De Vlaamse Kaap
Naar schatting 40.000 Vlamingen zijn in Zuid-Afrika neergestreken. Vooral de Kaapprovincie is zeer populair bij Vlaamse immigranten. Ze zijn actief in het toerisme en de hotelsector, openen restaurants en cafés en staan aan de wieg van Zuid-Afrikaanse wijnen die wij hier zo lekker vinden.
Kaapstad is een stad die gemengde gevoelens oproept. De een vindt het wellicht de mooiste plek van de wereld, aan de voet van de Tafelberg, uitkijkend over de wijde oceaan; voor de ander is het een symbool van apartheid, het scheiden van mensen wegens hun huidskleur. De apartheid bestaat officieel niet meer in Zuid-Afrika, maar onderhuids gaapt tussen blank en zwart nog steeds een brede kloof die pas na enkele generaties overbrugd zal zijn.
Kaapstad bestaat dan ook uit twee steden. The Waterfront is de place to be voor blanken; een volslagen artificiële stad met hotels, restaurants, bars en shopping malls. Amerika in Afrika. Downtown is overdag het zakencentrum met bank- en kantoorgebouwen die aan de wolken krabben. Zodra de avond valt, verlaten de kantoorklerken de stad en wordt hun plaats ingenomen door zwarten en backpackers die vertier zoeken in de talrijke music-clubs. Onveilig, heet het. En criminaliteit is inderdaad een van de belangrijkste problemen in de Zuid-Afrikaanse steden. Buiten de stad hebben oude en nieuwe rijken tussen wijnranken hun ranches neergezet, die door security bewaakt worden.
Het zalige klimaat en de taalverbondenheid hebben ook veel Vlamingen naar de Kaap gelokt. Ze zijn er een nieuw leven begonnen, zonder zich al te druk te maken over de toekomst, die er toch onzeker uitziet in dit schizofrene land. Wat er na Mandela gaat gebeuren, durft niemand voorspellen.
De jongste jaren
heeft de Zuid-Afrikaanse wijn flink veld gewonnen op de Europese markt. De kwaliteit is verbeterd en de prijzen zijn zeer redelijk gebleven. De grote wijnstokken cabernet-sauvignon, merlot, chardonnay en chenin blanc zijn overvloedig aanwezig, maar daarnaast is er ook een typische Zuid-Afrikaanse druif, de pinotage. Deze werd door de hugenoten in Zuid-Afrika gecultiveerd uit de hermitage en de pinot noir. De pinotage levert een krachtige wijn op, die te vergelijken valt met de betere mediterrane wijnen.
De Zuid-Afrikaanse wijnen zijn veelal het product van een internationale groep medewerkers, die hun in Europa vergaarde kennis er in de praktijk komen omzetten. Onder hen zijn tal van landgenoten, meestal van Vlaamse afkomst; zo ook de Franstalige Jean-Luc Sweerts, oenoloog van het vermaarde wijnhuis Avontuur in Somerset-West. Zijn grootvader was een Antwerpenaar die behoorde tot de pioniers van Leopold II in Belgisch Congo. Jean-Luc zag de toekomst in de voormalige kolonie somber in en ging in Zuid-Afrika geologie, chemie en wijnkunde studeren. Sedert acht jaar werkt hij voor het wijnhuis Avontuur, waar hij de wijnen heeft opgetild tot een hoog niveau.
Avontuur mag tot de top van Zuid-Afrikaanse wijnen gerekend worden, samen met huizen als Uitkyk, Vriesenhof, Kanonkop en Grange Hurst. Er wordt voornamelijk cabernet, merlot, chardonnay, pinot noir en pinotage verbouwd. Het jaar ’97 leverde schitterende pinot en pinotage op, precies omdat het erg koud was. Sweerts: “Onze wijngaarden worden aan één kant beschut door de Helderberg, maar staan bloot aan sterke wind, de zogeheten Kaapse dokter, die een trage rijping verzekert. Daar zit ons geheim.”
Bij huize Simonsig treffen we Antwerpenaar Christopher Van Dieren (33). Momenteel werkt hij voor Slaley Cellars in Stellenbosch. Hij is in 1990 uitgeweken na een stage in Bordeaux. “Ik wou de wereld zien,” zegt hij. “Als wijnmaker is de keuze snel gemaakt. Amerika interesseerde me niet; de Californische wijnen zeggen mij niet veel. Australië is te ver. Om in Zuid-Amerika te werken, moet je Spaans kennen. Dus koos ik voor Zuid-Afrika. En ik blijf hier. Het leven is hier veel rustiger dan in België of Frankrijk. En wat men ook beweert, de criminaliteit ligt een stuk lager dan in Europa.”
Simonsig maakt zeer behoorlijke wijnen en is een van de sterkhouders in de streek van Stellenbosch, een mooi stadje dat heel wat Vlamingen heeft aangetrokken. Ook de slager, de fietsenmaker en de tandarts komen uit Vlaanderen.
Annamie Van Royen (27) uit Ranst is op heel jonge leeftijd naar Zuid-Afrika getrokken. Ze studeerde in Gent voor landbouwingenieur en specialiseerde zich in Montpellier in de oenologie. In 1997 trok ze naar Zuid-Afrika om druiven te plukken, en ze kreeg meteen de kans om als assistant winemaker aan de slag te gaan in het Frans georiënteerde huis L’Ormarins in Paarl.
L’Ormarins is eigendom van Rupert de Rothschild van de Rembrandt Group. “Ik wil minstens vijf jaar in Zuid-Afrika blijven en dan zien we wel,” zegt Annamie. Ze zit wel met vragen over de evolutie van Zuid-Afrika. “Sommige blanken hebben hier lange tijd geleefd in een mentaliteit van ‘Die boer denk, die kaffer werk’. Dat is gelukkig voorbij. Maar niet iedereen heeft het zo begrepen. Ik ben echt benieuwd hoe dit land evolueert.”
Lieva Parker-Valkeniers is getrouwd met een Zuid-Afrikaanse wijnmaker. De dochter van VLD-parlementslid Jef Valkeniers kwam tien jaar geleden naar Zuid-Afrika om haar rechtenstudies af te werken. Ad valvas las ze een bericht van wijnhuis Altydgedacht in Durbanville, waar men een studente zocht als inwonende hulp. Daar ontmoette ze John Parker, met wie ze een jaar later trouwde.
Lieva had nochtans nooit gedacht dat ze in Zuid-Afrika zou blijven. “Ik ben niet de typische boerenvrouw die men in dit land gewend is,” zegt ze. “Maar ik had mijn roots in dit Zuid-Afrika. Als kind heb ik er enkele jaren met mijn ouders gewoond. Mijn vader had een dokterspraktijk in Krugersdorp. Het zat blijkbaar dieper dan ik dacht. Bovendien is er heel wat veranderd in dit land. Mandela kwam vrij, Zuid-Afrika ging open voor de buitenwereld. Ik zag wel wat in marketing en we richtten ons eigen uitvoerbedrijf op, Valko Trading, dat wijnen exporteert naar Europa.”
Altydgedacht heeft 130 hectaren wijngaarden. Van de oogst wordt 85% verkocht aan het wijnhuis Nederburg; met de overige 15% (100 ton druiven) produceert Altydgedacht witte wijnen in Elzassische stijl, maar ook enkele opvallende rode wijnen: onder meer een pinotage (wijn van het jaar in ’97), een shiraz en Italiaanse barbera, een unicum voor Zuid-Afrika.
“Dit huis is een family-business,” legt John Parker uit, “een van de weinige die overgebleven zijn. De meeste bedrijven werden opgekocht door grote groepen, zoals het wijnhuis Allesverloren bijvoorbeeld. Wij hebben ervoor geopteerd een gemengde boerderij te blijven. Naast wijn hebben we ook een veestapel van 200 stuks, een melkerij, graanvelden en drie hectaren citroenen. En we zijn tevreden met een trage groei.”
Het toerisme
in Zuid-Afrika gaat in stijgende lijn; ook in die sector zijn heel wat Vlamingen actief. Proza Reizen, de specialist voor Zuid-Afrika, biedt zelfs rondreizen aan met logies in gasthuizen bij Vlamingen.
Neem nu de familie Menus uit Antwerpen, die in Gordon’s Bay een sympathieke country inn uit de grond gestampt heeft. In België was Hugo Menus industrieel radioloog; daar heeft hij een manie voor perfectie aan overgehouden. In 1991 kocht hij vier hectaren grond in Zuid-Afrika en begon een nieuw leven. “We hebben harde tijden gekend”, vertelt hij, “maar de compensatie is een gevoel van vrijheid dat in België niet bestaat: le mal d’Afrique. Het is moeilijk te omschrijven, maar het heeft veel te maken met ruimte. Als we terugkijken naar België, denken we aan een verstikkend land dat beperkt is in zijn mogelijkheden, waar ieder zijn ding doet. In Afrika daarentegen kan alles.”
Micheline Reygaert runt in Stellenbosch gasthuis The Blue Orange: twee kamers, B&B, met een leuk en lekker draaiend eethuis. Zij is al veel langer in Zuid-Afrika en heeft de veranderingen meegemaakt. “Toen we destijds naar dit land gekomen zijn, was daar flink wat idealisme mee gemoeid,” zegt Micheline. “In mijn eigen wereld heb ik zeker een bijdrage kunnen leveren aan de verandering van de samenleving. Onze kinderen spelen met zwarte kinderen. Dat was vroeger voor sommigen onaanvaardbaar. Maar er is nog een hele weg af te leggen. De opvoeding en de integratie via de small business sector kunnen het proces versnellen. Dit land heeft zeker nog mogelijkheden in de toekomst.”
Ook in Kaapstad vindt men mooie gasthuizen, onder meer bij dokter Frank Tyga (voorheen Tytgat). Zijn Maison Normandie is ideaal gelegen, met mooi ingerichte kamers en een fraai zwembad. Het gasthuis is trouwens ook populair bij de Afrikaners zelf. Er vertoeven vaak leden van theatergezelschappen of modellen van de plaatselijke modehuizen. Onze poolreizigers, Alain Hubert en Dixie Dansercoer, hebben hier hun laatste dagen doorgebracht voor ze hun grote trektocht door Antarctica aanvatten. Dokter Frank Tyga verdeelt zijn tijd tussen ziekenhuis en gasthuis en is een uitstekende gids voor rondleidingen in de stad.
De Vlamingen
in Zuid-Afrika zoeken elkaar niet vaak op. Lopen ze elkaar toch tegen het lijf, dan gebeurt dat meestal in café Den Anker waar ze een Belgisch biertje gaan drinken. Dit is de enige plaats in Zuid-Afrika waar men terecht kan voor een Augustijn, een Straffe Hendrik of een Kwak. “Those who want to drink Kwak, have to be open-minded,” zo staat op de kaart vermeld.
De muren van het Belgisch café zijn versierd met handtekeningen van prominente Vlamingen zoals Luc Van den Brande, Jean-Luc Dehaene, Herman De Croo en Leona Detiège, maar ook Juul Kabas, Walter De Buck en Strijpenaar Urbain Braems die toevallig aan de toog een pintje staat te drinken. Den Anker werd gecreëerd door de Gentenaars Denis Bouckaert en Lies De Visscher. Men kan er Belgische streekgerechten proeven zoals Vlaamse stoverij en Gentse waterzooi, maar ook koedoe op Ardense wijze. De mosselen zijn razend populair. Reserveren is de boodschap.
Voor een gastronomisch diner kan men in Kaapstad dan weer terecht in het Bonthuys. Gentenaars kennen de naam. Katelijne De Coninck en Zuid-Afrikaner Etienne Bonthuys hebben destijds in de Drabstraat een uitstekend restaurant gerund met die naam. Het bijzondere decor van het Bonthuys werd gekopieerd in Zuid-Afrika. Dit no-nonsense eethuis is de uitgelezen plek in Kaapstad voor een bijzondere viering. Tot de specialiteiten behoren verschillende oester- en mosselgerechten, naast de onvermijdelijke kingklip en struisvogel of volstruis.
In het restaurant ontmoeten we Hilde Van Hove die hier het bedrijf Pure Thrill heeft opgezet, dat gespecialiseerd is in adventure events: van rafting tot skydiving, van parasailing tot bungee. Adrenaline verzekerd. Pure Thrill werkt vooral met business-groepen die hun manschappen op scherp willen stellen.
We treffen er ook Tony Bruggemans aan, die na lange omzwervingen in Kaapstad gestrand is. Hij begon ooit zijn loopbaan in Antarctica, als kok op de Koning Boudewijnbasis, en vervolgens maakte hij carrière in de hotelbusiness in Azië. De crisis in dat continent heeft Tony Bruggemans naar Afrika gedreven, waar hij het eenmansbedrijf Hotelmark oprichtte dat de marketing verzorgt voor grote internationale hotelketens. Een merkwaardig levensverhaal dat een vervolg krijgt in Kaapstad.
TEKST EN FOTO’S: HENK VAN NIEUWENHOVE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier