Denken op lange én korte termijn

Een bedrijf leiden, vraagt een strategie die de uitdagingen van de toekomst aanpakt. De juiste visie op de lange termijn is onontbeerlijk voor een duurzame toekomst. Zij bepaalt onder meer wanneer en hoe er wordt geïnvesteerd. Eerst komt de uitgave van kapitaal en pas later de inkomsten. Er is dus altijd een risico. En je moet ook wat geduld kunnen opbrengen. De return van de investering is meestal niet voor morgen. Dat geldt niet alleen voor een investering in goederen, maar ook of nog meer voor een investering in goed opgeleide en competente medewerkers.

Zoals een familie of een privé-investeerder dat doet op kleinere schaal, zo is de beurs er om kapitaal te verstrekken waarmee grotere ondernemingen kunnen investeren. Overdreven en ongeremde speculatie doet de beurzen van vandaag echter geregeld op veredelde casino’s lijken. Kortetermijnspeculatie met woekerwinsten op de vlugge verkoop van aandelen heeft bijzonder weinig toegevoegde waarde, noch voor de economie noch voor het bedrijf. Ze kan dus het beste aan banden worden gelegd. Dat zou de economie wereldwijd een immense dienst bewijzen.

Los van deze perverse effecten is de korte termijn evenwel zeer belangrijk. Een strategie op langere termijn kan enkel worden gerealiseerd door er elke dag opnieuw aan te werken. Geen langetermijnstrategie zonder actieplan voor de korte termijn. En daar durft het in sommige bedrijven nogal eens fout lopen. Ronkende visies en toekomstplannen blijven in de kast steken, omdat het vaak ontbreekt aan de daaruit afgeleide invoering en opvolging van concrete acties. Zonder gedegen uitvoering blijft elke strategie dode letter. De inspanning die elke dag nodig is om consequent en efficiënt te bouwen aan de visie van morgen is cruciaal.

Hetzelfde geldt voor de overheden. Ook daar speelt de lange én de korte termijn. Ook voor hen is het belangrijk de strategie te realiseren door concrete kortetermijnacties. Ook daar speelt kapitaal een belangrijke rol, temeer omdat het gaat om gemeenschapsgeld, om middelen van de belastingbetaler. Een bedrijfsleider doet met zijn eigen kapitaal in principe wat hij wil, vroeg of laat krijgt hij de economische rekening wel gepresenteerd. Maar de overheid werkt altijd met geld van anderen, en haar resultaten en rekeningen zijn moeilijker te controleren. Dit vereist een bijzondere attitude en ethiek. Niet iedereen kan weerstaan aan de verleiding van oneigenlijk gebruik.

Politici schermen ook graag met het argument dat ze moeilijk op korte termijn onpopulaire beslissingen kunnen nemen, aangezien de kans dan zeer groot is dat ze niet opnieuw worden verkozen. De opeenvolging van verkiezingen laat blijkbaar alleen populaire maatregelen toe, terwijl moeilijkere beslissingen worden uitgesteld. Het is merkwaardig dat politici, die jaren de noodzakelijke hervormingen uit de weg zijn gegaan of ze hebben bedolven onder complexe en dure compromissen, nu zelf waarschuwen voor het oprukkende populisme. Het streven naar een vergelijk is essentieel, maar niet elk compromis is het waard er de eigen overtuiging voor overboord te gooien.

En worden de dingen niet omgedraaid als ze vrezen voor hun herverkiezing? Is die belangrijker dan de noodzakelijk geachte hervorming? Of is net dat de opgave, doen waarvoor men verkozen werd, ook als men er daardoor misschien tijdelijk niet meer bij zal zijn? Echte dienst aan de gemeenschap houdt in dat men het persoonlijke machtsdenken onder controle houdt en alleszins ondergeschikt maakt aan de gemeenschapsbelangen.

In vele organisaties, partijen en vakbonden is dat vandaag een naïeve, vrome wens. Zij worden te veel gecontroleerd en gestuurd richting persoonlijk belang en persoonlijke macht. Het recente debat over onze concurrentiekracht is opnieuw een teken aan de wand. Hoewel onze reële loonhandicap dramatische proporties heeft aangenomen en vele arbeidsplaatsen vernietigt, wordt er een haast steriele discussie gevoerd over enkele procenten verschil in loonkostengroei ten opzichte van het referentiejaar 1996. De relevantie van dit debat ontgaat menige ondernemer die het water tot aan de lippen voelt staan. De aangekondigde maatregelen zijn absoluut ontoereikend om onze tanende concurrentiekracht en onze negatieve handelsbalans daadkrachtig bij te sturen. Er is dringend nood aan meer maatschappelijke ethiek en aan een nieuwe generatie die de lange én de korte termijn consequent met elkaar verbindt.

De auteur is expert in bestuur van vennootschappen en gasthoogleraar aan de KU Leuven.

JOHN DEJAEGER

Is een herverkiezing belangrijker dan de zo noodzakelijk geachte hervorming?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content