Een Boon voor hockey

© Belga Image

Sinds 2001 verwijzen de Belgische horloges van Raidillon naar de beroemde bocht van het autocircuit van Spa-Francorchamps. Maar de ambassadeur van het merk komt uit een andere sportdiscipline: hockeyspeler Tom Boon.

Wanneer hij niet op het veld staat bij de Red Lions, de Belgische nationale hockeyploeg, speelt Tom Boon bij HC Bloemendaal in Nederland. Het leven van Boon ademt hockey. Geen wonder, zowat zijn halve familie ging hem voor op het veld. De 24-jarige Brusselaar trainde zich naar hun voorbeeld een weg naar de top.

Momenteel speel je in Nederland, het hockeyland bij uitstek.

“Inderdaad. In Nederland spelen er ongeveer 250.000 mensen hockey terwijl er dat in België maar zo’n 40.000 zijn. Ik woon in Amsterdam. Daar zie je constant mensen met de stick op de fiets die onderweg zijn naar de training of terugkomen van de club.”

Hoe verklaar je dat verschil in hockeycultuur tussen Nederland en België?

“Nederland werd in 1998 wereldkampioen, dat heeft de sport een enorme boom bezorgd. In België stellen we intussen een soortgelijk fenomeen vast: sinds de goede prestaties van onze nationale ploeg op de Olympische Spelen van 2008 in Beijing schrijven meer en meer mensen zich in bij een hockeyclub.

Zie je hockey bij ons even populair worden als in Nederland?

“Het probleem is dat we gewoon niet genoeg velden hebben. En ook de ruimte om extra velden aan te leggen, is er niet. In Nederland zijn er clubs met tien velden ter beschikking. Hier heeft een club met 1200 leden misschien twee velden.”

Het niveauverschil blijft groot?

“Omdat er meer mensen hockey spelen, is de top in Nederland beter dan in België. De Nederlandse topklasse heeft twaalf heel goede ploegen. In België heb je als topteam hooguit drie à vier concurrenten.”

HOCKEY MET DE PAPLEPEL

Intussen presteren ook de Belgische hockeyvrouwen goed op internationaal niveau.

“Hockey wordt ook bij ons meer een modeverschijnsel. De sport draagt dan ook heel mooie waarden uit – met fair play op kop. Bij hockey is iedereen altijd samen. Samen in de kleedkamer, samen in de bar achteraf,… Iedereen kent iedereen. In het begin was het zelfs letterlijk een familiesport. Je begon pas met hockey als je moeder of vader al bij een club zat. Dat is nu niet meer het geval, maar het familiale gevoel is wel gebleven.”

Jij hebt hockey alvast nog met de paplepel naar binnen gekregen.

“Ik ben ermee begonnen toen ik vier jaar was, maar eigenlijk: sinds ik kan lopen, loop ik met een hockeystick rond. Mijn hele familie zat toen in de hockeywereld: mijn moeder, mijn zus, mijn ooms,… Ik heb er zelf ook nooit aan gedacht om een andere sport te beoefenen.”

Heb je er een fulltime job aan?

“Absoluut. Spelen in Nederland is fysiek, maar vooral mentaal erg zwaar. Je stopt bijna nooit. Onlangs kon ik voor het eerst in zes jaar genieten van enkele weken vakantie. Maar ik ben blij dat ik van mijn hobby mijn beroep kan maken. Ik wil hier nog mee doorgaan tot mijn lichaam het opgeeft. Tot nu ken ik op dat vlak geen problemen. Maar ik weet: zodra er blessures aankomen, wordt het moeilijker. Ik geloof dat ik nog tot mijn 30 à 32 jaar kan spelen.”

MEER INSTINCT DAN VERSTAND

Welk DNA heeft hockey?

“Het is een complete sport. Je moet zowel fysiek heel sterk als technisch goed zijn. Uit fysieke testen blijkt dat wij lichamelijk sterker staan dan topvoetballers. Wij zijn het gewoon om alles te geven. Bijna elke hockeyer is zoals ik rond zijn vierde met die sport begonnen. Wie veel later begint te trainen, zal problemen krijgen.”

Is tophockey mentaal belastend?

“Het is gewoon belangrijk dat je lekker in je vel zit. Wanneer je te veel nadenkt, ga je twijfelen en dan ga je niet voor honderd procent voor wat je wil. Je moet meer vertrouwen op je instinct dan op je verstand. Dat lukt me wel. Samen met mijn sportpsycholoog train ik erop om alles uit mijn hoofd te kunnen gooien wanneer ik speel.”

Wie te veel nadenkt, begint te twijfelen en gaat niet voor honderd procent voor wat hij wil.

Een Boon voor hockey

LIEVER ‘NICE’ DAN ‘TWICE’

Je woont deeltijds in Brussel voor de nationale ploeg en deeltijds in Amsterdam voor HC Bloemendaal. Heb je als topsporter nog een privéleven?

“Veel vrije tijd heb ik niet, maar ik vind het prima om zo te leven. Momenteel heb ik geen relatie. De voorbije jaren wel, en dat was best moeilijk. Kinderen zie ik momenteel zeker niet in het plaatje passen. Daar is het sowieso nog geen tijd voor.”

Ben je een fashion man – niet uit shops weg te slaan?

“Niet bepaald. Ik krijg natuurlijk veel van allerlei sponsors zoals Raidillon. We werken samen met tal van bedrijven in uiteenlopende sectoren: kledingmerken, autofabrikanten en zo meer. Shoppen is dus niet echt nodig. Wanneer ik aankopen doe, kies ik wel steevast voor goede kwaliteit. In het Engels zegt men: ‘Buy it nice or buy it twice”. Ik ga dan voor de eerste optie’.

Waarom ging je in op de vraag van Raidillon om ambassadeur te worden?

“Als Belgische topsporter vind ik het fijn om met een Belgisch bedrijf samen te werken. De kwaliteit van de horloges is erg goed, het merk past bij mij.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content