“De wet op de kernuitstap is een maat voor niets”
Op tien maart wordt Roland Moreau de eerste directeur-generaal Milieu van de Federale Overheidsdienst. De afgelopen vier jaar stond hij aan het hoofd van Greenpeace België. Is de nieuwe topambtenaar de nieuwe vijand van de ondernemers?
Niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) trekken anorakdragers aan die grossieren in inzet, gevoel, mensenliefde en weinig gezond verstand. Roland Moreau (51) wijkt af van die gemene deler. Hij is handelsingenieur van de Ecole de Commerce Solvay ( ULB) en was een kwarteeuw actief in het bedrijfsleven, voor hij in 1999 executive director werd van Greenpeace België, een van de 42 afdelingen van de internationale milieuorganisatie en goed voor 100.000 donateurs.
Moreau kent de bedrijfswereld: 25 jaar lang was hij actief in de privé-sector (zie cv). In 1999, bij zijn overstap naar Greenpeace, zakte zijn wedde met 40%.
Hoelang zweert iemand met zo’n cv eigenlijk al bij groen? In Moreaus geval blijkt het een jeugddroom te zijn. Op zijn twaalfde zag hij een televisiefilm over de uitdroging en vergiftiging van het Aralmeer onder het sovjetbewind. De groene vonk van zijn jeugd werd met de jaren een ecologische vuurstorm.
Een hoge milieumilitant die tot directeur-generaal Milieu van de Federale Overheidsdienst wordt benoemd. Is dat niet een stroper die boswachter wordt?
ROLAND MOREAU (GREENPEACE). “Sinds jaren weet ik dat een sterke milieuwetgeving noodzakelijk is. En met sterk bedoel ik niet veel wetten, maar betere wetten. Greenpeace piekert over de dualiteit of we nu een wettenbreker zijn of een wettenmaker. Soms gaan we voor het eerste tot aan de grens, maar onze échte doelstelling is serieuze milieuwetten doorduwen. Dat vereist een zakelijke en bekwame administratie. Mijn 25 jaar bij bedrijven en de vier jaar bij Greenpeace zijn troeven voor de administratie. Copernicus ( nvdr – de hervorming van de ambtenarij) is een eenmalige kans op een sleutelpositie voor een nieuweling. Groene vrienden waarschuwden me: je bent naïef, je zult monddood zijn. Maar ik ben optimistisch. Met voorzitter DirkCuypers heb ik over de externe communicatie gesproken, en het is de bedoeling van de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen & Leefmilieu om beter te communiceren met de burger. Dat zal het logische gevolg zijn van een grondige servicegerichte reorganisatie.”
U wordt beschouwd als een Ecolo-benoeming, netjes volgens de klassieke Belgische doseringen. Stoort dat u?
MOREAU. “Ik weet niet waarom ze die stempel op me willen drukken. Ik heb geen partijkaart, al zal ik – dat is menselijk – meer sympathie voelen voor de ecologie dan andere ambtenaren. Waarschijnlijk krijg ik meer sympathie van de groenen, maar ik zal met iedereen werken in het gemeenschappelijk belang. Net zoals de industrie kleurt Greenpeace soms beschikbare informatie om zijn standpunten duidelijker te maken. De uitdaging voor mij en de administratie is om neutrale informatie, of minstens de informatie van de twee kanten, te doen wegen op de beslissingen. Bij de FOD ben ik geen milieuactivist, wel een militant van de duurzame ontwikkeling.”
België mist eerlijke alternatieven voor een sluiting van de kerncentrales. Zal een volgende regering daarom de beslissing om te sluiten terugschroeven?
MOREAU. “Ik vrees dat u voorlopig gelijk hebt. Ik ben tegen kernenergie wegens de risico’s, het nucleaire afval en de verspreiding van atoomwapens. Die wet is een eerste stap, maar hij moet samen gaan met sterke begeleidende maatregelen om de energieverspilling te verminderen en alternatieve energiebronnen te promoten. De regering- Verhofstadt heeft het ene gedaan zonder het andere, en dat is onsamenhangend. De kernuitstap is een ernstige zaak en mag geen dupespel worden. België produceert een recordhoeveelheid kernenergie. Ik vrees dat een volgende regering niet geneigd zal zijn om de kernuitstap te handhaven. Ik ben evenmin blij met het idee om onze Kyoto-doelstellingen bijna uitsluitend te halen via de handel in emissierechten – op kosten van de belastingbetaler.”
Wat zijn voor u de consequenties van de olielekken van de Erica en de Prestige?
MOREAU. “Greenpeace wil de aansprakelijkheid van de bedrijven verhogen. Dat kan alleen als er gelijke concurrentievoorwaarden gelden voor iedereen in de wereld, en dus ook voor de reders. Tot nut toe hebben de reders in Europa een voordelige situatie. Na de ramp met de Exxon Valdez in Alaska wilden de Amerikanen alleen nog tankschepen met een dubbele romp in hun zeeën, die bovendien het rechtsprincipe van de onbeperkte schadevergoeding aanvaarden. De rommel vaart vandaag dus goedkoop naar Europa. Greenpeace wil dat de International Maritime Organization de Amerikaanse eisen internationaal oplegt, ter wille van het milieu. Ik heb in de Verenigde Staten gewoond en juich het beginsel van de deep pocket toe: wie in de keten van eigenaars het best bij kas zit, moet betalen. De verantwoordelijkheid valt dus niet automatisch op de laatste eigenaar van een schip of een vervuilde grond, want dat kan een onvermogende zijn.”
U voert een campagne voor groene stroom. Balt u zo een vuist naar Electrabel?
MOREAU. ” Electrabel heeft ontzettend geprofiteerd van de consument door zijn hoge tarieven en door de overheidssubsidies voor kernenergie. De Belgische energieverbruiker betaalde dus tweemaal, en misbruiken veracht ik. Om die reden juicht Greenpeace de liberalisering van de energiesector toe als een kans. Wij spelen een pedagogische rol en tonen de consumenten dat ze vandaag kunnen kiezen voor groene stroom. Op de rekening moet voortaan verschijnen waar de stroom vandaan komt, en de burger zal kunnen beslissen op basis van de prijs én van een schonere wereld.”
Bedreigen Greenpeace en de Kyoto-akkoorden niet de jobs van duizenden mensen in de Antwerpse chemie?
MOREAU. “Noch Greenpeace noch ik wijs uitsluitend naar de ondernemingen als schuldigen. Ook de gezinnen en het vervoer zijn verantwoordelijk voor broeikasgas. Kyoto bestraft de bedrijven die vóór 1990 inspanningen deden voor een schoner milieu, want in de akkoorden wordt de toestand in 1990 en het doel in 2012 vergeleken. Ik begrijp de boosheid van de Antwerpse bedrijven die bijvoorbeeld tussen 1985 en 1990 milieu-investeringen deden en daar geen gunst voor in de plaats krijgen. Twee bedenkingen daarbij. Ten eerste: die uitzondering van een uitzondering in het broeikasverhaal mag geen voorwendsel zijn om Kyoto af te wijzen. En ten tweede: het moet mogelijk zijn om de pioniers te belonen bij de afrekening voor Kyoto.
“De economische en sociale gevolgen van Kyoto moeten trouwens breder gezien worden. Studies van Vito, de KU Leuven en het Planbureau tonen aan dat de invoering van een CO2-taks van 20 à 30 euro per ton, gekoppeld aan loonlastenverlaging, een toename van 20.000 à 30.000 jobs zou opleveren. De Belgische ondernemers hebben er dus belang bij dat onze industrie minder CO2-intensief wordt.”
Kernenergie stoot een minimum aan broeikasgas in de lucht. Is het dan geen kinderspel om de Kyoto-normen te halen?
MOREAU. “Dat voordeel van kernenergie zinkt voor mij in het niet bij haar nadelen. Een wereld zonder kernenergie en met 60% minder CO2 is mogelijk over veertig jaar. Op wereldniveau produceren kerncentrales amper 6% van het energietotaal. België zit op dat vlak in een heel specifieke situatie. En aangezien de Kyoto-normen een nationaal raamwerk hebben, staan wij in een moeilijker positie dan landen die geen beroep doen op kernenergie.”
Twintig jaar geleden was de afkoeling van het klimaat, de ‘global cooling’, dé milieuhype. Er stond een nieuwe ijstijd aan te komen, heette het. Vandaag hoor je er niets meer over. Wanneer zal blijken dat de opwarming van de aarde als bedreiging even hol is?
MOREAU. “Greenpeace verzint niets. Het onderzoek van het Intergovernmental Panel for Climate Change ( IPCC) is vijftien jaar bezig en concludeert dat de opwarming bestáát, en er een verband is met de verhoogde concentratie van de broeikasgassen. Het IPCC trekt geen conclusies over wie voor het probleem verantwoordelijk is, en Greenpeace beschuldigt niet alleen de ondernemingen. Voor het einde van de 21ste eeuw raamt het IPCC de opwarming tussen de 1,5 en de zes graden, en gaat uit van een verhoging van het zeeniveau met negentig centimeter. Kyoto gaat niet ver genoeg, maar het is het enige beschikbare, internationale verweermiddel.”
Er verandert het een en ander. Het is niet omdat iets parallels bestaat dat er een verband is. Serieuze wetenschappers zien lange cycli van 90.000 jaar ijstijd, gevolgd door 10.000 jaar opwarming. Zitten we aan het einde van een opwarmingsperiode?
MOREAU. “Er zijn veel minder waarnemers die uw stelling beamen. Als hun verhaal niet klopt, en we de ‘global warmers’ negeren, dan volgt een catastrofe. Greenpeace houdt alleen rekening met de conclusies van het IPCC omdat het een officieel orgaan van de Verenigde Naties met 2500 wetenschappers is. Mijn achterkleinkinderen moeten niet leven met een gemiddelde temperatuurstijging van zes graden boven het huidige niveau. Dat is misschien goed voor Siberië, maar niet voor de Lage Landen.”
Tussen 600 en 1100 was de gemiddelde temperatuur in Europa twee graden hoger. Toen bloeiden er wijngaarden in Engeland en ontstond de Vikingcultuur in het noorden. Zorgt het broeikaseffect dan niet voor een aangenamer klimaat?
MOREAU. “Dat is cynisch. Bangladesh zou van de kaart verdwijnen door overstromingen, en de samenstelling van de lucht zou ongezond worden voor mens en dier.”
De opwarming van de aarde is interessant voor Greenpeace, want er is een schuldige: de industrie. Een inslag van een asteroïde op aarde is een even groot gevaar. Maar daar wordt geen actie tegen gevoerd, want er is geen schuldige. Net als bij ‘global cooling’?
MOREAU. “U komt daar altijd op terug! Greenpeace manipuleert geen feiten om zieltjes te winnen. Ik zeg vaak dat Greenpeace oplossingen moet vinden om zich zo vlug mogelijk overbodig te maken. Ik denk echt dat ‘global warming’ het grootste milieuprobleem aan het worden is.”
Greenpeace en de groenen jammeren dag en nacht, maar ondertussen stijgt de leeftijd van de westerlingen al decennialang. Wij worden tachtig, de huidige borelingen wellicht honderd.
MOREAU. “Minder zwavel, minder dioxine, minder roken, minder smerig water en minder risicoproducten verhogen de leeftijd in de ontwikkelde landen. Greenpeace duwde en duwt in die richting, en de resultaten somt u zelf op.”
Waarom zijn verstandige mensen bevreesd voor genetische gewijzigde organismen? Wijzigen planten en dieren niet al eeuwenlang?
MOREAU. “We zijn niet a priori bang van genetisch gewijzigde organismen, maar vinden dat de industrie met het gebruik van open velden als laboratoria een tovenaarsleerling is. In het geniep is ze met haar proeven veel te vlug en veel te ver gegaan. GGO’s hebben een theoretisch voordeel, terwijl de praktijk aantoont dat er al resistenties ontstaan die alleen bestreden kunnen worden met dubbelsterke sproeimiddelen.”
De Amerikanen eten GGO’s en zijn er niet slechter aan toe dan u of ik. Steelt u geen kansen van Europa om mee in de wetenschappelijke voorhoede te staan?
MOREAU. “U wijst onrechtstreeks op een structureel manco van Greenpeace. In de VS zouden we sterker moeten staan, zodat we ook daar het verzet kunnen prediken tegen GGO’s – onder meer om concurrentievervalsing te vermijden. Ik vrees dat de wereld evolueert naar een Amerikaanse voedselschuur met een energie-intensieve productie die de globe zal bevoorraden.”
Greenpeace heeft een geheime agenda: in plaats van de ondernemingen en de vrije markt verkiest u een gestuurde economie?
MOREAU. “Absoluut niet. Bij de 1300 medewerkers van Greenpeace worldwide zullen er misschien enkelingen zijn met extreem-linkse sympathieën, maar niet meer dan in de samenleving. Voor mij is de markteconomie een voldongen feit. Dat is ook de reden waarom ze noodzakelijkerwijs gecontroleerd moet worden. Greenpeace maakt soms gebruik van de markt voor zijn eigen campagnes.”
Delen uw stafleden die mening?
MOREAU. “Een tanende minderheid bij Greenpeace België wijst soms nog bestraffend naar de ondernemers. Twintig jaar geleden kleurden de rivieren rood en de rookwolken in de industriegebieden zwart. Greenpeace viel toen de grote bedrijven aan omdat die duidelijk de oorzaak waren van die zichtbare problemen. Dat deden we zonder ideologische bedoelingen en met vlugge resultaten.
“Om tactische redenen scheidt Greenpeace de ondernemingswereld in goede en slechte bedrijven. We verspreiden soms een vereenvoudigd verhaal, maar geen leugens. We voeren een politiek van name and shame, en zo kunnen de slechte bedrijven in goede bedrijven veranderen.”
Greenpeace en de groenen overschatten hun invloed. Door de groei eisen de burgers toch vanzelfsprekend een schoner milieu?
MOREAU. “Gelukkig verbetert de wereld ook zonder Greenpeace. Een schoon milieu wordt soms gezien als een luxe van westerlingen, terwijl miljarden andere mensen vechten om te eten. Door onze internationale vertakking worden wij geconfronteerd met rijk en arm. In het noorden leggen wij in de campagnes tegen gifstoffen andere klemtonen dan in het zuiden. In Europa en de VS verdedigt Greenpeace het voorzorgsprincipe om later geen drama’s te moeten oplossen. Tegelijk werken we bijvoorbeeld in Latijns-Amerika met westerse acties van vijftien jaar geleden tegen zwarte rook en gekleurde rivieren.
“In die zin vergemakkelijkt de globalisering onze aanpak, want we eisen van de bedrijven uit de ontwikkelde landen dat ze zonder dubbele normen werken: één stel voor de industrielanden en een ander voor de Derde Wereld. Zo maakt de Derde Wereld een kikvorssprong naar een schoner milieu, en herhalen de ontwikkelingslanden niet de fouten van het noorden.”
De nazi’s streden voor een schoner milieu, dierenrechten en rookvrij leven. Is de groene ideologie spek voor autoritaire mensen van rechts en links?
MOREAU. “In de ‘deep ecology’ vind je soms de autoritaire meningen van radicaal rechts en links. Dat ontbreekt volledig bij Greenpeace, want onze leer is pragmatisch, democratisch en vreedzaam.”
Voeren Greenpeace en de groenen een inquisitie tegen de Deen Bjorn Lomborg en zijn populaire boek ‘The Sceptical Environmentalist’, waarin deze statisticus met cijfers in de hand een groene leugen etaleert?
MOREAU. “Lomborg is een schitterende marketeer en vertelt veel nonsens. Ik geef toe dat hij interessante kwesties oprakelt. Bijvoorbeeld: zou het Kyoto-geld niet beter benut worden voor schoner water of aids-onderzoek? Maar die goede punten verzinken in een zee van charlatanisme. Talrijke wetenschappers over de hele wereld hebben websites geopend tegen zijn fouten.”
Er zijn er evenveel die websites openden op hem te steunen. Hebt u het boek gelezen?
MOREAU. “Nee, ik heb alleen de kritiek op zijn stellingen gelezen. Collega’s van Greenpeace lazen ‘The Sceptical Environmentalist’ wél. Ik ben een voorstander van tegenspraak, maar hij verzwakt zijn standpunten door de statistieken te manipuleren.”
Even verstandige mensen laken het McCarthyisme van Lomborgs achtervolgers. Zou het niet sportiever zijn dat Greenpeace België een leeskring begint en Lomborg leest, zodat de kaderleden rechtstreeks van wanten weten?
MOREAU. ( zoetzuur) “U bent echt hardnekkig. Om u plezier te doen zal ik dat aanbevelen als laatste wens voor ik vertrek.”
Frans Crols [{ssquf}]
fcrols@trends.be
“Ik juich het beginsel van de ‘deep pocket’ toe: wie in de keten van eigenaars het best bij kas zit, moet de milieuschade betalen.”
“Greenpeace juicht de liberalisering van de energiesector toe als een kans om consumenten de weg naar groene stroom te tonen.”
“We zijn niet a priori bang van genetisch gewijzigde organismen. Maar de industrie is met het gebruik van open velden als laboratoria een tovenaarsleerling.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier