Drammerig België
In zijn nieuwe robuuste roman Verdwaalde post vindt Walter van den Broeck geen oplossing voor zijn schrijversdilemma’s. Focus op een interessante mislukking.
Opvallend vaak slaagde Walter van den Broeck (1941) erin een keurige oplossing te brouwen voor zijn dubbele dilemma. Primo: hij wil schrijven voor een groot publiek, maar in een vorm die zo weinig mogelijk aangetast is door misleidende clichés. Secundo: hij staat erop een expliciete sociale boodschap uit te bazuinen, maar streeft tegelijkertijd even bewust een volwaardige, pamfletvrije en meerdimonsionale literatuur na. Kortom, Van den Broeck wil ruim gelezen, duidelijk gehoord én literair au sérieux genomen worden. Voor velen bleken die aspiraties te zwaar, maar de Olense zoon van een op de Filippijnen geboren technicus bij Metallurgie Hoboken en een Duitse moeder wist tot dusver bijzonder te overtuigen. De regent Nederlands-geschiedenis reageerde immers niet verkrampt op zijn complexe dilemma, maar pakte uit met speelse tot schalkse oplossingen. Zowel inhoudelijk als vormelijk zorgde hij voor ironie, die het vaak zware geheel draagbaar moest houden. Vooral in zijn koningscyclus Het beleg van Laken tastte hij zijn literaire grenzen af.
Juist die speelsheid ontbreekt in zijn nieuwe roman Verdwaalde post. Voor het overige zijn alle klassieke Van den Broeck-ingrediënten royaal aanwezig. Zijn maatschappelijke engagement sopt hij genereus in een verhaal, waarin het huidige Belgische post- Dutroux-klimaat van alomtegenwoordige argwaan, ontreddering en scepsis herkenbaar uitgestald ligt. De voormalige reclameschrijver en tv-producent Florian Dedecker verzeilt in een hoogst oncomfortabele situatie als blijkt dat iemand die vroeger zijn pad kruiste, zou kunnen leiden naar de waarheid achter een serie verdachte overlijdens. De sleutel ligt bij een miskend dichter.
Nog maar eens wikkelt Van den Broeck zijn verhaal in een structuur, waarin brieven de hoofdmoot vormen. Al in zijn bekende toneelstuk Groenten uit Balen (1972) speelde een brief een kapitale rol. In de roman Brief aan Boudewijn (1980) haalde de brief zelfs de titel. En ook nu weer stopt Van den Broeck een verhaal in een verhaal in een verhaal. Net als vroeger, blijft dat kluwen evenwel glashelder en vlot leesbaar. De brief en de raamverhalen blijken een handig middel om te ontsnappen aan de frustrerende traditionele romanstructuur. Aan de taal kan de auteur sowieso niet ontsnappen, al tast Van den Broeck ook die limieten af. Onder het verhaal sluimert steevast een zoektocht naar de problematische verhoudingen tussen taal en macht enerzijds en tussen woord en werkelijkheid anderzijds.
In Verdwaalde post liggen deze analyses evenwel niet diep genoeg onder de zinnen of de vertelling. Van den Broeck toont ze te duidelijk, waardoor al zijn vormelijke motieven al gauw storen. Hetzelfde gebeurt overigens met zijn maatschappelijk engagement, dat nu erg zwart-wit van de bladzijden spat. Geregeld belanden we in een sociaal sermoen. Het boek ruikt zelfs naar ongenuanceerde complottheorieën, waarvan we nochtans dachten dat Jef Geeraerts er een patent op had. Bezige Bij, 380 blz., 890 fr.
LUC DE DECKER
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier