Een appeltje voor de dichter
“Den Göttern gleich ich nicht”, zei Johann Wolfgang von Goethe ooit. Zijn geboortestad Frankfurt is ook geen goddelijke stad. Ze wordt beheerst door mensen die in wolkenkrabbers met geld bezig zijn. Wie de romantiek van Goethe opnieuw wil beleven, laat zijn tong loskomen dankzij appelwijn.
Zeg niet cider tegen appelwijn. We krijgen dat lesje ingepeperd door stadsgids Jens-Peter Meyer. “Cider is van lagere komaf, geperste appelen met toegevoegde suiker en koolzuur. Appelwijn is een edel product, puur natuur zonder toevoegingen.” Hij loopt met ons over de Römerberg. Dit is hartje Frankfurt, het oude centrum van een spiksplinternieuw ‘Mainhattan’. “Eigenlijk is dit Disneyland. Zowat de hele stad is platgebombardeerd aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Alle vakwerkhuizen die je hier ziet, zijn nadien herbouwd.”
Blauwe kruiken
Heb je even genoeg van de wolkenkrabbers met hun 320 banken, duik dan onder in Lorsbacher Thal. Da’s een oudemannencafé met bijhorend eethuis in het oude Saksenhausen. Aan de zuidoever van de Main hebben de geallieerde bommen een stuk ontzien en heerst een authentieke sfeer. We doen wat we hier moeten doen en bestellen een Bempel Ebbelwoi. Een blauwe stenen kruik appelwijn, huisgemaakt.
De eerste smaak verrast: zurig, zoveel is duidelijk. De tweede gaat al veel vlotter binnen. Alle volgende, rijkelijke slokken gieten als vanzelf naar binnen. “Maar vergis je niet, dit is geen limonade en geen appelsap, dit is wel degelijk 4 tot 5 procent sterk.” Tweeduizend jaar geleden kenden de Grieken al wijn uit appels. In de middeleeuwen raakte appelwijn in de vergetelheid: hij moest de duimen leggen voor de concurrentie van de druiven.
“In de zeventiende eeuw kende Frankfurt een totaal mislukte druivenoogst en moesten we teruggrijpen naar het oude recept met de appels. Sindsdien is appelwijn zowat het vloeibare symbool van de stad geworden. Er loopt zelfs een Appelwijn Express toeristische tram door de stad. Aan boord kan je drinken.”
Goethe was er naar verluidt verlekkerd op. Hij zou meer dan 3 liter appelwijn per dag gedronken hebben. We bestellen een tweede Bempel. Er komt Handkäse mit Musik bij: sterk ruikende zure kaas (met de hand gemaakt) met ui (vandaar de Musik…) We hebben nog wat te gaan om de liederlijke dichter in te halen.
Zotternijen met appels
Op zo’n half uurtje van het centrum van de financiële hoofdstad van Europa kweekt Andreas Schneider met liefde, brio en humor honderden fruitsoorten in zijn ‘Obsthof am Steinberg’. We slenteren tussen hoog- en laagstambomen, terwijl we in de verte de skyline van de stad zien. Inclusief de Gerippter: de wolkenkrabber die dezelfde geribde structuur heeft als de glazen waaruit je Ebbelwoi moet drinken.
“Ach, ik doe gewoon allerlei zotternijen met appels”, relativeert Schneider zijn topkwaliteitbedrijfje. Jaarlijks plukt hij zo’n 100 tot 150 ton appels, goed voor ongeveer 60.000 liter appelwijn. “De vinificatie loopt van augustus tot december, afhankelijk van de appelsoort. Een goede appelwijn heeft een perfecte grondstructuur: van in de neus tot de nasmaak moet je een hoogtepunt beleven. Belangrijk daarbij is dat je niet te vroeg plukt, de appels moeten echt heel rijp zijn.”
Ver van het gewoel van de financietorens, zo’n 15 kilometer verderop, beginnen we aan een proeverij van zijn wijnproducten. Tot zelfs appelwijn die op barrique gerijpt is. Of appelwijn die een rosékleur heeft omdat er wat pruimen in verwerkt zijn. Schneider heeft zelfs een méthode champenoise. En dat allemaal tegen erg democratische prijzen. Verwonderlijk, vinden we.
“Neen”, pareert Schneider. “Op appelwijn moeten we in deelstaat Hessen geen taks op alcohol betalen. Al meer dan tien jaar zijn de prijzen voor appelwijn zowel bij de boer als in de horeca onveranderd.” Babbelwater dat ongevoelig voor inflatie is. Ze zouden er bij de Europese Centrale Bank een lesje uit kunnen leren, denken we, terwijl we een nieuwe fles laten aanrukken.
AART DE ZITTER IN FRANKFURT, FOTOGRAFIE THOMAS DE BOEVER
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier