Draai de pensioenklok niet terug
Met de moed der wanhoop probeert Open Vld druk te zetten, opdat de federale regering het zomerreces in kan gaan met iets dat op een pensioenplan lijkt. De kans op een deftig akkoord is zo goed als onbestaande.
De Franstalige socialisten hoopten in deze regering een aantal pensioenmaatregelen terug te draaien die inzetten op langere loopbanen. Dat lukte niet, maar de partij is tevreden met de trofee van het minimumpensioen van 1.500 euro en geen andere hervormingen.
Maar in een obsessieve poging om zijn krakkemikkige regering op de sporen te houden, kwam premier Alexander De Croo vorige week zowaar met een compromisvoorstel, dat de pensioenklok effectief achteruit zet. Hij maakte een opening naar een pensioen op 60 jaar voor mensen met een loopbaan van minstens 42 jaar. Dat is nochtans onaanvaardbaar voor de liberale partijen en cd&v. De weg van soepelere eindeloopbaanregels inslaan is zelden gezien in de recente Belgische geschiedenis.
Momenteel is pensioen op 60 jaar pas mogelijk na een loopbaan van 44 jaar. Wie op 61 of 62 jaar wil stoppen, moet 43 gewerkte jaren kunnen voorleggen. Dat ter discussie stellen zou een zeer slecht signaal zijn. Het gaat ook in tegen de aanbevelingen van de Europese Commissie. De regering legt de lat niet laag, er is gewoon geen lat meer.
De rapporten van de OESO en het IMF zijn zeer duidelijk over de te bewandelen weg: minder periodes van niet-werken die meetellen voor het pensioen, het harmoniseren van ambtenaren- en werknemerspensioenen, en het versterken van de band tussen werk en pensioen. Wat dat laatste betreft, had huidig federaal minister Frank Vandenbroucke als academicus ooit een plan klaar: het pensioen op punten. Niemand die daar nu nog over praat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier