De theaterrebel in elke manager
Kan kunst uw omzet verdubbelen? Wellicht niet. Maar het vuil van een Brusselse achterbuurt, de elektronische muziek van Karlheinz Stockhausen en de dansers van de Zuid-Afrikaanse townships kunnen uw bedrijf wél een kick geven. Het Brusselse CreatiefFORUM start een ‘close combat’ tussen managers en theaterkunstenaars.
Londen (Groot-Brittannië).
Kunstenaars zijn subversieve, wereldvreemde geesten, en zakenlui zijn alleen maar in poen en grafiekjes geïnteresseerd. Het zijn oudbakken clichés, maar zolang we bereid zijn om ze te geloven, hoeven we onszelf niet in vraag te stellen. In een poging om die vastgeroeste beelden onderuit te halen en de creatieve en de zakenwereld tegen elkaar aan te schuren, organiseren het Brusselse KunstenFESTIVALdesArts en de Stichting Kunstpromotie in mei het CreatiefFORUM. Een nieuwigheid, een close combat tussen ingesleten managementtrucs en scheppingsrazernij van theaterkunstenaars.
Dit platform wil met drie voorstellingen ondernemers uit hun sleur schoppen – Les Ambassadeurs de l’Ombre, waarin haveloze families uit de Brusselse vierde wereld de rol van hun leven mogen spelen, elektronische muziek van Karlheinz Stockhausen, en dansers uit de Zuid-Afrikaanse sloppenwijken. Nadien kunnen de bezoekers debatteren met de regisseurs en de acteurs, en worden er workshops gehouden met professoren, filosofen, kunstbestuurders en managementconsultants.
De relevantie voor het bedrijfsleven is groter dan u op het eerste gezicht vermoedt. “De rode draad is een intensieve uitwisseling van ervaringen tussen ondernemers en kunstenaars over het proces van creatie en verandering,” zegt Christel Dusoleil van de Stichting Kunstpromotie. “Topbedrijven in Onderzoek en Ontwikkeling zoeken nieuwe terreinen af, en proberen uit het behoudsgezinde denken te breken. De artistieke wereld wil relaties aanknopen met die voorhoede. Ook de kunsten bestrijden het conservatisme in de algemene cultuur en de maatschappij. Wij verdedigen een bevragende samenleving waar dingen en situaties niet klakkeloos worden aanvaard.”
“De manier waarop veel ondernemers deelnemen aan cultuur is shockerend,” zegt festivaldirecteur Frie Leysen. “Muziek is voor hen oké want orkestleden houden hun kleren aan, en je kunt de melodieën meeneuriën. Ondernemers zoeken te vaak dingen die bevestigend zijn en durven zichzelf zelden in vraag te stellen. Maar veel dingen zijn niet evident.”
De kunstenaars die KunstenFESTIVALdesArts uitnodigt, gaan in de clinch met het status-quo. Ze peilen naar waar en hoe het fout ging en wat anders en beter kan. Een onrust die eigen is aan onafhankelijke kunstenaars die, los van grote structuren, een artistiek nomadenbestaan leiden, betoogt Leysen. “Het KunstenFESTIVALdesArts is van bij zijn geboorte in 1994 tegendraads, verontrustend, internationaal en bewust bi-communautair.”
Die artistieke onafhankelijkheid is vanzelfsprekend een hoog goed, maar het geld om ze te garanderen, moet ergens vandaan komen. Heeft die overweging meegespeeld in de opzet van het creatiefFORUM? “We scheppen geen kunstmatige behoefte, de bedrijven vragen om een CreatiefFORUM,” reageert Leysen. “We verkopen ons niet aan het bedrijfsleven en we hebben geen verborgen agenda om centen binnen te halen. Klassieke sponsoring werkt trouwens nauwelijks, de ondernemers zijn bang van onze creaties. Ze sponsoren liever Mozart of bezoeken met de medewerkers en de klanten het golfterrein.”
U hoeft niet geniaal te zijn
De manier waarop kunstenaars de gezapigheid ondermijnen, kan voor een ingeslapen ondernemer een behoorlijke schok betekenen. De confrontatie met creativiteit kan intimiderend werken, zeker als je er zelf niet erg in uitblinkt. “Een cursus creativiteit volgen hoeft niet,” zegt professor Marc Buelens. Hij leidt het Competence Centre People and Organisation van de Vlerick Leuven Gent Management School en is moderator bij de gespreksgroepen van het CreatiefFORUM. “Wie het in een cursus zoekt, houdt er een kater aan over plus één of twee bruikbare ideeën. Je leert geen cello spelen op twee dagen, en net zo min ben je licentiaat in de creativiteit na een cursus. Creativiteit groeit rusteloos, is vertakt en ongepland.”
Buelens werkt samen met de theatermakers van het beroepsgezelschap Klein Barnum (zie ook blz. 130) voor lezingen en presentaties. Situatieschetsen én humor moeten de creatieve boodschap voor de managers vertalen. “Creativiteit is een combinatie van originaliteit en bruikbaarheid,” vindt Buelens. Nieuwe dingen groeien volgens hem vanuit elementen die aan elkaar grenzen, invalshoeken die niet te ver van elkaar liggen. Creativiteit wordt gevoed door een open geest, door reizen, romans, gesprekken. Een schokkend kunstproject kan via associaties nieuwe inzichten opleveren. En daar hoef je als ondernemer echt niet geniaal voor te zijn.
Buelens: “Ik zie zelden creativiteit met de impact van het ongelooflijk unieke, het eureka-gevoel. Creativiteit groeit uit rijmelarijen na een coaching-gesprek, uit een voorzet van een partner, uit een theaterstuk. Picasso en Dali hadden vakmanschap, kregen het ambacht onder de knie en dááruit ontstonden hun schokkende doeken. Ik geloof niet in een geniale schilder, genialiteit is een huwelijk van ambachtelijkheid en oefening.”
Voor wie desondanks klamme handen krijgt van zoveel prestatiedruk, heeft Buelens een verrassende boodschap. “Creativiteit botst met de fundamenten van een onderneming,” beweert hij. “We hebben daar een te naïef beeld van. Ondernemingen zouden haarden van vindingrijkheid zijn. Maar dat zijn ze maar ten dele. Een onderneming is onbestuurbaar als ze te creatief is. De hiërarchie, de boekhouding, de administratie zijn barrières tegen de creativiteit.”
Het klassieke voorbeeld zijn de bekende gele Post-it-klevertjes van 3M. Het bedrijf wou aanvankelijk niet van het product weten. De uitvinder heeft er zijn baan voor moeten riskeren om het in productie te krijgen.
“Een nieuw idee blijft in een bedrijf vaak in de kast zitten. Maar de artiest zal zijn idee, het enige wat hij par essence bezit, uitvoeren,” beklemtoont Frie Leysen. “Dat oplossingsgedrag in de artistieke wereld kan de niet-artistieke wereld inspireren.”
Een volk van sceptici
Zijn theater, vrije associaties en grensverleggende creativiteit dan het hemelse manna voor Vlaamse ondernemers? Buelens lacht groen. “Wij zijn doodnuchter. Vlamingen hebben een ingenieursmentaliteit. Je moet bij hen niet gaan leuren met cursussen over transcendentale meditatie. Maar toch zie je dat 70% van de managers belangstelling heeft voor kunst. Alleen tijdgebrek belet dat ze actievere consumenten van les arts zijn.”
Zo valt het op hoeveel ondernemers naar muziek luisteren, concerten bijwonen en zelf musiceren. Het feit dat muziek verband houdt met wiskunde en redelijkheid, is daar wellicht niet vreemd aan – 90% van onze managers is rationeel. “Maar rationaliteit sluit creativiteit niet uit,” zegt Buelens. “Wij blijven een volk van sceptici. En door dat scepticisme zijn wij zwak in marketing, vormgeving en commercialisering. Scandinavië is vergelijkbaar met ons temperament en onze schaal, maar het heeft wél Ikea, Nokia en Lego.”
De vraag die bij CreatiefFORUM rijst, is of het water tussen de kunst- en de zakenwereld niet te diep is. De avant-garde in de kunsten wordt niet gehinderd door enige kennis van zaken over het bedrijfsleven, beaamt Marc Buelens. “Bij de oude Grieken waren kunst, filosofie en politiek de edele beroepen. Handel was onedel, en die tweedeling willen artiesten herbevestigd zien. Vandaag is de klassiek-Griekse verhouding omgedraaid: de handel staat vooraan en dat is niet eenduidig positief.”
“Van de twee kanten bestaan er karikaturen,” countert Frie Leysen. “Kunstenaars en ondernemers hebben de rol van tegenkrachten, ze moeten elkaar in de gaten houden. Het is niet onze bedoeling om nieuwe vrienden te maken. Het is een poging om uit te breken.”
“De tijd is hier rijp voor,” zegt Jean-François Gerard, beheerder van het KunstenFESTIVALdesArts en secretaris-generaal van Ius Laboris, een Europees netwerk van arbeidsrechtsadvocaten. “Bedrijven zoeken analogieën tussen de manier waarop zij functioneren en die van andere groepen in de samenleving.” In het bedrijfsleven groeit blijkbaar een nieuwe generatie die verder wil gaan dan de voorgangers met hun klassieke sponsoring van het Paleis voor Schone Kunsten, de opera en het Festival van Vlaanderen.
“Een creatie opent de ogen,” zegt Frie Leysen. “Als ik bedrijfsleider was, zou de kunstenwereld me intrigeren. De dromen over alternatieve keuzes leven daar heviger, en dat leidt tot een ruimere blik. Wij zijn een koppelteken tussen bedrijfsleven en artiesten, niet meer dan dat. Met respect voor de logica van elk kanaal.”
Honger naar nieuwe taal
Het Brusselse initiatief is eigenlijk een navolging van het Business Arts Forum van het London International Festival of Theatre ( LIFT). Julia Rowntree is een van de oprichters van het project. “Londen was een wereldstad voor het Britse theater maar de gastvrijheid en interesse voor anderstalige opvoeringen ontbraken – en dat in een stad waar 109 verschillende talen worden gesproken,” zegt ze. LIFT herontdekte het theater als een plaats om te denken door de sense of otherness aan te scherpen. Na een persoonlijke en financiële crisis door het wegvallen van de sponsoring van Barings Bank in 1993, merkte Rowntree bij ondernemers een honger naar een nieuwe taal en nieuwe vormen. Theater bleek daarvoor het geschikte medium. Samen met de avant-gardemuziekproducer Brian Eno van Global Business Network en managementauteur Charles Handy van London Business School, richtte Rowntree het Business Arts Forum op. Brian Eno stuurde een exemplaar van ‘The Seven Cultures of Capitalism’ van Fons Trompenaars naar Rowntree voor de inspiratie.
Arie de Geus, ex-hoofd planning van Shell, is de spil van het Business Arts Forum: “De innovatie stimuleren en beheren is de grootste uitdaging voor het hedendaagse zakenleven – en er is geen betere plaats om daarmee te experimenteren dan het Londen International Festival of Theatre.” De stijlen van de voorstellingen lopen dan ook erg uiteen. LIFT verbiedt niets: antikapitalistische stukken, apologieën voor een terugkeer naar de natuur, klassiek drama over macht, dood en verderf, het kan allemaal.
Charles Handy zag het Business Arts Forum als een middel om operationele mensen naar leiderschap te stuwen door hen een helikoptervisie bij te brengen. “Leren is ervaring die tot kracht uitgroeide. Het doel van het theaterfestival is om ondernemers in de leer te laten gaan bij de kunst, zodat hun werk, hun zaak en uiteindelijk hun leven rijker wordt.” Rowntree: “Wat is my community? Wat zijn mijn vooronderstellingen? Dat zijn vragen die knagen aan het geweten van de ondernemers. In het theater ontstaat een nieuwe visie op de gezondheidszorg, op de informatietechnologie, op New Labour. Je noemt en bekijkt er onnoembare zaken.”
Frans Crols
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier