Denken over innovatie
In The Venturesome Economy zoekt Amar Bhidé een verklaring voor het feit waarom Europa op het vlak van innovatie achteroploopt ten opzichte van de VS. Bhidé is een ervaringsdeskundige. In de jaren tachtig was Bhidé consultant bij McKinsey. Hij werkte er aan een studie om de Europese Unie te helpen om de IT-industrie te promoten.
Op basis van die ervaring komt Bhidé tot de conclusie dat er in Europa altijd een te sterke nadruk is geweest op de aanbodzijde van de innovatie en te weinig op de vraagzijde van innovatie. De aanbodzijde probeert innovatie te stimuleren via het beschikbaar stellen van risicokapitaal, het stimuleren van beursintroducties en de versterking van intellectuele rechten. Dat was ook het uitgangspunt van het team waarin Bhidé als McKinsey-man werkte. Het team focuste bijna exclusief op de vraag wat de EU kon doen om de IT-bedrijven te helpen door middel van subsidies, leningen en belastingkredieten. De inspanningen van Bhidé om in de studie ook het gedrag en de behoeften van de IT-gebruikers op te nemen, werden toen weggelachen.
Vandaag is er volgens Bhidé gelukkig meer aandacht voor de vraagzijde van innovatie. Innovatie-expert Eric Von Hippel bijvoorbeeld is al jaren een voorvechter van de idee dat innovatie vaak start bij intensieve gebruikers van installaties, goederen en diensten, de zogeheten lead users. Een idee dat een paar eeuwen geleden al door Adam Smith werd gelanceerd. Die observeerde dat veel arbeidsbesparende machines uitgevonden worden door “gewone werkmensen die via een natuurlijke weg hun gedachten richten op gemakkelijkere methodes”.
In het boek breekt Bhidé ook een lans voor het open innovatiemodel van Henry Chesbrough. Bij open innovatie zijn er geen grenzen: bedrijven kunnen uitvindingen van andere ondernemingen of ondernemers commercialiseren. Open innovatie werkt ook omgekeerd: niet alle interessante concepten worden immers door de onderneming zelf op de markt gebracht. Anderen kunnen er wel brood in zien.
Het concept van open innovatie wordt al enkele jaren toegepast bij Procter & Gamble. De Swiffer werd bijvoorbeeld uitgevonden door een Japanse concurrent. Maar P&G verdient er nu veel geld mee. Niet alleen de Swiffer komt oorspronkelijk van een concurrent. Ook de bestseller Crest SpinBrush, een elektrische tandenborstel, werd oorspronkelijk uitgevonden door een externe ondernemer. Nu brengt de SpinBrush P&G jaarlijks 200 miljoen dollar op. Ook bedrijven als Siemens en Philips geloven erg sterk in het concept van open innovatie.
Nieuwe innovatiemodellen halen de bestaande theorieën over O&O overhoop. Innovatie was tot voor kort erg eenvoudig: ondernemingen brachten getalenteerde onderzoekers samen in een afdeling – het O&O-departement – en lieten die creatieve werknemers hun ding doen. Larry Huston, vicepresident innovatie en kennis van P&G, is zich bewust van de beperkingen van dit gesloten innovatiemodel. “In ons O&O-departement hebben we 7500 werknemers in 150 verschillende domeinen. Maar er zijn anderhalf miljoen getalenteerde onderzoekers buiten Procter & Gamble”, vertelt hij aan de auteur. Huston wil dan ook dat de helft van de innovatie extern gebeurt.
AMAR BHIDé, THE VENTURESOME ECONOMY, PRINCETON UNIVERSITY PRESS, 2008, 508 BLZ, 30 EURO
Thierry Debels
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier