“Een buitengewone openheid en bereidheid tot steun”
> De McKinseystempel. “Bij McKinsey leer je relatief snel een situatie, een onderneming, een bepaalde toestand begrijpen en analyseren. Dat blijft ook later zeer nuttig. Relatief snel begrijpen waar het om gaat. Begrijpen hoe een situatie in elkaar zit. Wat je ook het hele leven meedraagt is het fact based denken. Niet ideologiegedreven. Je zoekt feiten. Daarmee onderbouw je een mening, een beslissing, of een uiteindelijke uitvoering. Dat betekent niet dat je alle informatie hebt. Dat komt bijna nooit voor.”
> De McKinseyperiode. “Ik werkte bij McKinsey van 1980 tot 1987. Tot 1979 was ik in Iran aan de slag. Maar tijdens de Islamitische Revolutie verliet ik het land. Een vriend van mij, Herman De Bode, heeft me aanbevolen bij McKinsey. Dat is een van de belangrijkste rekruteringspistes. Als een werknemer van McKinsey iemand aanbeveelt, gaat men ervan uit dat die persoon bij McKinsey past. Je gaat dan wel nog door een zeer intensief interviewproces, voor het tot een job offer komt. Maar ik heb nooit in het Belgische kantoor gewerkt. Ik werkte drie jaar in Düsseldorf en dan vier jaar in Chicago. Mijn belangrijkste klanten kwamen uit de auto-industrie. Twee van de drie bekendste Duitse merken. Voor een van de twee ging ik trouwens mee naar de Verenigde Staten. Daardoor ben ik in Amerika gebleven. McKinsey heeft dus een heel belangrijke rol gespeeld in mijn latere leven.”
> De meritocratie. “Het is heel eenvoudig: je promotiekansen zijn volledig en enkel afhankelijk van hoe goed je bent. Hoe goed je werk is. En hoe je dat ontwikkelt. McKinsey heeft als principe: up or out. Je moet dus voortdurend naar een hoger niveau gaan. Zo niet ga je weg. Maar de overgrote meerderheid gaat na een tijd weg. Misschien blijft 2 % tot het einde van de loopbaan bij McKinsey. Mensen gaan weg. Niet omdat ze zich niet langer goed voelen bij McKinsey. Gewoon omdat ze vinden dat ze iets anders willen doen. Bij McKinsey wordt vertrekken volkomen aanvaard.”
> De beklijvende herinnering. “De openheid en bereidheid om elkaar te steunen heb ik steeds buitengewoon gevonden. Ik kon steeds een beroep doen op andere mensen bij McKinsey voor uitleg, hulp of informatie. Daar was nooit een vorm van concurrentiedenken mee gemoeid. In de zin van: ‘Ik ga die persoon niet helpen. Want dat zou me eventueel kunnen schaden.’ Dat heb ik nooit gemerkt bij McKinsey. De mensen bij McKinsey zijn zeer sterke individuen. En toch is het gekoppeld aan een zeer sterke teamgeest.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier