onophoudelijke ruzies en meningsverschillen tussen de aandeelhouders duren onverminderd voort”
Karin Van Hool in 2004Denis Van Hool (77) wil geen computers. Daarmee kun je geen bus bouwen, dat kan alleen met de handen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier