Een beetje discipline, graag

Nieuw is hij niet. De plug-inhybride versie van de Mini Countryman kwam dik twee jaar geleden al op de markt, als eerste PHEV (Plug-in Hybrid Electric Vehicle) van het merk. Met technologie die het moederhuis van Mini al had: de benzinemotor van anderhalve liter in combinatie met de elektromotor en oplaadbare batterij werden overgenomen van de PHEV-versie van de BMW Active Tourer.

Onlangs sleutelden de ingenieurs in München aan de elektrische kant van de aandrijflijn en zo kan deze Mini nu betere cijfers voorleggen: met een volledig opgeladen batterij raak je iets meer dan vijftig kilometer ver, en de uitstoot is teruggeschroefd tot 45 gram CO2, berekend volgens de nieuwe en strengere WLTP-testcyclus. Daarmee wordt deze versie van de Countryman fiscaal opnieuw beschouwd als een echte PHEV. En die vijftig kilometer elektrische autonomie is handig, want volgens cijfers die de federale overheidsdienst Mobiliteit in 2017 publiceerde, is dat meer dan twee keer de gemiddelde afstand die de Belg voor zijn woon-werkverkeer aflegt. Kortom: tijdens de week is het voor de meeste Belgen mogelijk om volledig elektrisch te rijden. Alleen voor het weekendje naar de kust is dan nog benzine nodig.

Als onze test iets duidelijk maakt, dan is het wel dat je deze PHEV gedisciplineerd moet gebruiken. Dat betekent de batterij opladen zodra dat kan. Alleen dan kan je voor een rit van honderd kilometer belachelijk weinig verbruiken. Maar in de praktijk vertikken veel eigenaars van een PHEV dat, leert iedere enquête. Wij vertikten het dus ook een week lang om bij te laden, en zie: na de eerste honderd kilometer zat ons verbruik nog in de buurt van 3 liter, maar na vijfhonderd kilometer zonder bijladen tikten we af bij 7,9 liter. Een te hoog gemiddelde dat logisch is: je sleept de kilo’s van het elektrische aandrijfgedeelte mee, maar je benut het niet ten volle.

Hoewel hij een flinke homp groter is dan de klassieke Mini, gedraagt de Countryman zich als een echte Mini: best snedig sturend. Natuurlijk voel je het hogere gewicht – de elektromotor en batterij zijn goed voor dik 200 kilo – zodat je het snellere bochtenwerk hier beter vergeet. Daar tegenover staat dat je als passagier achterin een echte zitplaats krijgt, en de koffer een behoorlijke inhoud heeft van 405 liter.