De smaak van Californië

Frankrijk kan niet langer de ogen sluiten: de Nieuwe Wereld-wijnen vullen alsmaar meer rekken van de supermarkt. En ook de gespecialiseerde wijnhandelaars hebben de geneugten van niet-Europese wijnen ontdekt. In Californië geven de wijnen van Ernest en Julio Gallo het leidende voorbeeld. Het succes van de haantjes-de-voorsten van Sonoma County.

Einde 1939. De gebroeders Ernest en Julio Gallo krijgen een journalist van de plaatselijke pers op bezoek. De jonge Julio leidt hem door de uitgestrekte wijnvelden van het bedrijf, toont de wijnmakerij en bezoekt samen met de geïnteresseerde verslaggever de grote, koele wijnkelders.

“Maar mijnheer Gallo,” zegt de journalist, “u heeft hier nogal eens wat wijn liggen. Hoeveel gallons mogen dat wel niet zijn?”

“Dit jaar zijn het er drie miljoen,” antwoordt Julio.

“En denkt u die allemaal te verkopen? Wij Amerikanen zijn toch niet echt een wijndrinkende natie. Tot zes jaar geleden gold hier de wet van Drooglegging, en nu denkt u…”

“Jazeker. Wij verkopen die allemaal. We zijn begonnen met een half miljoen, en elk jaar is er een half miljoen bijgekomen.”

“Uw ouders waren beslist gerenommeerde wijnmakers. Heeft u de wijn met de paplepel meegekregen?”

“Niet echt. Onze ouders verbouwden wel druiven, maar daarvan maakten ze een wijn die de eerste zes maanden naar druivensap smaakte, en de daaropvolgende zes maanden puur naar azijn proefde.”

“Hoe heeft u het dan voor elkaar gekregen?”

“Door een sterke wil, een goede visie, en een krachtig geloof in ons product. We are Americans, you know.”

Ruim zestig jaar later is er niet zo veel veranderd. Amerikanen kijken nog altijd vreemd op als je bij de lunch een glas wijn bestelt. En meer dan eens fronsen de wenkbrauwen zich als blijkt dat sommige Europese bezoekers zich ’s middags niet tevreden stellen met een glas sauvignon, maar zelfs een pichet durven te bestellen. Must be an alcoholic, denken ze dan, aan hun halve liter Coca-Cola nippend. Op alle wijnflessen die in de Verenigde Staten verdeeld worden, prijkt de verplichte waarschuwing dat alcohol schadelijk is voor zwangere vrouwen en een nefaste invloed kan hebben op de foetus. De anti-alcohollobby is sterk; maar niet almachtig. Dat blijkt uit de cijfers: het is ongetwijfeld niet toevallig dat de Californische wijnindustrie uitgerekend tijdens het presidentschap van voormalig gouverneur van Californië, Ronald Reagan, enkele absolute topjaren kende.

Maar een vanzelfsprekende wijncultuur zoals die in de mediterrane landen, kent de Verenigde Staten niet. Al wil dat nog niet zeggen dat er in de zaak geen verandering komt. Integendeel. In vergelijking met de vooroorlogse periode, is het imago van wijn er in Amerika een aardig stuk op vooruitgegaan. Want, en dat wordt wel eens vergeten, de Verenigde Staten hebben tot 1933 moeten wachten op de afschaffing van de Drooglegging – de zogenaamde Prohibition. Tussen Wereldoorlog I en 1933 heeft het land dus geen wijn kunnen of mogen maken, laat staan drinken. Met als onrechtstreeks gevolg dat een hele generatie deskundig opgeleid personeel zomaar verloren ging. Van de 800 wijnhuizen in het vooroorlogse Californië, bleven er in 1933 nog een twintigtal over. En die maakten – god zij geprezen – miswijn.

Maar goed. In augustus van datzelfde jaar 1933 vragen en bekomen Ernest en Julio Gallo een vergunning voor het maken van wijn. Niet dat 1933 hun geluksjaar is. Verre van zelfs. Ze maken een van de ergste dingen mee die een mens kan overkomen. Ze treffen hun ouders dood aan op het land; Joe Gallo heeft zijn vrouw een kogel door het hoofd geschoten, en daarna zelfmoord gepleegd. De twee Italiaanse immigranten die einde vorige eeuw hun geluk in de Verenigde Staten zochten, hadden het niet gevonden. Ze hadden een kleine wijngaard, werkten hard maar verdienden maar een habbekrats met de druivenpluk en de verwerking van een brouwsel dat de naam wijn niet waardig leek.

Dit onheil heeft het leven van de zonen Ernst en Julio uiteraard zwaar getekend. Dat ze datzelfde jaar, precies twee maanden na het familiedrama, vastbesloten zijn een groot Californisch wijnhuis op te richten, zegt veel over hun ambitie, geloof en ondernemingszin. Nog veelzeggender is het feit dat het aanvankelijk kleinschalige familiebedrijf van de gebroeders Gallo in iets meer dan zestig jaar tijd is uitgegroeid tot een machtig imperium. In 1933 gingen de broers met 900 dollar en 23 cent op zak op zoek naar een wijnopslagplaats in Modesto. Ze werden door iedereen uitgelachen. Vandaag prijkt op een van de vier flessen die in de Verenigde Staten over de toonbank gaat, het etiket met de twee hanen die elkaar aankijken. Het logo – een zinspeling op hun Italiaanse naam die haan betekent – is één van de meest gekende in de Verenigde Staten, en daarbuiten.

In al die tijd is de filosofie en de doelstelling van het wijnhuis – ook na de dood van Julio in 1983 – dezelfde gebleven. “Wij willen de wereld de kwalitatief hoogstaande smaak van Californië laten proeven en zullen geen enkele inspanning, investering of experiment schuwen.” Dat heeft uiteraard ook met de invloedrijke aanwezigheid van Ernest te maken. Deze kwieke 91-jarige houdt nog altijd een oogje in het zeil. Hij maakt elke week een controlewandeling door zijn uitgestrekte wijngaarden in Sonoma County, in het Noorden van Californië en op een boogscheut van de Stille Oceaan.

De wijnstreek van Sonoma is tweeëneenhalve keer zo groot als de bekende en aanpalende Napavallei, maar de oppervlakte van de wijngaarden verschilt in beide oorden nauwelijks. Een rit door het gebied nabij de kuststrook geeft daarvoor meteen de verklaring. In Sonoma County liggen de wijngaarden verstopt achter de bergen, verspreid tussen de heuvels vol bloemenvelden, of verscholen achter de grote boomgaarden met vruchtrijke perelaars en appelbomen. In Napa lijkt de aarde tot aan de horizon met druivelaars beplant. De term verscholen mag letterlijk geïnterpreteerd worden. Langs de smalle tweebaansweg die door de valleien van Ernst en Julio kronkelt, staan nergens maar dan ook nergens naambordjes die naar Gallo verwijzen. “Hoeft ook niet,” zegt Chris Gallo, kleinzoon van Ernest. “Je kent mijn grootvader. Die moet van geen pottenkijkers weten. Waarom moeten toeristen of andere nieuwsgierige mensen weten waar onze wijngaarden liggen? Ernest vindt dat alleen de seizoenarbeiders moeten weten waar ze terecht moeten, en dat dat volstaat.”

Dat de Gallo’s alle invloed van buitenaf proberen te beperken, blijkt ook uit hun weigerachtige houding ten opzichte van geïnteresseerde buitenlandse en meestal Europese kopers. Het wijnhuis is nog steeds in familiehanden en, aldus Chris die de stem van het bedrijf vertegenwoordigt, dat moet zo ook blijven. Drie sleutelfuncties binnen het bedrijf worden uitgeoefend door kinderen van de Gallo-broers. En Chris is een van de twaalf kleinkinderen die bij het huis betrokken zijn. Net zoals enkele van zijn neven en nichten heeft Chris een diploma op zak van een van de meest vooruitstrevende wijnscholen ter wereld, de University of California in Davis. Waarmee meteen een belangrijke eigenschap van Gallo, en van de Californische wijn in het algemeen genoemd is: vooruitstrevendheid. Dat heeft onrechtstreeks weer veel met de Drooglegging te maken. Toen die afgeschaft werd, waren er geen ervaren wijnmakers meer en moest de wijn uit pure noodzaak op een totaal nieuwe wijze benaderd. Kortom: in Californië heeft een tweehonderdjarige traditie noodgedwongen plaatsgemaakt voor wetenschap en experiment.

De Europese wijnindustrie krijgt hier af en toe het etiket old fashioned opgeplakt. Over het belang van eeuwenoude traditie en cultuur wordt soms met geen woord gerept. Bij de Gallo’s gaat dat er gelukkig anders aan toe. In die stamboom stroomt het Italiaanse bloed nog duidelijk door de aderen. “Mijn grootvader was vijf toen zijn moeder hem een drinkbus met wijn meegaf naar school. Toen de schooldirectie uitvond welk zondig goedje in de drinkbus zat, zorgde dat uiteraard voor een groot schandaal,” aldus Chris.

“Mij is het niet zoveel anders vergaan. Ik was een jaar of elf toen ik voor het eerst wijn mocht drinken. En dat is in Amerika nog altijd een uitzondering. Wij zijn met wijn opgegroeid. Net zoals we opgegroeid zijn met de voortreffelijke Italiaanse keuken.”

“We investeren veel tijd en geld in experimenten,” zegt Marcello Monticelli, een van de vier wijnmakers bij Gallo en niet toevallig ook een Amerikaan met Italiaanse (Toscane) roots. “En dan bedoel ik niet alleen experimenten in het stadium van de wijnmakerij zelf. Neen, het begint al veel vroeger. Bij de druivensoort. De wijnstok. De manier waarop de druiven geplant worden. Waarop hun wingerds geleid worden. De irrigatiemethoden, de vaten, de persinstallaties, gistingsprocedures… Je weet dat Sonoma Conty het meest gevarieerde druivenlandschap van Californië heeft. Het gebied is onderverdeeld in elf afzonderlijke zones. Dat zijn de zogenaamde AVA’s ( American Viticultural Area’s). Wat die onderverdeling inhoudt? Dat Sonoma zo verscheiden is dat de bodemgesteldheid en het klimaat op elf plaatsen voor zeer verschillende karakteristieken zorgen. En dus voor zeer verschillende druivensoorten (cabernet sauvignon, zinfandel, pinot noir, pinot gris, chardonnay, sangiovese, merlot, syrah, barbera…) en wijnen. Het klimaat speelt een essentiële rol in Sonoma. Meer nog dan in Napa, want Sonoma grenst aan de oceaan. En dat betekent dat het hier frisser is dan in de rest van Californië. De druiven kunnen dus lang en traag groeien en rijpen. Ze worden niet verschroeid door de zon, om de eenvoudige reden dat de oceaanmist zowel ’s morgens als ’s avonds als een gordijn tussen de zon en de aarde hangt. En toch kun je niet zeggen dat Sonoma een echt zeeklimaat heeft. Daarvoor is het landschap dan weer te bergachtig. De bergen vangen de sterke invloed van de oceaan op.”

Temidden van de acht domeinen die het wijnhuis de gebroeders Gallo in vier AVA’s van Sonoma bezit, staat de moderne, grote en hoogtechnologische wijninstallatie waar “het echte werk” gebeurt. Het geheel – 22 gloednieuw ogende pneumatische persen en 36 enorme gistkuipen in roestvrij staal – doet bijna onwerkelijk aan. Temeer omdat het contrast met de handenarbeid op het land zo bijzonder groot is. De nabijgelegen wijnkelders maken pas echt duidelijk hoeveel werk hier verzet wordt: er liggen liefst 50.000 vaten in Franse of Amerikaanse eik. Toch is kwantiteit op dit moment niet de grootste bekommernis van het wijnhuis Ernst en Julio Gallo. Het wil nu vooral korte metten maken met zijn imago van supermarktwijn. Want dat is een feit. In Europa maar ook in de Verenigde Staten wordt het logo met de twee hanen vrijwel automatisch geassocieerd met goedkope wijnen voor grote consumptie. De echte erkenning – die van een topwijn op wereldvlak – is er dus nog niet. “Maar dat zal niet lang meer duren,” zegt Monticelli. “Op oenologische wedstrijden in binnen- en buitenland kapen we nu al de ene medaille na de andere weg. Dat kan ook moeilijk anders. We beschikken over de beste druiven, de meest moderne wijnbouwkundige technieken, uitstekende wijnmakers en abolute topwijnen. Het enige wat we nodig hebben, zijn overtuigde journalisten. Want die moeten de wereld vertellen hoe verleidelijk de smaak en het parfum van Californië zijn. Van de exclusieve wijnen van Ernest en Julio Gallo, bedoel ik dan.”

margot vanderstraeten

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content