De stedenclub
Voor het eerst in de geschiedenis leeft het grootste deel van de wereldbevolking in steden. Als burgemeester van de grootste stad van de VS, een plek die we in alle bescheidenheid de hoofdstad van de wereld noemen, geloof ik dat die ontwikkeling heel wat beloften inhoudt. Uitdijende steden hebben weliswaar af te rekenen met enorme uitdagingen, maar tijdens mijn samenwerking met stedelijke leiders uit heel de wereld heb ik kunnen vaststellen dat steden steeds meer kweekvijvers van verandering en motoren van vernieuwing aan het worden zijn.
Niet alleen ondernemen steeds meer steden vastberaden actie, we delen ook onze beste strategieën met elkaar. Er ontstaat een nieuwe stedelijke wereldgemeenschap waarin steden met elkaar samenwerken over gemeenschappelijke pro- blemen en tegelijk met elkaar concurreren op de mondiale markt. De dagen dat gemoedelijk gewacht werd tot de nationale overheid iets ondernam, zijn stilaan voorbij. Vooral omdat steden geconfronteerd worden met uitdagingen die onmiddellijke actie vereisen.
De aangroei van de bevolking kan de meest voorkomende kopzorgen van het stedelijke leven nog erger maken, verkeersopstoppingen bijvoorbeeld, of overvolle bussen en metrostellen, en luchtvervuiling. Die aangroei kan ook levensbelangrijke diensten onder druk zetten, onder meer de waterbevoorrading, de energieproductie en de afvalbehandeling. De steden die nu krachtdadige stappen ondernemen om op die problemen te anticiperen, zullen steeds aantrekkelijker worden voor gezinnen en bedrijven.
In New York hebben we een omvangrijke langetermijngroeistrategie in het leven geroepen: het PlanNYC. Het komende jaar zal moeten uitwijzen of onze partners in het deelstaatparlement voldoende daadkracht hebben om de belangrijkste onderdelen daarvan te implementeren. Ik heb het dan onder meer over tolrijden, een plan om de verkeersstromen te verminderen dat we ontwikkeld hebben nadat we soortgelijke initiatieven in Londen, Stockholm en Singapore hadden bestudeerd.
Tolrijden is ook een middel om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Ook op dat vlak zal de samenwerking tussen steden toenemen. Bij de ontwikkeling van de klimaatveranderingsstrategie die aan de basis ligt van PlanNYC hebben we geput uit de ervaring van Berlijn met hernieuwbare energie en ‘groendakenbeleid’. In Hongkong, Sjanghai en Delhi hebben we de verbetering van de transit bestudeerd. We zijn in Kopenhagen gaan kijken hoe we onze voet- en fietspaden beter kunnen aanleggen. Van Chicago en Los Angeles hebben we het idee overgenomen om meer bomen te planten. We hebben voor ons transitgericht ontwikkelingsbeleid geleerd van de ervaring van Amsterdam en Tokio. En in Bogota zijn we inspiratie gaan opdoen voor onze plannen voor het Bus Rapid Transit-project.
In 2008 zullen we, terwijl de federale regering nog altijd de kluts kwijt zal zijn over de klimaatsverandering, er alles aan doen om onze plannen te verwezenlijken. En we kijken ernaar uit om de lessen die we leren ook te delen met andere steden.
Net als de klimaatverandering vereist ook de economische globalisering dat overheden vooruitkijken en zich aanpassen aan de veranderende realiteit, een realiteit die een premie zet op onderwijs en vaardigheden. Steden zullen alsmaar meer tot de vaststelling komen dat er meer lokale investeringen in onderwijs en opleiding nodig zijn om nieuwe jobs aan te trekken. In New York hebben onze bijkomende investeringen – die gegrondvest waren op beleidshervormingen die zowel de aansprakelijkheid als de normen aanscherpen – geleid tot een aanzienlijke verbetering van de examenresultaten en een merkelijke verhoging van het aantal afgeleverde diploma’s voor middelbaar onderwijs. Dat zal onze studenten alvast helpen om mee te dingen op de nieuwe marktplaats.
Bij het aantrekken van jobs en talenten zullen de steden meer inspanningen moeten doen om de beste levenskwaliteit te bieden: veilige straten, vlotte mobiliteit, aantrekkelijke nachtclubs en theaters en prachtige parken. Dat soort van concurrentie zal de steden in staat stellen om de besten en de schrandersten aan te trekken, op voorwaarde dat de landen slim genoeg zijn om ze binnen te laten. In de Verenigde Staten schaadt ons kaduke immigratiesysteem het vermogen van Amerika om toptalenten aan te trekken. Als er tijdens het komende jaar geen omvangrijke hervormingswet wordt gestemd, dan moeten we tenminste toch verbeteringen aanbrengen aan onze douane- en immigratiediensten, zodat alle bezoekers behandeld worden als gasten en niet als potentiële terroristen.
Terrorisme verhinderen vereist een veel verfijndere aanpak dan de ruwe behandeling van internationale reizigers. De bes- te inlichtingendiensten vertellen ons dat de terreurnetwerken hun inspanningen om toe te slaan opvoeren en dat de steden hun primaire doelwitten blijven. Want terroristen willen zoveel mogelijk dood en vernieling zaaien. We kunnen niet elke aanval voorkomen, maar we weten uit ervaring dat efficiënte ordehandhaving en inlichtingengaring op lokaal niveau samenzweringen kunnen verijdelen en ontelbare levens redden.
DE AUTEUR IS DE BURGEMEESTER VAN NEW YORK CITY
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier