De vele vreemde vriendjes van farma
De farmasector dacht tot voor kort nog hautain zijn eigen boontjes te kunnen doppen. Vandaag lonken topspelers als Janssen Pharmaceutica naar partners in de meest uiteenlopende sectoren en contreien.
Je kunt moeilijk zeggen dat een bedrijf als Janssen niet innovatief is geweest. We deden alles, en dikwijls veel beter dan anderen. Maar de situatie is niet houdbaar. We kunnen niet meer werken zoals vroeger”, zegt Ludo Lauwers, de vicevoorzitter van het directiecomité van Janssen Pharmaceutica. Het imploderende businessmodel van de sector, als gevolg van overheidsbesparingen, superstrenge goedkeuringsautoriteiten, bikkelharde generische concurrentie en de steeds moeizamere en duurdere zoektocht naar geneesmiddelen, dwingt Big Pharma creatiever dan ooit te zijn.
Alleen beseft de sector maar al te goed dat hij het niet alleen kan rooien, ook al omdat daar geen geld voor is. “We hebben nieuwe kennis nodig, meer dan de hele farma-industrie bij elkaar kan brengen. Er zijn dus een aantal gaps, zaken die wij niet zien en niet hebben”, zegt Lauwers. Het zal er volgens hem toe leiden dat de concurrentie er over tien jaar helemaal anders zal uitzien. “Terwijl u denkt dat onze concurrenten Pfizer of Novartis zullen heten, denk ik dat het ook bedrijven als Microsoft of Google kunnen zijn. En ook General Electric, Siemens of Philips zijn bezig met gezondheidszorg in de breedste zin van het woord.” Lauwers ziet hen tegelijk ook als mogelijke preferred partners. “We weten uit de eerste contacten dat ze geïnteresseerd zijn om te praten.”
“We zijn ook gedoemd om samen te werken”, benadrukt Lauwers. “Als we met Microsoft of Philips praten, merken we dat er enorm veel op het schap staat, zoals domotica voor de gezondheidszorg of kennis van intelligente materialen. Maar zij krijgen dat niet in de markt, terwijl wij wel weten hoe de gezondheidszorg werkt en hoe je iets op de markt krijgt.”
“We zullen ook moeten samenwerken met de General Electrics en Siemensen van deze wereld voor nieuwe diagnosemiddelen en soorten beeldvorming, zodat we bijvoorbeeld sneller alzheimer kunnen detecteren of klinische studies beter kunnen opvolgen.”
Databeheer
Bedrijven als Microsoft en Google komen ook in beeld als mogelijk concurrerende databeheerders. “Als het veertien jaar duurt om een geneesmiddel te ontwikkelen, tegen een prijs van 1 tot misschien zelfs 4 miljard dollar, moet je technieken hebben om onderzoek te sturen, vooral klinisch onderzoek. Dat betekent dat je informatie moet verzamelen. Die info over bijvoorbeeld diabetespatiënten zit deels in onze database en deels bij Pfizer, Merck of anderen. Maar ook Microsoft of Google kan die informatie verzamelen. En die is geld waard, want ooit moeten we die kopen. Daarom moeten we als farma-industrie nadenken of we niet beter nu al met een consortium zo’n database opbouwen”, legt Lauwers uit. Wat dan weer betekent dat farma richting ICT-sector moet kijken. “We zullen gebruik moeten maken van een ICT-backbone. Dus moeten we samenwerken met ICT-bedrijven.”
Ook voor de supply chain kijken Janssen Pharma en diens moederhuis J&J buiten de klassieke grenzen. “We denken erover na hoe we onze producten in kleine dorpen in Afrika krijgen, waar de nood het hoogst is”, zegt Lauwers. “Wie kan zeggen dat hij zijn product in die afgelegen dorpen krijgt? Dan komen wij uit bij Coca-Cola. Dat geraakt overal. Dan denk ik ‘laat ons dit concept eens bekijken’. Waarom zouden wij onze medicatie niet vervoeren samen met een bak Cola? Er zijn trouwens al bedrijfjes die verpakking hebben gemaakt die in die bakken past. Dit is maar een van de vele creatieve gedachten die nodig zijn om dat continent uit de miserie te halen.”
Ook over de toekomstige betaling van medicijnen en behandelingen werd al gebrainstormd. “Binnen tien à vijftien jaar is het meest voor de hand liggende betalingsmiddel de gsm. Of je nu naar Latijns-Amerika gaat of naar Kenia, dat hebben ze allemaal.” Die gsm of smartphone krijgt ook veel meer potentiële toepassingen. “Je zou er een beetje speeksel op kunnen doen, en vijf of tien minuten later weet je huisarts of je hiv-positief bent”, voorspelt Lauwers. “Daar gaan we ook samenwerkingsverbanden voor opzetten met technologische spelers, zoals Philips.” Lauwers verwijst ook naar Biocartis, het Zwitserse bedrijf van de Vlaamse topwetenschapper Rudi Pauwels. Dat heeft een mobiel toestel ontwikkeld om met wat bloed of speeksel diagnoses te stellen. “Dat is dus geen sciencefiction.”
Therapietrouw
De patiëntengegevens in die gsm’s zullen ook draadloos worden verzonden naar de database van farmabedrijven. Lauwers ziet voor de verwerking en het gebruik ervan samenwerking met de overheid en de goedkeuringsautoriteiten FDA en EMA. “Uiteraard moet die informatie anoniem gestockeerd worden, maar privacy mag geen barrière zijn om gezondheidszorg betaalbaar en beter te maken. De technologie om dat anoniem te maken, hebben we trouwens al.” Voorts kan de gsm of smartphone ook dienen voor het controleren van therapietrouw. Via die toestellen kan de arts weten of en wanneer patiënten hun medicatie innemen, en kan de patiënt gewaarschuwd worden.
Die vaak veel te lage therapietrouw, al langer een prioriteit voor de farmahuizen, kan ook via het medicijn zelf aangezwengeld worden. “Het volstaat niet om te weten dat de patiënt het medicijn bij de apotheker is gaan halen. In zijn belang willen we weten dat die pil ook is geslikt. Dan kijken we naar de Philipsen van deze wereld voor de intelligente pil, en zou het Leuvense IMEC bijvoorbeeld voor ons iets kunnen doen met een genanoniseerde chip in die pil. Daar zijn bedrijven mee bezig en de concurrentie heeft zelfs een stapje voor op ons.”
Om namaak te bestrijden wordt ook gebroed op manieren om het traject van medicijnen beter te volgen. “Wij bekijken bijvoorbeeld hoe de pakjes bij DHL worden opgevolgd. En als je een boek bestelt bij Lannoo, weten ze daar ook wanneer dat onderweg is.”
Games
De farmabedrijven speuren zelfs richting game-industrie, onder meer voor een project rond ADHD. Via games kan een ADHD-kind beter opgevolgd worden om medicatie gerichter toe te dienen of te kunnen afbouwen. Bovendien kan een gameconsole als de Wii worden ingeschakeld in kinesitherapie na het plaatsen van een knie- of andere protheses, die trouwens ook door J&J worden geproduceerd.
Janssen Pharma en J&J hebben al langer contacten met de voedingsindustrie. “Een van de vroege projecten is brain food. Kijk naar Benecol of Danacol, maar in plaats van een cholesterolverlager moet het mogelijk zijn om er een voedingadditief in te steken dat goed is voor de hersenen. Een medicijn dat alzheimer vertraagt, kan in ontbijtgranen worden gestoken. En dus moeten we misschien praten met Kellogg’s, Nestlé of Mars.”
Zeker bij Janssen Pharma en J&J blijft het niet bij nadenken alleen. Sommige projecten hebben al geleid tot concrete samenwerking. En Janssen Pharma wordt zelf ook uitgebreid gesolliciteerd. “Er is een pull vanuit andere industrieën”, merkt Lauwers op.
“Maar het is wel allemaal doordacht. We gaan geen nieuwe ijskreem maken, hoe spijtig dat ook kan zijn ( lacht). Als je alles wil doen, verwater je jezelf”, zegt Lauwers. “Wij zitten hier heel dicht bij de hightechcampus in Eindhoven, waar Philips zo belangrijk is. Die reiken ook naar ons, en wij naar hen. Zo bouw je relaties en vertrouwen op. En als er uit 25 contacten één komt waarvan je zegt ‘dat kan ik valoriseren’, en het komt op de markt, dan is dat een geweldige overwinning.”
BERT LAUWERS, FOTOGRAFIE PAT VERBRUGGEN
“Wie kan zeggen dat hij zijn product in de afgelegen dorpen van Afrika krijgt? Dan komen wij uit bij Coca-Cola. Waarom zouden wij onze medicatie niet vervoeren samen met een bak Cola?”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier