DE WET VAN DE JUNGLE
“Een heel veeleisende maîtresse, die geeft en neemt wat ze wil.” Vlaming Frank Herreman geeft een vrij poëtische definitie van New York. Sinds een jaar heeft hij zich bij de naar schatting 10.000 Belgen in de Big Apple gevoegd, als director of exhibitions in het Museum for African Art. Het nog jonge museum, opgericht in 1984, heeft belangrijke vernieuwende elementen geïntroduceerd in de manier van het tentoonstellen van de Afrikaanse kunst. Het museum in de Soho-wijk krijgt jaarlijks 45.000 bezoekers over de vloer. Voor het merendeel Afro-Amerikanen uit het “multiculturele” New York.
Herreman verwierf internationale faam als adjunct-conservator (1989-1995) van het Etnografisch Museum aan de Antwerpse Suikerrui. De 47-jarige Frank Herreman studeerde kunstgeschiedenis, sectie etnografische kunst, aan de Rijksuniversiteit Gent. Reeds als student werkte hij bij het Etnografisch Museum in Antwerpen. Langzaam groeide hij door naar de top. In 1993 organiseerde hij, in het kader van Antwerpen ’93, de spraakmakende tentoonstelling “Het gelaat van de geesten”. De adjunct-conservator wist de tentoonstelling later te plaatsen in het National Museum of African Art in Washington.
Het “plaatsen” van tentoonstellingen is eveneens de belangrijkste activiteit die hem nu als director of exhibitions te beurt valt. “Het Museum for African Art is geen echt museum, we hebben geen eigen collectie. We maken en presenteren rondreizende tentoonstellingen. Momenteel hebben we twee grote tentoonstellingen per jaar. Bedoeling is dat aantal op te trekken naar drie.” Herreman werd ook aangetrokken om de rondreizende tentoonstellingen naar Europa te lokken. Een eerste in de reeks, “The face of the Gods”, maakt nu een rondreis door diverse Europese landen (maar niet door België).
Het Museum for African Art behoort met haar jaarlijks budget van ongeveer 70 miljoen frank tot de kleinere musea in New York. “Het Etnografisch Museum wordt voor 100 % gesubsidieerd. Daar is het budget voorhanden, wat een zorg minder is,” lacht Herreman. “In New York is het steeds weer een avontuur om de begroting rond te krijgen. In tegenstelling tot Europese musea is de tussenkomst van de overheid minimaal. De Board of Trustees brengt jaarlijks 10 miljoen frank in, maar we kunnen niet leven van die schenkingen alleen.”
“Niets staat echt vast. Sponsors zoeken duurt lang, want er heerst een enorme concurrentie. Een project wordt uitsluitend beoordeeld op zijn marktwaarde. Maar voor het opzet van de tentoonstellingen maakt dat geen verschil. Een tentoonstelling moet integer en wetenschappelijk correct zijn.” En voorzien van kwalitatief drukwerk : sinds de aankomst van Frank Herreman worden de catalogi van het New Yorkse museum steevast op 5000 exemplaren gedrukt bij het Gentse Snoeck-Ducaju.
FRANK HERREMAN (MUSEUM FOR AFRICAN ART) In New York is het steeds weer een avontuur om de begroting van een museum rond te krijgen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier