De West-Europese motor slaat weer aan
Terwijl de groeilanden het moeilijk hebben, slaat de vlam weer in de Europese auto-industrie. Maar de verkoopcijfers van vóór de recessiejaren zijn nog lang niet in zicht.
Gisteren, woensdag 13 januari, opende de 94ste editie van de European Motor Show Brussels – zeg maar het Autosalon – op de Heizel. De files op de Brusselse ring moet u er de volgende tien dagen weer bijnemen.
De Belgische autoverkopers wrijven zich in de handen. Een jaar met een autosalon laat de verkoopturbo op volle toeren draaien. Terwijl dat voor 2016 zelfs niet hoeft. In 2015 registreerde de voertuigenvereniging Febiac ruim een half miljoen nieuwe personenwagens in België. Geen recordjaar, maar die kaap van een half miljoen – zes keer overschreden het voorbije decennium – is symbolisch mooi.
Geen tweede dieselgate
2011 was het recordjaar, met 572.211 nieuwe inschrijvingen. En dat in volle banken- en eurocrisis. Maar dat record was mee te danken aan allerlei overheidspremies bij de aanschaf van een nieuwe en milieuvriendelijke wagen. Met als gevolg dat vooral kleinere modellen goed verkochten. De Franse en Italiaanse autoproducenten Fiat, PSA en Renault zagen daardoor toch wat licht in de duisternis, terwijl hun balansen bloedrood kleurden.
2015 biedt in dat perspectief een veel optimistischer en solider beeld. Opvallend is de blijvend sterke groei van premiummerken zoals Audi, BMW, Mercedes en Volvo. Bijna allemaal gingen ze met dubbele procenten vooruit. De nog duurdere merken zoals Jaguar (een stijging met ruim de helft) en Porsche (+39 %) doen het nog beter. “Ik ben optimistisch voor 2016”, zegt Denis Gorteman, CEO van D’Ieteren Auto, de verdeler van de merken van Volkswagen Groep in België, de marktleider.
Dat gejuich mag bizar lijken voor een beursgenoteerde groep als D’Ieteren, die in nauwelijks één week een tiende van haar beurswaarde verloor. Dat was vooral het gevolg van de ineenstortende verkoop van het merk Volkswagen. In december klapte de volumeverkoop met een kwart in elkaar, terwijl de algemene Belgische markt toen net met een “spectaculaire” (aldus de sectorvereniging Febiac) 21 procent groeide. “En januari en februari zullen nog niet goed zijn”, gooit Denis Gorteman er nog een brokje ellende bovenop. “Maar we wilden niet tot elke prijs marktaandeel winnen. Het effect van de software-affaire speelt zeker. Pas vanaf nu voelen we de impact van in september geannuleerde bestellingen. We stopten toen met de verkoop van 3200 wagens in onze voorraad, waarmee problemen waren met de NOX-uitstoot. Later hebben we tijdelijk de verkoop van een kwart dieselmodellen opgeschort, tot bleek dat daarmee niets aan de hand was. Maar 2016 wordt beter vanaf maart. We zullen zeker geen tweede dieselgate hebben. En Volkswagen komt met een aantal nieuwe modellen.”
En dan heeft Gorteman het nog niet over de vooruitzichten voor de premiummerken Audi – “2016 wordt nog beter dan het recordjaar 2015” – of Porsche. Het racepaard zal blijven groeien, zij het minder onstuimig dan in 2015.
Het Oude Continent is in
Zelfs Volkswagen Groep ademt dus enthousiasme, hoewel dieselgate ook in 2016 nog zal nawerken. Dat optimisme geldt voor alle autoproducenten, toch op de Europese markt. Terwijl de voormalige groeikampioenen Brazilië, China en Rusland slabakken, gaat het steeds beter met het Oude Continent. Niet alleen daar overigens: de automarkt in de Verenigde Staten kent haar stevigste groei van het voorbije decennium.
De redenen zijn vrij gelijklopend langs beide kanten van de Atlantische Oceaan. Er is de lage rente. Het consumentenvertrouwen blijft vooruitgaan, door een aanwakkerende economie. De Europese koepel van autoproducenten ACEA zag in november voor de 27ste opeenvolgende maand de autoverkoop klimmen in Europa. Met een volumeverkoop van 12,6 miljoen wagens in de eerste elf maanden, is 2015 nu al beter dan 2014, toen 12,55 miljoen wagens verkocht werden. En toch is dat nog veraf van de echte piek in het jaar vóór de crisis: in 2007 werden net geen 16 miljoen wagens verkocht.
Het neemt niet weg dat de inhaalbeweging onverdroten doorgaat. Ook met dank aan de lage olieprijzen. In Duitsland blijft de werkloosheid afkalven. Ook elders in Europa klimt de werkgelegenheid. Bovendien wenkt na al die jaren de nood aan de vervanging van een wagen. En vooral in Zuid-Europa is de heropleving van de economie in de autoverkoop merkbaar, na jaren van beenharde macro-economische saneringen en een dramatisch gedaalde verkoop. Alle grote autobouwers haalden de voorbije maanden groeicijfers met dubbele procenten in Italië en Spanje, de vierde en vijfde grootste markten van het continent. Renault – met het model Clio als tweede best verkochte wagen in Europa, na de Volkswagen Golf – groeide de eerste negen maanden met 31 procent in Spanje en met een kwart in Italië. Ook de andere Europese landen doen het goed, met een gemiddelde groei van 8 procent. Frankrijk zit wat lager, met 5 procent, maar Duitsland (met drie miljoen verkochte wagens in de eerste elf maanden de grootste automarkt van Europa) en het Verenigd Koninkrijk schurken tegen de drempel van 10 procent groei aan.
De Europese heropleving maakt dat bijna alle autoproducenten opnieuw zwarte cijfers schrijven op het Oude Continent. De Duitse automerken hadden daar de voorbije jaren geen problemen mee. Ze teerden, al dan niet als premiummerk, mee op het Duitse exportsucces. China is de belangrijkste markt in volume voor zowel Audi, BMW als Volkswagen. De Franse autoproducenten blijven zeer afhankelijk van de thuismarkt. Voor zowel PSA Peugeot Citroën als Renault blijft Frankrijk de grootste markt. Het duo zag dan ook zwarte sneeuw de voorbije jaren. Maar dat is achter de rug. Op het eigen continent worden opnieuw solide winsten geboekt. Niet alleen door de stijgende volumes, maar ook door de verkoop van duurdere modellen. Ook het Italiaanse Fiat kon in de eerste negen maanden van 2015 via een klim van het volume met een tiende eindelijk weer winst maken in Europa, al bleef het een magere 102 miljoen euro op bijna 15 miljard euro omzet.
Zelfs Ford ziet beterschap in Europa. Maar de zware herstructureringen – vooral de sluiting van Ford Genk – blijven hun tol eisen. Terwijl Ford Motor Company als groep al enkele jaren de miljarden dollars winsten aan elkaar rijgt, boekte de Europese afdeling in de eerste negen maanden nog 381 miljoen dollar verlies. Dat is vooral door het 600 miljoen dollar zware potje voor ontslagvergoedingen, vooral voor de gewezen werknemers in Genk.
BRIC is passé
De Europese heropleving zou er zelfs voor moeten zorgen dat de autoproducenten niet te fel kreunen onder de strubbelingen in de groeilanden. De verkoopcijfers in Rusland zijn ronduit dramatisch. De burgeroorlog in Oekraïne en de lage olieprijzen deden de roebel sterk verzwakken. Audi zag de verkoop zakken met een kwart, Volkswagen met 38 procent. De algemene automarkt daalde met dubbele cijfers. In Brazilië is het beeld genuanceerder. De automarkt krijgt ook klappen met dubbele procenten, maar de premiummarkt – tot nu weinig ontwikkeld – groeit sterk.
En China? De beurscrash is voorlopig geen weerspiegeling van de evolutie van de reële autoverkoop. Het premiumsegment gaat slechts lichtjes achteruit. Audi verkocht er ruim een half miljoen wagens in de eerste negen maanden, een daling met 1,1 procent. In 2008 was het totaal geen 120.000. Het moet al zeer zwaar stormen, vooraleer China terugzakt naar dat niveau.
Wolfgang Riepl
De Europese automarkt groeide vorig jaar met 8 procent.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier