Ducati ST4
Ducati wordt wel eens de Ferrari van de motorwereld genoemd. Met de ST4 heeft het merk een snel toermodel in het gamma.
Ducati staat voor pure snelheid, opperste sportiviteit. Het is zowat de Ferrari van de motorwereld. Met dat verschil dat een Ducati uw portefeuille minder ingrijpend aantast.
Wie als supersportieveling over de wegen wil rijden, kiest voor Ducati. Het merk heeft de jongste jaren met de 888, 916 en 996-modellen prachtige staaltjes van motorfietsdesign afgeleverd rond een V-twinblok dat zijn oorsprong heeft in raceblokken van 500 cc en 750 cc uit 1970 en 1971. Met de racers behaalde Ducati overwinningen in prestigieuze evenementen als de Imola 200 Miles (1972), de TT van Man (1978) en sinds 1989 in de Superbike-racerij.
In het midden van de jaren negentig bouwde Ducati op basis van de 900 Monster ook een sportieve toermachine. Aanvankelijk was er alleen de ST2 (944 cc, de 2 duidt op het aantal kleppen per cilinder), maar in 1999 vulde de producent het aanbod aan met de ST4 (916 cc). De ST2 heeft een vermogen van 83 pk (bij 8500 toeren per minuut) en haalt een topsnelheid van 220 kilometer per uur. Hoewel de ST4 een kleinere cilinderinhoud heeft, is hij toch de meerdere van de ST2: het vermogen bedraagt 105 pk bij 9000 toeren per minuut en de topsnelheid 250 kilometer per uur.
De ST-serie is te beschouwen als de geciviliseerde tak van de sportieve Ducati-familie. Wij reden met een ST4 die was uitgerust met twee zijkoffers. Van die twee bakken aan de zijkant merkt u tijdens het rijden weinig, alleen bij het op- en afstappen knalt men wel eens met de voet tegen het deksel van de koffer. De zitpositie is goed, maar nog altijd redelijk sportief. Het stuur lijkt op een normale toerhoogte te staan, bij lage snelheden is er evenwel veel druk op de polsen. Het blok is heel soepel en reageert snel op het gas. Voor liefhebbers klinkt het donkere Ducati-uitlaatgeluid als muziek in de oren.
Op de weg doet Ducati zijn naam van goed sturende motor alle eer aan. Men gaat al snel sportief rijden met de ST4. Hij gaat heel makkelijk de bochten in. Eerder dit jaar reden wij met de Aprilia Falco, de sporttoermachine van dat merk. Ducati en Aprilia zijn elkaars directe concurrenten (allebei zijn het zware V-twins). De Falco vonden wij te sportief en moeilijk te besturen op kleine, bochtige wegen. De ervaring met de Ducati ST4 was in vergelijking verrassend positief.
Ten slotte nog een paar minpunten: zo is de motor moeilijk op de middelste steun te zetten (maar het is een pluspunt dat hij er een heeft). Voorts is manoeuvreren bij heel lage snelheid of bij het parkeren moeilijk.
AD VAN POPPEL
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier