Een bakje optimisme

Er zijn nog bedrijven waar de banken aanschuiven om geld te mogen uitlenen. Miko bijvoorbeeld. In volle crisis doet het beursgenoteerde bedrijf uit Turnhout overnames en investeringen.

Het beursgenoteerde bedrijf Miko uit Turnhout combineert de verkoop van koffie met de productie van kunststofverpakkingen. Dat gebeurt al sinds Expo 58. Miko — een samentrekking van de familienaam Michielsen en koffie — ontwikkelde voor de wereldtentoonstelling in Brussel een koffiefilter die tegen kokend water kon. Die filter deed het zo goed dat daaruit de tweede kernactiviteit ontstond. De familie Michielsen controleert nog altijd 55,31 procent van de aandelen.

Miko levert koffie aan de horeca, aan bedrijven en aan instellingen als scholen en ziekenhuizen. Het heeft tien filialen in Europa. Het fairtrademerk Puro is goed voor net geen kwart van de omzet van koffie. Miko produceert in Turnhout en Polen ook 800 miljoen kunststofverpakkingen per jaar. De helft van de omzet komt van verpakkingen voor roomijs.

Net als de activiteiten, zijn ook de jaarverslagen onconventioneel: ze zijn een plezier om te lezen. De onderneming kreunde in 2011 nog onder de volatiele grondstofprijzen, goed voor 40 procent van de productiekosten. Miko ontgoochelde zijn beleggers, ook al kunnen de meeste bedrijven alleen maar van zulke cijfers dromen (zie tabel Straffe koffie). Dit jaar wordt de boodschap al veel positiever. “2013 wordt wellicht het dieptepunt van de economische crisis, vanaf 2014 wordt het weer beter.”

“We zijn voorzichtig positief”, zeggen de gedelegeerd bestuurders Jan Michielsen en Frans Van Tilborg. “Die boodschap geven we ook aan ons personeel, want de crisis blijft niet eeuwig duren. Wij komen als optimist naar buiten, niet als doemdenker.” Dat is geen praat voor de vaak, want Miko kon een aantal mooie contracten binnenhalen. Bovendien zijn er gerichte overnames en kapitaalinvesteringen.

Overnames in Zweden en Australië

De koffieafdeling wordt geleid door Van Tilborg. Hij verraste met twee overnames, kort na elkaar, in Australië en in Zweden. “Australië is inderdaad een vreemde eend in de bijt. Dat filiaal ontstond toen een gewezen medewerker van ons Engelse filiaal met een zaak begon in Brisbane. Die draait goed en vorig jaar verhuisde hij naar een groter kantoor met een groter magazijn. Nu kopen we een zaak bij in Melbourne. Onze Australische tak is winstgevend en levert al 4 procent van de omzet in koffie.”

Maar Miko blijft hoofdzakelijk in Europa actief met koffie, goed voor 51 procent van de geconsolideerde omzet. België is met een vijfde van de koffie-omzet de belangrijkste markt, ook al heeft die het moeilijk. “Enerzijds zijn er de vele faillissementen in de horeca, anderzijds krijgen heel wat kleine bedrijven het moeilijk en net daar ligt onze focus. We merken een dubbel effect. We verliezen klanten door faillissementen en we verliezen omzet. Hoe minder werknemers een bedrijf telt, hoe minder koffie er gedronken wordt. Daar merken we voorlopig nog geen beterschap.”

In Duitsland haalde Miko vorig jaar enkele grote contracten binnen waardoor de omzet steeg met 27 procent. “Maar die omzetstijging vertaalt zich niet in een evenredige winstgroei”, waarschuwt Van Tilborg. “Het zijn extra grote contracten met lage marges, daarom zoeken we een zo groot mogelijke diversiteit van contracten, grote en kleine.” Hoe wispelturig de markt kan zijn, toont een pas verloren groot contract in Frankrijk.

Toch blijft de onderneming investeren in nieuwe koffieapparaten, “want stilstaan is achteruitgaan”. De helft van het voorziene investeringsbudget van 13,5 miljoen euro voor 2013 vloeit naar de koffiebusiness. In dat investeringsbedrag zitten niet de overnames. In maart nam Miko ook het Zweedse Kaffekompaniet over. “We wilden al langer naar Scandinavië”, zegt Van Tilborg. “De koffieconsumptie is daar bijzonder hoog, vooral omdat ze sterke extracten gebruiken. Het aantal gram gemalen bonen per kop koffie ligt er zeer hoog.”

Aan het einde van 2012 had Miko een solvabiliteitsratio van 63 procent en een liquiditeit van 2,5. Er is ruimte voor overnames, zeker in tijden van recessie, maar dat spreekt Miko tegen, ook al krijgt het heel wat dossiers binnen. “In recessietijden is zo’n balans best leuk”, vindt Van Tilborg. “De Zweedse overname financierden we via een lening en de banken schoven in rijen aan. En dat terwijl heel wat bedrijven klagen dat ze geen leningen kunnen krijgen.”

Nieuwe fabriek in Polen

“Ons streefdoel is een eigen vermogen van minstens 40 procent”, vult Michielsen aan, de gedelegeerd bestuurder van de kunststofafdeling. “We willen een goedehuisvaderaandeel zijn. Wie onze aandelen koopt, moet die in zijn kluis kunnen steken en op beide oren slapen. We willen geen cowboys zijn.”

Ook de verpakkingsafdeling blijft groeien. In de bakermat Turnhout kwam er een nieuw magazijn waardoor er wat extra productieruimte vrijkwam, maar de onderneming zit er aan haar limieten. Daarom werd flink gebouwd in haar tweede productiefiliaal in Bydgoszcz, halfweg Poznan en Gdansk in Polen. Daar is alles nieuw: de productieruimte, het magazijn, en de kantoren. “De fabriek in Turnhout blijft de belangrijkste”, benadrukt Michielsen. “Maar vanuit Bydgoszcz leveren we in Polen, Scandinavië, Rusland en een deel van Duitsland.”

Elk jaar worden uit kunststofkorrels 800 miljoen verpakkingen gevormd voor kaas, paté, margarine, wasproducten en vooral roomijs. “Zo’n doos ziet er misschien dom uit, maar ze heeft heel veel technische eigenschappen. Vorig jaar ontwikkelden we zelfs een roomijsdoos met een gewicht dat 11 procent lichter is.” Die leverde een contract van vijf jaar op voor vijfliterverpakkingen voor roomijs, goed voor 3 miljoen dozen per jaar.

WOLFGANG RIEPL, FOTOGRAFIE PAT VERBRUGGEN

“Wie onze aandelen koopt, moet die in zijn kluis kunnen steken en op beide oren slapen” Jan Michielsen

“We verliezen klanten door faillissementen en we verliezen omzet. Hoe minder werknemers een bedrijf telt, hoe minder koffie er gedronken wordt” Frans Van Tilborg

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content