De Viking van Luik
De telecomoperator Mobistar pakte vorige week, in het zog van de hoeraberichten over de verkoopcijfers van de iPhone, uit met mooie halfjaarcijfers. Vooral het verschil met concurrent Belgacom frappeerde. De groep van Didier Bellens zag de nettowinst met 16,5 % afnemen, en verlaagde haar omzetprognose tot een daling met 2 % over 2008. Mobistartopman Benoit Scheen daarentegen zag de nettowinst met amper 0,7 % krimpen. Bovendien kon hij paraderen met betere verwachtingen: een omzet die 2 % daalt, in plaats van 1 tot 3 %, en de nettowinst die geen 4 tot 6 % zal omlaag gaan, maar slechts 2 tot 4 %.
De prille veertiger – Scheen wordt 42 op 23 augustus – is pas sinds 1 januari de eindverantwoordelijke bij Mobistar. Met hem kozen de raad van bestuur en hoofdaandeelhouder France Télécom zowel voor iemand uit de interne keuken – Scheen was al twee jaar commercieel verantwoordelijke – als voor een Belg. Een Benoit bovendien, na de twee Franse Bernards, Ghillebaert en Moschéni, al zal de voornaam wel geen rol hebben gespeeld bij de beslissing. Wel spreekt hij perfect Nederlands, wat wellicht een verademing is voor de Vlaamse ‘teamleden’, zoals de 1511 medewerkers op de site worden betiteld.
“Hij lijkt mij perfect gecast voor deze job”, zegt Iwan Gillis-D’Hamers, die tot vorig jaar Euphony leidde, de belangrijkste distributiepartner van Mobistar. “Hij heeft al bewezen dat hij goed is in kostenbeheersing en het bewaken van de marges. Dat is, in een tijd waarin de double digit growth in de telecom tot het verleden behoort, zeer belangrijk.”
Zes maanden zijn natuurlijk te kort om het beleid van Scheen ten gronde af te wegen, maar medewerkers wijzen wel op zijn stimulerende rol. “Een CEO is het boegbeeld van een team, maar Benoit is er wel in geslaagd zichzelf te doen aanvaarden in zijn rol. Niet vanzelfsprekend, want uiteindelijk hebben we hem gekozen uit de groep waarmee hij nu samenwerkt”, meent Jan Steyaert, voorzitter van de raad van bestuur.
Voorbestemd
Dat Scheen ooit een bedrijf zou leiden, lag, achteraf bekeken, eigenlijk al vast van in de wieg. “Bijna al mijn familieleden zijn bedrijfsleiders”, grapte hij daar begin maart over in La Libre Belgique. “Op familiefeestjes gaven ze me als koosnaampje al ‘de bediende’. Maar ik herinner me wel dat ik op mijn twaalfde al eens de kluis ging openen om de arbeiders te betalen, terwijl mijn ouders weg waren en ik samen met mijn drie jaar oudere broer op de zaak moest passen.”
Scheen geldt als een minzaam type, snel van begrip en van rijstijl, want naast golfen is racen een van zijn grote hobby’s. Volgens een competentietest van Vacature uit zijn HP-periode wil Scheen graag de beste zijn, en is hij een gedreven maar veeleisende baas die recht op zijn doel afgaat en kordaat beslissingen neemt. Zijn timemanagement werd als bewonderenswaardig sterk beoordeeld. Als negatief punt stipte het blad aan dat hij te weinig rekening houdt met anderen. Die indruk deelt Steyaert niet. “Hij communiceert zeer transparant, staat open voor commentaar en is bereid bij te leren. Maar het is geen tafelspringer, die met Jan en alleman een praatje gaat slaan om zich populair te maken. Moschéni had meer het zuiderse temperament, Scheen is meer de koelbloedige noorderling, de Viking die ervoor gaat. Het is niet de man om zwaar mee uit te gaan en lol te trappen: hij is in de eerste plaats een professional die nuchter naar de cijfers kijkt, die doelen stelt en vanuit zijn kantoor contacten legt om zijn beslissingen te realiseren.”
Genadeslag
De Luikenaar studeerde economie en computerwetenschappen aan de Facultés Notre-Dame de la Paix in Namen. Na een opstapje als onderzoeker bij Siemens-Nixdorf in Duitsland, ging hij in 1991 aan de slag als systeemanalist bij IBM, om een jaar later over te stappen naar Compaq, waar hij van accountmanager doorgroeide tot verantwoordelijke van de Enterprise Business Unit en marketing directeur. In 2002 werd Compaq opgeslorpt door HP, maar Scheen bleef aan boord, eerst als vicepresident voor de Personal System Group in West-Europa, en later als general manager voor België en Luxemburg. Maar een jaar later, in 2005, kreeg hij slecht nieuws: HP wou geen voltijdse manager meer voor de Belgische markt. Daardoor belandde Scheen in november bij Mobistar, als chief commercial officer. Hij breidde er de klantenbasis uit tot zowat 3,5 miljoen klanten.
Daar wil Scheen het echter niet bij laten. “Ik wil de vaste telefonie de genadeslag geven”, vertelde hij begin juni aan ons zusterblad Trends-Tendances. Die strategie, bij Mobistar MobileCentric gedoopt, is niet echt een verrassing, want de telecomoperator heeft in tegenstelling tot concurrenten Belgacom en Telenet geen netwerk van vaste telefonie of breedbandkabels in de huiskamer. En als het kan, wil hij en passant ook de positie van nummer één als mobiele operator op de Belgische markt overnemen van Proximus. “Mits we voldoende investeren, is dat mogelijk. Uiteindelijk heeft 30 % van de huishoudens al geen vaste lijn meer, en wil slechts 7 % van de Belgen een pakket met alles in: vaste telefoon, gsm, breedband, internet en digitale tv. Wij willen onze klanten helpen mobieler te worden.” Stevige ambities, maar ze sluiten perfect aan bij zijn motto: “If you can dream it, you can do it.”
Luc Huysmans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier