Duisternis.
Hij noemt zichzelf een witte neger. Erik Bruyland, 43, geboren en getogen als zoon van een Congolese “koloniaal”, gepokt en gemazeld als verslaggever “buitenland” bij Trends. Hij is onze kapitein Marlow. Of hij nu verslag uitbrengt over de kobalt- en koperontginning in Katanga, de coltanhandel in Kivu of de Antwerpse diamantnijverheid, vaak voert hij de lezer terug tot het donkere ondermaanse van onze ondernemersziel, de zelfkant van onze marktgedreven economie, de uitwassen en uitdagingen van de postkoloniale beschaving – kortom, het hart van onze duisternis.
“Bloed aan uw gsm?” – let op het vraagteken – kopten we een jaar geleden boven een artikel dat de handel en wandel van een handvol Belgische traders in colombo-tantaliet (of ‘coltan’) in kaart bracht, nadat een rapport van de Verenigde Naties verschillende van die handelaars ervan had beschuldigd Oost-Congo economisch leeg te plunderen. “Als dit rapport er weer een slordig potje van maakt, zoals het eerste VN-rapport over conflictdiamanten, dan moet België harde bewijzen eisen in plaats van zelf mee verdachtmakingen te voeden,” schreef Trends.
Het zogenaamde Fowler-rapport over de diamanthandel en de rol van Antwerpen was een knuppel in het hoenderhok, maar moest nadien zijn valse beschuldigingen en foutieve gegevens fors bijschaven. “Antwerpen wordt door een Canadees ambassadeur, auteur van een VN-rapport, met de vinger gewezen als draaischijf voor bloeddiamanten en we gaan met z’n allen nog wat meer met modder gooien,” hekelde Erik in april vorig jaar deze regering met haar masochistische trekjes. “Tot maanden later diezelfde ambassadeur de Scheldestad als een voorbeeld van regulering en controle aanprijst, en dán pas draait de federale regering bij om op internationale fora eindelijk tegengas te geven.”
Ook wij trokken op zoek naar de ivooragent Kurtz – die illustere figuur uit de roman van Joseph Conrad wiens handel en wandel ons ethisch waardebesef op losse schroeven zet. Controversiële figuren zoals de Belgische mijnindustrieel Georges Forrest, de notoire wapenhandelaar Victor Bout of de vroegere topman van de Congolese mijnmaatschappij Gécamines, Billy Rautenbach, passeerden in deze kolommen al de revue. Telkens probeerden we ons te hoeden voor een al te overdreven emotionaliteit, het op de korrel nemen van al te gemakkelijke schietschijven of – the horror – een populistische aanpak van deze niet zelden economisch zeer relevante probleemdossiers.
De diamantbusiness in Antwerpen, vorig jaar goed voor ongeveer 30.000 arbeidsplaatsen, maakt zijn zwaarste crisis door, toont Erik Bruyland in deze Trends aan (zie blz. 16). “Diamant in Antwerpen was in 2001 nog goed voor 7% van de Belgische uitvoer en een jaaromzet van meer dan 26 miljard euro aan ruwe en geslepen diamant. In 2010 wordt dat nog nauwelijks 10 miljard,” voorspelt hij. Bestuursvergaderingen van de Hoge Raad voor Diamant glijden af tot ordinaire caféruzies. Kleine brutomarges op ruwe diamant en aanhoudend vlakke prijzen voor geslepen diamant jagen de Antwerpse diamantairs op schulden. En door de ommezwaai van de Zuid-Afrikaanse gigant De Beers in juli 2000 is de ruwtoevoer in Antwerpen via De Beers-toezichthouders geslonken van 60% tot 32%.
Ook hier dringen visie en een klare kijk van alle betrokkenen zich op. Waarom zijn er op de Antwerpse Meir geen flamboyante sieradentempels van Cartier, Graff of Winston? In de hele diamantketen, zo luidt de analyse, ligt de toegevoegde waarde meer dan ooit bij juweeldiamanten als eindproduct. Place Vendôme in Parijs, de klassezaken van Milaan, merkenhorloges in Genève of op Fifth Avenue – waar past Antwerpen in dat rijtje? Alleen marktspelers die alle schakels van de diamantketen bespelen en meer toegevoegde waarde genereren om de dure marketing van de diamantverkoop te bekostigen, zullen het licht in de duisternis zien schijnen.
Onze kapitein Marlow vatte het in december als volgt samen: “De Antwerpse diamantairs moeten hun gezichtsveld verbreden: van de minuscule lichtstraal onder de diamantairsloep tot de turbulente wereldmarkt.”
Piet Depuydt,, Hoofdredacteur [{ssquf}]
“De Antwerpse diamantairs moeten hun gezichtsveld verbreden: van de minuscule lichtstraal onder de diamantairsloep tot de turbulente wereldmarkt.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier