De truck met de vrouw
Evelien Putman leidt met strenge hand een bedrijf waar het testosteron niet zelden van de muren spat. Vier jaar geleden haalde Tailormade Logistics de West-Vlaamse binnen om het bedrijf te reanimeren. Met succes. Maar dat zal u niet verbazen nadat u dit interview hebt gelezen.
Ik ben iets te vroeg op de afspraak bij Tailormade Logistics en posteer me in het kantoor van Evelien Putman, terwijl ze nog aan de telefoon is. Een werknemer komt het kantoor binnen.
Evelien Putman (tot de werknemer): “Dit is een journalist die komt kijken hoe psychopatisch ik wel ben. Dat staat vandaag toch in Het Nieuwsblad? ‘Bedrijfsleiders zijn vaker psychopaten’.”
Werknemer: “Ik moest direct aan u denken, toen ik het las.”
Evelien: “Allee kom, buiten!”
Werknemer: “She’s young, blond and beautiful, and we love her.”
“Ik ben best trots op de goede sfeer in dit bedrijf, maar af en toe kan het hier ook stuiven.” (wijst naar drie stoelen). “Dat is het strafhoekje. Vrijdag was er een incident tussen enkele werknemers, ik heb ze vandaag de les gespeld. Iedere dag moet ik hen opvoeden. Ik heb er soms meer werk mee dan met mijn kinderen. Toen ik hier in 2009 arriveerde was het hier Club Med, cinq étoiles. Dat is nu wel eventjes anders.”
Tailormade Logistics & Transport Group is een van de grotere logistieke en transportbedrijven in de haven van Gent. Er zijn ook vestigingen in Göteborg en Lyon. Het doet transport, algemene expeditie, opslag, overslag, value added logistics zoals kwaliteitscontrole, douane en supply chain management. Het bedrijf wordt voor 62,5 procent gecontroleerd door oprichter Bert Vandecaveye, de echtgenoot van CEO Evelien Putman, en voor 37,5 procent door KBC Private Equity.
U was nochtans niet meteen voorbestemd om ondernemer te worden?
EVELIEN PUTMAN. “Neen, helemaal niet. Ik heb een zeldzame combinatie gestudeerd: economie en geschiedenis, en daarna nog wat rechten. Eigenlijk wou ik burgerlijk ingenieur-architect volgen in Gent. Maar mijn vader zei: ‘Op kot in Gent ga je met meer herexamens naar huis komen dan je vakken hebt. Blijf maar in Kortrijk.’ Ik heb verschillende licenties gecombineerd, mijn thesis ging over de geschiedenis van de betalingsbalans in België. Via mijn promotor ben ik bij ABB-verzekeringen beland, waar ik een boek mocht schrijven over hun 75-jarige geschiedenis. Voor Clama, een West-Vlaams textielbedrijf, ben ik als 24-jarige naar Brazilië en South Carolina getrokken. In de Verenigde Staten stampte ik een verkoopkantoor uit de grond. Ik zag er 255 luchthavens in een jaar, dat heeft me vier jaar ouder gemaakt. Daarna heb ik voor Citibank onder meer in New York gewerkt. En voor ik hier aan de slag ging, heb ik zes jaar gewerkt als economisch vertegenwoordiger voor Flanders Investment & Trade (FIT) in Finland. Ik deed die baan heel graag, al ging het privé niet zo goed. Ik ben naar Helsinki vertrokken met mijn eerste echtgenoot en mijn dochtertje van twee maanden. Jammer genoeg heeft onze relatie niet standgehouden. Ik vond dat een ongelooflijk faalmoment voor mezelf, al is Finland wel het gedroomde land als alleenstaande vrouw. Geen geroddel, ze lieten me met rust zolang ik mijn werk goed deed. Daar hoor je ook nooit verhalen à la ‘ze is jong en blond, ze zal zich wel naar omhoog geslapen hebben.”
Hoe bent u van Helsinki in de Gentse kanaalzone beland?
PUTMAN. “Als economisch vertegenwoordiger organiseerde ik een havenmissie voor Gentse bedrijven. In het kielzog van het havenbestuur en politici kwamen er bedrijfsleiders mee, onder wie Bert Vandecaveye, mijn huidige man. Hij was toen bedrijfsleider van Tailormade Logistics en stelde me een vraag over zijn bedrijf die ik voor hem oploste.
“Ik voelde intuïtief aan dat het bedrijf in moeilijk vaarwater zat en werd uitgenodigd op een raad van bestuur. Bert vroeg me of ik het wou doorlichten en ook de minderheidsaandeelhouder KBC Private Equity geloofde in mij. Ik heb iets zorgzaams in mij. Mijn ouders hebben een heel zwaar faillissement doorgemaakt toen ik zestien was. Zoiets vergeet je niet. Ik wou tot elke prijs vermijden dat mijn toekomstige familie hetzelfde zou moeten meemaken. Het feit dat ik zo verliefd was, heeft er ook voor gezorgd dat ik volhield.”
Toen u in 2009 startte, moest u vooral puin ruimen.
PUTMAN. “In 2007 was er nog fors geïnvesteerd in het bedrijf, maar toen de crisis in 2008 plots in alle hevigheid toesloeg, wogen al die beslissingen heel zwaar, met een monsterverlies tot gevolg. Het eerste jaar van mijn aanstelling was er voortdurend getouwtrek met mijn man over het beleid (sinds 2010 leidt Putman het bedrijf alleen, nvdr). Hij is een echte entrepreneur, een buikgevoelsmens en risiconemer. Ik schuw risico’s, ik ben meer een cijferaar. Toen ik hier binnenstapte, moest ik niet zomaar wat potjes verplanten, maar hele serres afbreken. Ik zag snel in dat er te veel werknemers waren. Bert had een band met die mensen, maar ik zat er niet voor de lol, hé. Ik was aangesteld als crisismanager om het bedrijf uit het moeras te hijsen.”
U zette enkele tientallen mensen aan de deur. Dat moet pijn doen.
PUTMAN. “Ik had nog geen band met die mensen. We zaten in een reddingssloep zonder riemen. Het klinkt hard, maar de hamvraag was: voor wie hebben we nog reddingsvesten en voor wie niet? Sommigen zijn zelf opgestapt. Het eerste jaar was er absoluut geen tijd om een nieuwe strategie te schrijven, ik heb zo vlug mogelijk de balans uitgevlooid en bespaard waar dat nodig was. Mijn financiële achtergrond kwam me daarbij goed van pas.”
U spreekt acht talen, waaronder het West-Vlaams. U hebt drie diploma’s en een pak buitenlandse ervaring. Maar talent alleen volstaat niet.
PUTMAN. “Klopt. Slim zijn is een gave, maar je moet er wel iets mee aanvangen. Ik stoor me aan pas afgestudeerden die komen solliciteren en meteen 3000 euro bruto en een firmawagen eisen. Dan zeg ik: ‘Weet je wat dat is, dat gat in de muur, da’s een deur, je kan langs daar terug naar buiten.’ Als het moet, ben ik keihard. Mijn opa zaliger, die voorzitter van de rechtbank van Kortrijk was, prentte ons altijd in: ‘Je hebt een talent, maar je moet het zelf ontplooien. Succes komt niet vanzelf.’ Al ben ik hem wel dankbaar voor het erfelijke materiaal.” (barst in lachen uit)
Wist u veel van transport toen u hier begon?
PUTMAN. “Ik kende het verschil niet tussen een trailer en een trekker. De eerste drie maanden zagen de werknemers me als een buitenaards wezen. Maar ondertussen zit ik hier vier boekjaren — ik reken altijd in boekjaren — en is er wederzijds respect. Ze weten dat ze niet kunnen sollen met mij, maar ik ben ook geen baas die zegt: ‘Ik heb het allemaal bedacht en jullie voeren het maar uit.’ Een leider moet wel vooropgaan in de strijd. Een week na mijn bevalling zat ik hier al met mijn baby. Als mijn werknemers hun testosteron even niet de baas konden, zei ik altijd: ‘Sst, de baby slaapt.’
“Ik ben geen dromer. Ze mogen wel met hun dromen bij mij komen, maar ze moeten onderbouwd zijn. Na het eerste saneringsjaar begon ik de klantencontracten nauwer op te volgen en een debiteurenbeheer in te stellen. De jongste jaren hebben we mooie klanten bijgewonnen, al zitten we weer volop in crisistijd. Nu heeft iedereen een reddingsvest aan en er heerst een gezellige sfeer, maar als er enkele grote klanten wegvallen, weten mijn werknemers dat ik niet zal aarzelen knopen door te hakken.”
U kunt ook zelf met een vrachtwagen rijden. Waarom is dat belangrijk?
PUTMAN. “Ik vind dat de manager van dit bedrijf moet weten wat het werk van een chauffeur inhoudt. Ik controleer maandelijks 2000 leveranciersfacturen. Als ik een chauffeur heb van wie een spiegel is afgereden en hij zegt me: ‘Er is een duif tegenaan gevlogen’, dan kan ik zeggen: ‘Jongen, hoe kan jij dat nu weten?’ Ik kan mijn chauffeurs beter opvolgen en smoezen doorprikken. Al ben ik heel tevreden over al mijn personeel. Alles wat ik zelf niet kan, delegeer ik aan mensen die ik vertrouw. Ik heb een heel breed netwerk. Heb ik een specialist contract- recht nodig, dan weet ik waarheen.”
Hoe kleurt de nabije toekomst van Tailormade Logistics?
PUTMAN. “Groen. Ik zet graag in op intermodale en groene logistiek mét toegevoegde waarde. Er liggen zonnepanelen op onze daken, we hebben vrachtwagens met een gastank en alle chauffeurs krijgen een opleiding ecodriving. Maar groene logistiek moet ook renderen. Als de leverancier zegt dat hij de zonnepanelen moet wassen, maar de rentabiliteit stijgt er niet door, dan hoeft het niet voor mij.
“We zijn uit de kelder geraakt, en zitten nu op het gelijkvloers. De klanten vertrouwen ons weer. We willen nu uitbreiden, zonder meteen een verdieping bij te bouwen. We stellen nu zelf oplossingen voor aan onze klanten: ‘Hebt u er al eens aan gedacht om uw container op het spoor te zetten?’ Ik geloof heel sterk in intermodaal vervoer, al gooien stakingen vaak roet in het eten. Dan belt de klant: ‘Waar zit mijn container?’ ‘Hij zit vast aan de Zwitserse grens.’
“Met transport alleen red je het niet meer. Iedereen kan van A naar B rijden. Wie de ladingen (tijdelijk) in zijn bezit heeft, heeft macht. Voor de Amerikaanse groep Scotts Miracle-Gro doen we bijna alles: we ontvangen hun goederen in bulk en stockeren ze in ons magazijn. De bestellingen van de Brico’s van deze wereld komen rechtstreeks bij ons binnen. Wij picken, verpakken en distribueren de goederen naar België, Nederland en Luxemburg. Maar als je één steek laat vallen, dan krijg je een slecht rapport en mag je het uitleggen.”
Meerwaarde realiseren kan niet zonder betrouwbare en correct betaalde werknemers. Maar uitgerekend de transportsector heeft een reputatie van cowboybedrijven die sterk onder de prijs werken.
PUTMAN. (windt zich op) “Ik heb 45 eigen chauffeurs, allemaal Belgen of Fransen. Wij zijn een grote uitzondering. Het is bijzonder moeilijk om nog Vlaamse chauffeurs te vinden. Ik ga uit noodzaak ook in zee met bijvoorbeeld een Bulgaarse onderaannemer. Ik ben tevreden over zijn diensten en betaal hem daarvoor correct. Ik verwacht ook dat hij zijn chauffeurs correct betaalt. Het laatste wat ik wil, is mijn foto in de krant komt omdat ik me schuldig heb gemaakt aan mensenhandel of een btw-carrousel. Natuurlijk zijn er gangsters in de markt, zoals in elke sector wellicht.”
Heeft de sector behoefte aan meer girlpower?
PUTMAN. (droogjes)”Ik wil meer vrouwen zien in alle bedrijven.”
Waarom?
PUTMAN. (wikt voor het eerst haar woorden) “Vrouwen zijn multitaskers. Mijn gezin is ook een soort logistiek project. En ik denk dat de meeste vrouwen zorgzamer zijn. Als werknemers persoonlijke problemen hebben, kunnen ze bij mij terecht. Ik heb geprobeerd om in dit gebouw een crèche op te richten voor de kinderen van de havenwerknemers. Ik had alles uitgevlooid, maar Kind & Gezin is zelfs niet komen kijken. Ik vind dat zo’n gemiste kans. Maar tegen overdreven overheidsregulering kun je niet op, ik maak me er al lang niet meer druk om. Ik kijk enkel nog naar ons eigen erf: dat moet goed beheerd blijven.”
SAM DE KEGEL, FOTOGRAFIE EMY ELLEBOOG
“Toen ik bij TML binnenstapte, moest ik niet zomaar wat potjes verplanten, maar hele serres afbreken”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier