Een beeld van een huis
Twee jaar geleden koos Pierre Lallemand, de beeldhouwer-architect-designer van Art & Build en Moonlight, de oude Molenstraat in Ukkel als woon- en werkplaats. Oorspronkelijk waren het drie afzonderlijke huizen : aan de achterzijde een café dat reeds lang niet meer uitgebaat werd ; aan de straatkant twee werkmanswongingen.
TEKST : SERGE VANMAERCKE / FOTO’S : JAN VERLINDE
Volgens Pierre Lallemand is een woning een vergaarplaats : zij krijgt haar ziel slechts door de mensen die haar bewonen. De Oude Molenstraat bood vorige eeuw onderdak aan de vele tegelzetters en marmersteenhouwers, die letterlijk plaats moesten ruimen voor de bouw van het Justitiepaleis van Joseph Poelaert in Brussel. De verhuizing naar Ukkel was voor deze ambachtslieden de gelegenheid om een klein atelier in hun woning te integreren. De familie Lallemand liet haar oog vallen op drie van deze huizen en richtte ze in als één leefruimte.
De bevolking van de straat is momenteel gemengd. Onder haar bewoners niet minder dan zes architecten die hier panden aan betaalbare prijzen vonden en er terstond moderne woningen van maakten.
Het pand
van Pierre Lallemand bestond uit drie kleine woningen die reeds voor de oorlog samengevoegd werden. Oorspronkelijk bevonden keuken en woonkamer zich beneden en de slaapkamer op de verdieping : kamers van 4m20 bij 4m20. Lallemand wou vooral de bestaande volumes loskoppelen van elkaar en herschikken. Zo werd de erfdienstbaarheid van weleer de inkom en werd een gedeelte van de verdieping afgebroken om er een mezzanine met werkkamer te creëren. Vandaag bestaat het huis uit een gelijkvloers, een verdieping en een zolder : zo’n 250 m² bovengrondse oppervlakte. Bij de herinrichting koos Pierre Lallemand resoluut voor contrasterende zones.
De inkomhal is zeer somber, in tegenstelling tot de woonkamers die baden in het licht. Een kleine trap, naast een pracht van een trompetboom met grote, donkergoene bladeren, leidt naar de donkergrijze inkomdeur. Deze is over de ganse oppervlakte ‘geperforeerd’ met tientallen kleine gaatjes, wat de lichtinval in de hal iets mysterieus en theatraals geeft. Een diffuus licht verspreidt zich over een trap van wit beton en beuk, turkooizen en zeegroene muren en een 19de-eeuwse spiegel één van de weinige verwijzingen naar het verleden in dit hedendaagse huis.
In dit huis
komen alleen de intimi. Het is zeker geen kijkwoning. “Het is in de eerste plaats een oord waar we ons behaaglijk voelen en waar we kunnen werken”, onderstreept Pierre Lallemand. “Ik wil niet wonen in een huis waar iedereen te pas en te onpas komt binnenlopen.”
Vanuit de inkomhal kom je rechtstreeks in de werkkamer, tevens het geografisch centrum van het huis. Hierboven, een uitspringende mezzanine die plotseling ophoudt en vrij spel geeft aan een zee van licht dat zeer hoog doorloopt. De zuilen dienen niet alleen als ondersteuning, maar versterken deze vertikale lijn nog. Een schildersezel, kindertekeningen, enkele schetsen, wat tekenmateriaal.
“De werkruimte werd precies op deze plaats in het huis geïncorporeerd, vanwege de kwaliteit van het aanwezige licht”, zegt Pierre Lallemand. “In een huis moet geleefd worden !” Noch zijn echtgenote, de kunstschilderes Sophie Durieux, noch hijzelf beoefenen hun hoofdactiviteit thuis : zij heeft haar atelier elders, hij zijn bureau bij Moonlight en Art & Build. Toch moet het huis de mogelijkheid bieden om er te werken. “Als ik morgen een groot beeldhouwwerk in pleister of metaal maak, zal het in dit huis zijn”, zegt Lallemand. “Het is een ruimte met een zekere flexibiliteit die zich zowel aan onze wensen als aan onze activiteiten kan aanpassen. De plaatsen hebben geen specifieke voorbestemdheid : de functie van elke ruimte kan in een handomdraai gewijzigd worden.” Vandaag telt het huis twee salons : een vrij donker wintersalon met haard langs de straatkant ; een door zonlicht overspoeld zomersalon dat uitgeeft op de tuin.
De haard
in het wintersalon wordt geflankeerd door twee prachtige bibliotheken. Ervoor staat een salontafel met tafelblad in gekleurde Napelse tegels, rustend op betonnen kubussen. Aan de andere kant van het vertrek, een grote eenvoudige tafel in gebleekte eik, voor een elegante eiken kast met open boekenplanken en laden. Verder een zwartlederen zetel die Paolo Piva ontwierp voor de Sède. Enkele creaties van de designer Lallemand met name de Paradox-lamp en van de beeldhouwer Lallemand een serie kleine creaties getiteld IJdelheid zijn de zeldzame decoratieve elementen in dit vertek. ‘Decoratief’ is dan nog een groot woord. “Mijn eerste liefde was de beeldhouwkunst. Op mijn zestiende maakte ik mijn eerste bronzen beeld. Ik stopte met beeldhouwen om te studeren en herbegon ermee na mijn legerdienst. Sommige van mijn beelden hier in huis moet je zien als een formele zoektocht naar een nieuwe identiteit van de ruimte. Het ontmantelen van de ruimte is onherroepelijk verbonden met de huidige opvatting van het begrip tijd. We leven in het computertijdperk, het tijdperk van de opgedeelde tijd. Of, om het met de woorden van Ilya Prigogine te zeggen : de tijd is niet meer rechtlijnig, maar identificeerbaar volgens kwalitatieve waarden. Kwalitatieve elementen die op eerder toevallige wijze bij elkaar worden geteld. Dit tracht ik tot uitdrukking te brengen door vlottende blokken en vlakken die de dimensies in mijn beeldhouwwerken vormgeven. De formele terugkeer naar het concept. Onze waarneming wordt beïnvloed door een idee, een origineel voorwendsel. Als men deze gedachte materialiseert in een schilderij, een beeld, een object of in architectuur, komt men tot iets dat de origine of de essentie overstijgt. Dat is de grote creatieve drijfkracht.”
Pierre Lallemand volgde één jaar de cursussen in Ter Kameren als vrije leerling en gaf gedurende twee jaar lessen in monumentale beeldhouwkunst.
In 1987
begon hij ook lampen te ontwerpen. “Dit is werk buiten de context, ware het niet dat de context zich opdringt in een zoeken naar esthetica of expressie en afgelijnd wordt door de materie. Die zoektocht is aan strenge eisen onderworpen. De Paradox-lamp is een formeel spel : het tegengewicht steunt op het gewicht, waarvan het op zijn beurt het tegengewicht is. Het is een spel van de geest, dat het voorwendsel van het object uitmaakt.”
Keren we echter terug op aarde. De vloer van het wintersalon is zoals overal op het gelijkvloers vervaardigd uit industrieel beton, waaruit ‘s avonds artificiële lichtstralen ontsnappen. Rechts van de inkomhal bevindt zich het zomersalon, badend in het noorderlicht. Een zwartlederen zetel van Le Corbusier, een groen-grijze lederen zetel van de hand van Zanotta, de staande lamp Cyclope ontwerp Lallemand omringen een kleine salontafel, geschilderd in trompe l’oeil door de meesteres van het huis. Daaronder, een grijs kokostapijt. Een eiken bibliotheek vult de ganse lengte van de muur. Het grote grijsmetalen schuifraam geeft toegang tot de tuin. “Een sociaal en burgerlijk tuintje, een vrij Brussels fenomeen”, verklaart Lallemand. “In andere grootsteden zoals Londen of Parijs is de tuin eerder de uitzondering. Daar zijn de publieke parken de tuinen van de bewoners, wat niet het geval is in Brussel. Bij mooi weer zit iedereen hier in zijn eigen tuin. Bij ons is het meer een boomgaard dan wel een siertuin.” Men vindt er pruime- en kerselaars, mispels en appelbomen, en ook enkele tulpen.
Een kleine open ruimte in het zomersalon dient als eetplaats, van de keuken gescheiden door een muur en een keukendeur. “Deuren dienen hier enkel om hinderlijke elementen buiten te sluiten : de keuken met haar geuren bijvoorbeeld. De nabijheid van mijn kinderen stoort me helemaal niet, terwijl ik werk, integendeel. Ik heb ze graag rond mij.” Stoelen van Baleri Italia flankeren een grote tafel met blad uit blauwe steen, rustend op gegalvaniseerde zinken poten. Een kelim en vier schilderijen van echtgenote Sophie Durieux geven kleur aan het geheel. De schakelaars en metalen deurklinken zijn ontwerpen van de architect-designer die op een hedendaagse manier ode brengt aan de vernuftige mechanismen van vroeger.
Links van de inkomhal leidt een trap naar de slaapkamers, naar de badkamer die versierd is met kleine vierkantjes in grijze glaspasta en naar de werkmezzanine die overspoeld wordt door het licht van een immens zijraam.
“Er is hier geen enkel element dat een andere motivatie heeft dan de ruimte te sculpteren”, zegt de beeldhouwer-architect. “Aan de basis van dit alles ligt een expressieve of zo je wil expressionistische gedachte. De mezzanine is niet volgens loodlijnen geconcipieerd. Zij volgt gewoon een geometrische lijn die de oorspronkelijke geometrie van het huis is. Zoals een beeldhouwwerk wil dit huis de krachtige uitdrukking van een expressie zijn.”
Dit huis is meer dan een ‘visitekaartje’ van de architect die ook het Museum van de Geneeskunde in Anderlecht en de driehoekige bibliotheek van het Sociologisch Instituut van de ULB getekend heeft. Het huis is de schuilplaats van een zeer hedendaags beeldhouwer die het licht zo tastbaar maakte dat de muren het weerkaatsen. Maar de architect is realistisch : “De woning is niet alleen een open ruimte, maar ook een eerlijk compromis in functie van de middelen : want onze wensen gaan dikwijls verder dan wat we ons kunnen veroorloven.”
Er is hier geen enkel element dat een andere motivatie heeft dan de ruimte te sculpteren, zegt architect-beeldhouwer Pierre Lallemand…
Zicht op de eetplaats en het zomersalon.
De uitspringende mezzanine die plots ophoudt en vrij spel geeft aan een zee van licht dat zeer hoog doorloopt.
De achtergevel met tuin en boomgaard.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier