Dotcomwindhandel

Windhandel of geen windhandel, dat is de dotcomvraag. Yvette Cramer antwoordt met een (zeer) snelle, schrandere en bijwijlen venijnige rondgang door de interneteconomie.

Het voorbije jaar werd het optuigen van een dotcom ook in de Lage Landen de nieuwste rage. Yvette Cramer, redactrice van het Nederlandse businessmagazine NeXT!, definieert een dotcom als “een elektronische zaak die je begint in de garage van je vader, met het geld van je partner, goede vrienden en enkele wereldvreemde, maar geniale geesten met verstand van techniek als personeel.” Een kwinkslag, een snuifje ironie en af en toe een veegje satire gaat ze niet uit de weg. Dat blijkt al uit de titel, Snel.binnen dotcom.

De ondertitel, Over de Nieuwe Economie, suggereert terecht dat ze haar korte maar hoogst informatieve overzicht van strategieën, tendensen en sleutelfiguren in de dotcomwereld wel degelijk au sérieux neemt. Dat gebeurt in een tempo dat aangepast is aan het onderwerp: snel, snedig en snugger. Het dunne boek straalt slechts de pretentie van een snapshot van de prille sector uit, maar het is dan wel een even schalkse als beklijvende momentopname. Spijtig genoeg heeft Cramer niet even ten zuiden van Roosdaal willen kijken. Van de Vlamingen is alleen Luc Soete vertegenwoordigd. Hij krijgt een prominente plaats in de goeroegalerij, maar de Bruggeling wordt wel geïntroduceerd als “de Nederlandse Shapiro van de Nieuwe Economie”. Komt ervan als je hoogleraar bent in Maastricht.

De hamvraag blijft of je in een jaar waarin alleen al in de VS 15% van de dotcom-start-ups over de kop buitelden, nog de onstuimige groei van de internetbusiness kan bezingen. Gelukkig voor Cramer bleek de neerwaartse tendens van de hippe aandelenkoersen al duidelijk tijdens het schrijven van haar boek. Toch hoefden de Lernout & Hauspies en Real Softwares van deze wereld toen nog niet zo panisch naar beursadem te happen.

Paniek is evenwel een slechte raadgever en Cramer laat zich graag sussen door het vaderlijke vertrouwen van Luc Soete: “Hij vermoedt dat inflatie overschat wordt met ruim een procent per jaar, omdat er geen rekening wordt gehouden met het feit dat consumenten hun bestedingspatroon steeds aanpassen.” De economie hoeft niet meteen in een diep dal te tuimelen, maar het blijft toch maar de vraag of de dotcompioniers niet te gauw en te massaal van het toneel zullen verdwijnen. Misschien krijgt IBM-topman Louis Gerstner wel gelijk. Hij noemde dotcoms “de vuurvliegjes voor een storm. Ze geven nu licht, maar zullen uiteindelijk uitdoven.”

Zelfs de kapitaalverschaffers worden opnieuw kritisch. Plots doemen oudbakken principes als een degelijk businessplan en gezonde bedrijfswinst weer op. Toen de Nasdaq nog tot in de hemel groeide, werden zulke vragen weggehoond. Wie maalt er om bedrijfswinst wanneer de beursgang alle vroege aandeelhouders in één klap fabelachtig rijk maakt? De vraag moet dan maar bloot op tafel: vormen dotcoms een holle hype of een duurzaam economisch verschijnsel? Wat vertwijfeld blikt Cramer terug op “een vergelijkbare hype rond de tulpen”. Tussen 1636 en 1637 bereikte de tulpenmanie een waanzinnig hoogtepunt. Toen werden opties op de toekomstige uitlevering van de schaarse tulpenbollen uitgegeven. “De kopers van deze papieren verkochten deze futures avant la lettre weer door tegen steeds hogere prijzen, waarbij de crux zat in het verkopen van de futures voordat de bol werd geleverd. De opties gingen dus snel van hand tot hand, want wie eenmaal de tulpenbol in handen had, kon niet meer doorverkopen en geen winst meer maken. Zo gaat het ook bij de dotcomwindhandel.”

Cramer gaat ook sarcasme en venijn niet uit de weg. De beschrijving van Nina Brink, die met World Online de internetbusiness en de beurs wilde veroveren, groeit uit tot een pijnlijk ongepolijste cartoon (allicht tot groot genoegen van menig lezer – tenzij hij of zij te veel geld in rook zag opgaan na de beursgang van het bedrijf): “De kunst is een supernetwerk om je heen te bouwen en aardig te zijn tegen mensen, zolang je iets van ze nodig hebt. Hoewel de koers van haar airbag van 43 euro in twee weken meer dan halveerde, moet je haar nageven: ze weet lucht nog altijd als een bonbon van twee komma zoveel miljard euro te verpakken.”

Zelfs serial entrepreneur Jim Clark, oprichter van achtereenvolgens Silicon Graphics, Netscape en Healtheon, krijgt een veeg uit de pan. In ‘t Nieuwste van het nieuwste liet Michael Lewis doorschemeren dat de levende legende bij het opstarten van Netscape gedreven werd door geld voor een monumentaal zeiljacht. Cramer plaatst er een minder verheven werkelijkheid tegenover: “Clark had, na een paar succesjes, geld zat om een vaartuigje te kopen, maar had gewoon weer een goed project nodig om zijn boterham te beleggen. Hij liet zich inhuren door investeringsmaatschappijen die hem op een portfoliocompany zetten die iemand met grijze haren nodig had om besluitvaardig te kunnen groeien.”

Yvette Cramer, Snel.binnen dotcom – Over de Nieuwe Economie. Van Holkema & Warendorf, 112 blz., 365 fr.

LUC DE DECKER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content