De winnaar heet Brussel

Toeristisch scoorde ons land vorig jaar niet zo goed. Aan de kust en op campings kan men daar van meespreken.

Het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) telt elk jaar trouw het aantal overnachtingen in ons land. De uitkomst van het cijferwerk geldt een beetje als een toeristische barometer. Nu de gegevens voor 1997 volledig zijn verwerkt, staat die op minder goed weer. Het aantal overnachtingen in ons land nam namelijk met 0,7% af en dat is – in eenheden uitgedrukt – ruim 200.000 overnachtingen minder dan in 1996.

Gewestelijk uitgesplitst betekent het een achteruitgang voor zowel het Waals (- 1,1%) als het Vlaams Gewest (- 2,3%). De klim van Brussel (+ 6,9%) kan dat verlies niet goedmaken. In welke sectoren ons toerisme dan een veer moet laten? Overal, behalve in het hotelwezen. Vorig jaar nam het aantal overnachtingen op hotelkamers toe met 7,6%, wat zonder meer een spectaculaire groei betekent. Daartegenover staat echter een neerwaartse trend voor vakantiecentra (- 1,2%) en -dorpen (- 4,1%). De grootste daling deed zich voor voorbij de campings in 1997: min 21%.

De verklaring? Het jongste nummer van Toerisme Vlaanderen zoekt helemaal geen excuses bij het slechte weer. “De oorzaken moeten eerder gezocht worden in het feit dat het traditionele campingpubliek wellicht een groep is die steeds meer kiest voor goedkope charter-zon-formules. Negatieve beeldvorming in de media en de turbulentie die de invoering van het nieuwe kampeerdecreet nu eenmaal meebrengt, spelen ongetwijfeld eveneens een rol.” Uit een verdere analyse blijkt dat vooral de Belgen het eigen land links laten liggen.

Het aantal zogenaamde “binnenlandse overnachtingen” ging namelijk met 3,7% naar beneden. Opnieuw ontsnapte het Brussels Gewest als enige aan de neerwaartse spiraal (+ 11%). In 1992 veranderde het NIS de registratiemethodiek en 1997 was sindsdien het slechtste jaar voor de binnenlandse overnachtingen. Goed nieuws komt er daarentegen van het front van de buitenlandse overnachtingen, want die stijgen tegen alles in: plus 2,2%. De betalingsbalans kan er maar wel bij varen.

Voor die positieve cijfers zorgen voornamelijk de Britten (+ 12,5%), de Fransen (+ 5,1%) en de Amerikanen (+ 5,4%). In de klassering van de top vijf van buitenlandse overnachtingen komen zij overigens in deze volgorde, na Nederland en Duitsland.

Nog dit: de kust kende vorig jaar een terugval met 6,7%, de kunststeden een groei met een bijna soortgelijk percentage (+ 6,5%). Samengevat zijn het dus de Belgen die het laten afweten op campings en aan de Vlaamse kust. De Brusselse hotels – dit is voor een groot deel zakentoerisme – stellen het wel.

Marleen Fynhoudt