Deurwaarders vrezen voor hun baan
Gerechtsdeurwaarders innen jaarlijks 896 miljoen euro aan onbetaalde schulden en recupereren naar schatting dubbel zoveel. Ze vrezen dat de administratie van Justitie hun beroep overneemt.
De gerechtsdeurwaarders zitten in een bestaanscrisis. Ze vrezen dat hun beroep in het kader van de ‘humanisering van Justitie’, die minister van Justitie Laurette Onkelinx ( PS) wil doorvoeren, stilaan verdampt.
De deurwaarders hebben een heilige schrik dat ze alleen het vuile werk van Justitie mogen opknappen. In het slechtste geval staan ze plots met een beslagbevel voor de deur van een veroordeelde, die niet wist dat er een proces tegen hem begonnen was, noch de kennisgeving van het vonnis heeft ontvangen. “Onze taak zou worden overgenomen door de griffies van de rechtbanken, die noch de expertise, noch de emotionele intelligentie hebben om dit soort zaken op te lossen,” aldus Guido Discart, voorzitter van de Conferentie van Vlaamse Gerechtsdeurwaarders ( CVG). “Deurwaarders worden dan herleid tot zuivere uitvoeringsofficieren, de monsters van het gerecht. In dat geval geef ik mijn ontslag.”
De CVG liet voor het eerst sinds het bestaan van het door Napoleon gecreëerde beroep een economische doorlichting uitvoeren, waarop Trends de hand kon leggen. Ze enquêteerde alle 518 deurwaarders en kreeg een respons van 73 %.
De sector geeft werk aan 377 kandidaat-deurwaarders en 2310 personeelsleden. De gemiddelde gerechtsdeurwaarder recupereerde in 2002 1,7 miljoen euro aan ‘gestorte derdengelden’, het bedrag dat hij in opdracht van een schuldeiser ging halen bij niet betalende schuldenaars. Samen incasseerden de deurwaarders naar schatting 896 miljoen euro aan onbetaalde facturen.
Gelden die rechtstreeks worden betaald aan de schuldeiser na tussenkomst van de gerechtsdeurwaarder, worden hier niet bij gerekend. Discart: “De directe belastingen, BTW en RSZ worden meestal rechtstreeks betaald, nadat we de schuldenaar hebben gewezen op de negatieve gevolgen van een wanbetaling. In heel wat gevallen zijn de zo gerealiseerde middelen even hoog of hoger dan de bedragen die ten kantore worden betaald.” Een raming van 2 miljard euro aan gerecupereerde schulden is dus niet onrealistisch.
Onverbiddelijke ambtenaar
De enquête brengt ook de geleverde prestaties in beeld. Per gerechtsdeurwaarder vertrekken er jaarlijks 1204 aanmaningen en 1267 dagvaardingen in burgerlijke, sociale en commerciële zaken (2002). Elke deurwaarder beheert gemiddeld 2887 uitvoeringsdossiers. Het gaat vooral om niet-betwistbare schulden, bijvoorbeeld via een afbetalingsplan. Het aantal uitdrijvingen (zeven) en openbare gerechtelijke verkopingen (elf) per deurwaarder is bijzonder laag, wat het beeld van de onverbiddelijke uitvoeringsambtenaar bijschaaft. “Een openbare verkoop is een mislukt dossier,” argumenteert Patrick Van Buggenhout, gerechtsdeurwaarder in Leuven en bestuurslid van de CVG. “De inboedel wordt verkocht en brengt meestal amper iets op. De schuldeiser kan een kruis maken over het dossier en de schuldenaar komt in de miserie terecht, dikwijls voor de rest van zijn leven. Daarom probeert een gerechtsdeurwaarder altijd de schuld deels te laten afbetalen.”
Met enig succes: de Belgische gerechtsdeurwaarders hebben een inningpercentage van 65 %. Dat is bijvoorbeeld heel wat hoger dan in Duitsland (15 %), waar dit een beroep is van zuivere ambtenaren. Discart: “Juist omdat we zelfstandig zijn, moeten we ons tegenover de klant permanent bewijzen. Bij een lage score zou die al sneller een beroep doen op alternatieven, zoals een incassobureau of, eenvoudiger, de schuld afschrijven als ‘niet meer in te vorderen’.”
Omdat deurwaarders toegang hebben tot databestanden (RSZ, BTW, Graydon, rijksregister, Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen…) en zicht hebben op de individuele schuldsituatie (door de historiek van aanmaningen en dagvaardingen), het feitelijke vermogen van de schuldenaar en uiterlijke tekenen van rijkdom, kunnen ze als weinig anderen inschatten hoeveel druk op iemand kan worden gelegd om een redelijke afbetaling te verkrijgen.
Van Buggenhout noemt de gerechtsdeurwaarder dan ook een “vermogensofficier”, die een actuele foto kan leveren van de patrimoniale situatie. Dat betekent ook dat een gerechtsdeurwaarder niet optreedt als er niets te rapen valt, dus overbodige kosten vermijdt. De deurwaarders willen op termijn komen tot de instelling van een ‘burgerlijk revisoraat’, dat individuen doorlicht op hun betalingscapaciteit.
Tussenkomst in sociale zaken niet gewenst
Deze ambitie staat echter haaks op de politieke realiteit. De tendens om de gerechtelijke procedures te laten verlopen ‘bij eenvoudig verzoekschrift’, een aangetekend schrijven, neemt toe. Heel wat aangetekende brieven worden nochtans verkeerd afgeleverd en verdwijnen in het niets. Bovendien is de geadresseerde dikwijls niet thuis en keert de zending na acht dagen op het postkantoor terug naar de afzender. Intussen hangt er wel een proces boven het hoofd van de bestemmeling.
Minister Onkelinx wil de (volgens haar te dure) tussenkomst van deurwaarders bij de behandeling van sociale zaken afschaffen. De gerechtsdeurwaarders vrezen dat dit op termijn veralgemeend wordt. Onkelinx’ initiatief maakt volgens Discart “brandhout van de rechtszekerheid en schaadt onvermijdelijk de belangen van de rechtszoekende”.
Dat een dagvaarding duurder is dan een aangetekende zending, is volgens hem geen argument. “Een dagvaarding kost 174 euro, maar 120 euro gaat naar allerlei belastingen, zoals zegel- en registratierechten,” betoogt hij. “Blijft over: 54 euro voor ons, bruto. Daarvoor gaan wij persoonlijk naar de mensen, leggen we de betekenis uit van de juridische abracadabra en proberen we ze te overtuigen een vaststaande schuld te betalen, eventueel in termijnen. Zo vermijd je leed én kosten.”
Hans Brockmans
“Ik vrees dat we op termijn alleen beslagen mogen leggen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier