De vakbonden doen aan maatschappelijk onverantwoord ondernemen”
Een interview met de top van het zinkbedrijf Nyrstar over de nieuwe strategie,dat was het plan. Maar na een tijdje houdt bestuursvoorzitter Julien De Wilde het niet meer. “Als de vakbonden in België zo voortdoen, eindigen ze met verworven rechten van helemaal niks. Ze doen aan maatschappelijk ónverantwoord ondernemen.” Roland Junck, de nieuwe CEO, probeert olie op de golvente gooien.
Nyrstar gaat binnenkort in de aarde woelen. Met zijn pas verworven mijnen krijgt het bedrijf meer controle over zijn bevoorrading met de grondstoffen om zink te vervaardigen. Intussen wordt hard gewerkt om alle productievestigingen wereldwijd even kostenefficiënt te maken. “Geen zwarte scha-pen meer.”
Nyrstar is een jong bedrijf. Het ontstond in 2007 uit een mix van de zinkactiviteiten van de Belgische materiaaltechnologiegroep Umicore en die van het Australische mijnbedrijf Zinifex. De boreling werd meteen volwassen geschopt door de economische rampspoed, en bestuursvoorzitter Julien De Wilde zag zich begin dit jaar verplicht om een nieuwe CEO aan te trekken. Zijn oog viel op de Luxemburger Roland Junck, die afkomstig is uit de staalwereld. Beide heren zitten zakelijk op dezelfde golflengte. Ze leerden elkaar kennen in 2002. Junck zat toen nog in de Arcelor-stal, terwijl De Wilde de staaltechnologiegroep Bekaert leidde. Alle mogelijke combinaties passeerden de revue: klant-leverancier, leverancier-klant, concurrent en partner in een joint venture. Terzelfder tijd, welteverstaan. Niet zo simpel, klinkt het voorzichtig. Of beide captains of industry intussen vrienden zijn? “Ik speel geen golf”, ginnegapt Roland Junck, die in zijn jeugd zelfs trotskistische neigingen had. “Een hopeloos geval”, zucht Julien De Wilde gespeeld theatraal. “En ook, we zien elkaar al meer dan genoeg.”
Het was dan ook een intensieve gezamenlijke denkoefening om een nieuwe strategie uit te tekenen voor Nyrstar. In de begindagen ging het bedrijf op jacht naar andere zinkproducenten. Nyrstar wilde de grootste zijn, maar bleek te klein om zo hoog van de toren te blazen. Roland Junck en zijn team namen dan ook afscheid van dat scenario. Voorlopig althans. Eerst wil de zinkproducent aansterken door zijn portfolio uit te breiden met mijnen. Verticale integratie, heet zoiets. En ja, de crisis biedt opportuniteiten, want veel grote mijngroepen gaan – net als de banken – back to basics. Vaak zetten ze dan zinkmijnen in de etalage, zoals onlangs de grondstoffenreus Anglo American. Maar Nyrstar houdt het bij relatief kleine projecten, want de middelen zijn beperkt. Het voorbije jaar verwierf het bedrijf een mijncomplex in Gordonsville, Tennessee. Later volgde nog een complex in Tennessee, en een belang van 85 procent in de Coricancha-mijn nabij de Peruviaanse hoofdstad Lima. Nyrstar kocht eveneens bijna 20 procent van de Australische mijngroep Ironbark, waardoor het bedrijf recht krijgt op 35 procent van de zinkproductie van het Citronen-project in Groenland – ten vroegste over drie jaar, want het gaat om een nieuw mijnproject. Nyrstar hoopt met die diversificatie op een hoop synergie. De productievestiging van het bedrijf in het Amerikaanse Clarksville bijvoorbeeld ligt vlak bij de mijncomplexen in Tennessee. Resultaat: veel besparingen en operationele voordelen. Best mogelijk dus, zegt Roland Junck, dat we in de loop van 2010 nog enkele mijnen overnemen.
TRENDS. Heeft Nyrstar de expertise in huis om al die nieuwe mijnen op een succesvolle manier te ontginnen?
JULIEN DE WILDE. “Toch wel. Onze operationeel directeur Greg McMillan bijvoorbeeld heeft jaren in de mijnsector gewerkt. En de man die aan het hoofd staat van de Nyrstar Tennessee Mines, komt van bij Minmetals Group. Ook in Peru komt iemand met heel wat mijnervaring. Op hun beurt trekken die mensen nieuwe, bekwame werknemers aan. Maar de vraag is terecht. Voor onze raad van bestuur zoeken we iemand met ervaring in mijnen. We bekijken enkele kandidaten. Geen Belgen, en ook geen vrouwen, jammer genoeg. Als u een vrouw tegen het lijf zou lopen met internationale ervaring in de mijnsector, dan mag u mij zeker bellen.”
Zinkmijnen zijn niet de gemakkelijkste om te ontginnen. De Peruviaanse mijn bijvoorbeeld kampt met een grondverzakking. Loopt Nyrstar grote risico’s?
ROLAND JUNCK. “Het risico dat een mijnproject niet oplevert wat er van wordt verwacht, bestaat altijd. Maar aan de andere kant: het zinkconcentraat kennen we, want we hebben het altijd al moeten aankopen. Bovendien werden de meeste van onze nieuwe mijnen niet gemanaged zoals wij dat gaan doen. Sommige waren eigendom van investeerders, en die wilden er het maximum uit halen in zo min mogelijk tijd. Maar die mijnen zijn, met uitzondering van het Citronen-project, al jaren operationeel. Ik ben er dus vrij zeker van dat we er veel waarde mee kunnen creëren. Eind 2010, begin 2011 zullen we op volle capaciteit zitten. Is dat dan de limiet? Er bestaat een grote kans, in Peru bijvoorbeeld, dat we de capaciteit nog kunnen verdubbelen. Vergeet ook niet dat we duizend nieuwe werknemers aan boord nemen voor onze mijnen. Ze worden intensief opgeleid, want veiligheid en vak-kennis zijn onze topprioriteiten.”
DE WILDE. “We zullen deze crisis altijd in het achterhoofd houden. Het is niet onze bedoeling om de onderneming in gevaar te brengen. Ook als er een nieuwe crisis op ons afkomt, moeten we in staat zijn om een bepaalde periode te overbruggen – zoals we de voorbije maanden gedaan hebben.”
JUNCK. “In ideale omstandigheden, ja. We spreken onze operationeel directeur tweemaal per dag om te vragen wat de stand van zaken is. We hebben een gedetailleerd aanvalsplan. Zo snel als mogelijk, maar er is een tijdlijn die we moeten volgen.”
Mijnheer Junck, u hebt er vertrouwen in dat de zinkprijs zal stijgen. Waarom precies?
JUNCK. “Wereldwijd is er steeds meer vraag naar staal met een zinklaag, omdat die bescherming biedt tegen corrosie. Ondanks de crisis, en vooral in de opkomende economieën. China is een typisch voorbeeld. Een tweede factor is het dreigende tekort aan mijncapaciteit vanaf 2011, 2012. Er werd de jongste tijd minder in zinkmijnen geïnvesteerd, en sommige grote mijnen naderen het einde van hun leven. Zo’n situatie veroorzaakt een stijging van de zinkprijs. In combinatie met de zwakke dollar duwen die factoren de grondstoffenprijzen omhoog.”
Zal Nyrstar dit jaar dan met winst afsluiten?
JUNCK. “We hebben de eerste jaarhelft overleefd, de tweede zullen we dus ook zonder kleerscheuren doorkomen. De situatie wordt geleidelijk beter. Ik ben optimistisch voor de zinkprijs, maar onze brutowinst wordt ook door andere elementen beïnvloed – die niet aan de zinkprijs verbonden zijn. De premies bijvoorbeeld die we ontvangen voor hoogwaardige zinkproducten, reflecteren de economische realiteit. En zullen dus laag blijven, ook in 2010. Het nieuwe jaar wordt voor ons een mix van positieve en negatieve invloeden.”
De buitenwacht heeft lang getwijfeld of de vestiging in Balen wel zou blijven bestaan, net als de vakbonden. Zijn Belgische vestigingen van multinationals extra kwetsbaar voor herstructureringen en/of sluitingen dan vestigingen in andere landen?
JUNCK. “Voor mij maakt het niks uit in welk land een vestiging zich bevindt. Feit is dat Balen de duurste vestiging was van allemaal. Mijn bedoeling is niet om Balen voorgoed te sluiten, maar er moesten wel een paar drastische maatregelen genomen worden. De kloof met de vestiging in het Nederlandse Budel in kostenefficiëntie werd gedicht. Maar als we het budget van volgend jaar bekijken, zien we dat de kloof er weer is. Budel is namelijk niet gestopt met inspanningen te leveren om efficiënter te worden. De wereld staat niet stil. Balen heeft een zware inspanning moeten leveren, maar dat betekent niet dat de vestiging nu tien jaar op haar lauweren mag rusten. Er moeten continu verbeteringen worden doorgevoerd. Wat we willen bereiken, is een verwaarloosbaar kostenverschil tussen al onze vestigingen. Geen zwart schaap meer, dat moet sneuvelen bij het minste wat er gebeurt. Kortom, ik opteer ervoor om Balen in de running te laten, want ik kan de cash die de vestiging genereert best gebruiken.”
De beslissing om de productie in Balen maanden stil te leggen, had dus niks met België te maken?
DE WILDE. (geëxciteerd) “In België krijgen we te maken met geweldige concurren-tiële nadelen. In vergelijking met Frankrijk bijvoorbeeld zijn de energieprijzen heel hoog. Echt een enorm verschil. Ik vind dat België chronisch ziek is. Ik heb het al dikwijls gezegd, maar ik zal het blijven herhalen. De kosten om hier zaken te doen, liggen veel te hoog. Niet alleen de energiekosten, maar ook de personeelskosten. Om nog maar te zwijgen van de tijd die het kost om de vergunningen te krijgen voor nieuwe bedrijfsgebouwen of uitbreidingen. Enzovoort. Men zégt wel dat men er iets aan zal doen, maar het gaat enorm traag. Er is geen sense of urgency. Die is misschien wel aanwezig in het hoofd van Vlaams minister-president Kris Peeters, of in dat van federaal premier Yves Leterme. Maar in de praktijk? Pas op, ik zeg niet dat de Belgische overheden het verknald hebben tijdens de crisis. Dat was een acuut probleem dat ze zeer vlot hebben proberen terug te dringen. Een groot stuk van het bnp werd in de economie gepompt. Mooi! En dan de maatregelen zoals tijdelijke werkloosheid. Allemaal zaken waardoor we mensen in dienst konden houden. Zoals in Balen. Dank u zeer, zou ik zeggen.”
JUNCK. “Balen is een typisch geval, mede door de Belgische vakbondstraditie. Soms vroeg ik me zelfs af wie de vestiging nu eigenlijk runt. De vakbonden hebben het moeilijk om te aanvaarden wat er daar nu gebeurt. Logisch, want ze hebben het in Balen dertig jaar voor het zeggen gehad. Om je dan plots een compleet andere frame of mind te moeten toe-eigenen: dat is niet vanzelfsprekend. Ze zullen het zich nog lang herinneren. Maar voor de rest is er geen probleem om de vestiging in Balen te runnen. Ik zeg niet dat de vakbonden op zich een probleem vormen. Ik heb er trouwens altijd een goede verstandhouding mee onderhouden. Toch kan ik begrijpen dat sommige multinationals de Belgische vakbondstraditie mee in rekening brengen als ze moeten beslissen welke vestigingen ze moeten sluiten. Maar uiteindelijk is het natuurlijk de economische situatie die daarbij de doorslag geeft.”
DE WILDE. (schakelt fel over naar het Nederlands.) “Het gedrag van de vakbonden in België is een groot probleem. Iedereen is het wellicht vergeten, maar begin dit jaar vroegen ze nog om meer geld. Een grote betoging in Brussel, iedereen op straat. En nu willen ze meer geld voor arbeiders die moeten afvloeien. Alsof er in het verleden geen inspanningen zijn gedaan voor die groep. Grote geldstromen zijn in hun richting gevloeid. En zo komt er geen einde aan de eisen die de vakbonden stellen. Als ze zo voortdoen, eindigen ze met verworven rechten van helemaal niks. U herinnert zich al die uit-eenzettingen over maatschappelijk verantwoord ondernemen? Terecht. Wel, sommige vakbonden zijn volgens mij bezig met een filosofie van maatschappelijk ónverantwoord ondernemen.”
De vakbonden nemen hun verantwoordelijkheid niet, zegt u, in tijden van crisis.
DE WILDE. “Klopt. U mag mij rustig citeren. Het is niet echt constructief wat hier gebeurt. Voor alle duidelijkheid: ik richt mijn boodschap tot de vakbondstop. Hou op met die nonsens! Trouwens, waarom hebben we hier eigenlijk drie vakbonden nodig? Geen enkel ander land heeft er drie, bij mijn weten. Waarom verenigen ze zich niet? Ik wil vakbonden die de werknemers vertegenwoordigen. Niks meer, niks minder. Een onderneming heeft niks met politiek te maken. Maak gewoon één vakbond! Dat gaat niet om historische redenen, zeggen ze. Kan me niks schelen! Als iedereen telkens opnieuw met dat argument zou schermen, dan lagen we nu met zijn allen al bedolven onder een laag paardenstront van 25 meter hoog. Waarom hebben we niet één vakbond per sector? Eén voor de chemie, één voor de metaal, noem maar op? Zoals in Duitsland bijvoorbeeld.”
Daar zijn de vakbonden zeer machtig.
DE WILDE. “Ik heb geen enkel probleem met machtige vakbonden. Ik heb dat zelfs graag! Maar ze moeten hun verantwoordelijkheid nemen! Ik wil geen zwakkelingen voor me zien zitten als er onderhandeld moet worden, maar sterke per-soonlijkheden. Mensen die nadenken samen met de onderneming waarvan ze de werknemers vertegenwoordigen, over hoe hun bedrijf kan overleven in de toekomst. Hoe het voldoende winst kan maken om de kosten van vandaag en morgen te kunnen dekken. Mensen, kortom, die meedenken in het belang van iedereen. Dát is wat moet gebeuren!”
JUNCK. “We willen daarmee niet zeggen dat de vakbonden alles zomaar moeten slikken, maar ze moeten zich wel opstellen op een manier die alle partijen in staat stelt om samen een akkoord te bereiken.”
DE WILDE. “Het kan toch niet de bedoeling zijn dat de vakbonden voortdurend nieuwe eisen stellen, en zo de toekomst van een bedrijf hypothekeren? Er zijn veel belangrijker zaken die bovenaan op het prioriteitenlijstje van de vakbonden zouden moeten staan. We leveren bijvoorbeeld ongetwijfeld te weinig inspanningen om jonge mensen aan een job te helpen of om ontslagen werknemers te begeleiden – zoals in Denemarken – bij hun herscholing om makkelijker ander werk te vinden. En wat met de duizenden arbeidsplaatsen in Vlaanderen die maar niet ingevuld raken? Daardoor moeten Vlaamse bedrijven orders weigeren. Ze verliezen vervolgens klanten, zodat niet alleen het bedrijf zelf verzwakt, maar uiteindelijk ook de Vlaamse economie. Tot slot dit: het bedrijf is de vijand niet van de vakbonden, noch de CEO of het management. Het komt er integendeel op aan om allemaal samen de wereldwijde concurrentie aan te gaan, met een onverdroten inzet!”
Door Celine De Coster/Foto’s Pat Verbruggen
“Het nieuwe jaar wordt voor ons een mix van positieve en negatieve invloeden” (Roland Junck)
“Ik wil vakbon-den die de werknemers vertegenwoor-digen. Niks meer, niks minder” (Julien De Wilde)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier