De sluipwegen van het geld (deel 2)
Europa wil de belastingen op spaargeld gelijktrekken voor de hele Unie. In 2011 gaat het bankgeheim voor de bijl. Redenen genoeg voor veel spaarders om met hun centen naar belastingparadijzen te trekken. Drie afleveringen lang trekt Trends langs de sluipwegen van het stiekeme geld. Vorige week hielden we halt in New York City, vandaag vliegen we naar Noord-Cyprus.Noord-Cyprus.
Noord-Cyprus.
Voor particulieren met een overvloed aan bibbergeld is Noord-Cyprus waarschijnlijk het meest uitdagende offshorecentrum van Europa. Het eiland Cyprus ligt in de oosthoek van de Middellandse Zee, net onder de ‘oksel’ van Turkije en Syrië. Na een bewogen geschiedenis, die teruggaat tot de Egyptische farao’s, werd Cyprus in 1960 onafhankelijk. De Griekse en Turkse bevolkingsgroepen die het eiland bewonen, raakten evenwel meteen na de onafhankelijkheid met elkaar slaags. In 1974 werd het eiland opgedeeld. En opgedeeld is het vandaag nog steeds: in het noorden voert president Rauf Denktash het bewind over de Turkse Republiek van Noord-Cyprus (TRNC) die zich in 1983 onafhankelijk verklaarde. In het zuiden oefenen de Grieks-Cyprioten de macht uit. Het Turkse gedeelte wordt door een ijzeren gordijn van het Griekse afgeschermd. Aan de demarcatielijn houden VN-blauwhelmen de wacht.
Liefdesnest voor buitenlandse bedrijven
Het is een merkwaardige situatie voor een land dat zichzelf graag profileert als het eiland van de liefde. Want volgens de klassieke mythologie werd in Cyprus Aphrodite uit de golven geboren, waarna ze er het levenslicht gaf aan haar zoon Eros. Noord-Cyprus gebruikt zijn charme vandaag vooral om buitenlandse ondernemingen aan te trekken. In een ongeschonden mediterrane omgeving kunnen buitenlandse bedrijven, of hun bijhuizen, er zich vestigen tegen een forfaitaire aanslag van slechts 500 dollar per jaar op de winsten die ze uit hun offshoreactiviteiten behalen. Voor offshorebanken bedraagt dit tarief 2%. Een ander voordeel voor wie met zijn kapitaal naar het eiland van de liefde trekt, is dat buitenlandse vonnissen er niet worden uitgevoerd. Een zakelijke opponent die ondanks alles toch een lokaal uitvoeringsbevel wil verkrijgen, moet dus telkens een nieuwe procedure opstarten.
En pro’s zijn er nog meer: zo kunnen vennootschappen in Noord-Cyprus zeer flexibel worden opgericht. Een kapitaal van 5000 dollar (dat niet eens moet worden volgestort; onderschrijven is voldoende) volstaat al. Voor offshorebanken ligt de lat inzake kapitaal op 500.000 dollar. En dan zijn er nog de voordelen rond bestuursmandaten: die kunnen, als u dat wenst, zelfs worden waargenomen door rechtspersonen.
Een offshorebedrijf in Noord-Cyprus kan de meest diverse commerciële en financiële activiteiten uitoefenen. Omdat het land toch een poging doet om grote financiële piraten buitengaats te houden, moeten offshorebanken verplicht bijhuizen zijn van gereputeerde buitenlandse financiële instellingen. De Hongkong and Shanghai Banking Corporation (HSBC) is daarvan wellicht het meest bekende voorbeeld. De lokale financiële instellingen vallen er overigens ook onder een strafrechtelijk afgedwongen bankgeheim.
Hoewel Noord-Cyprus geen belastingparadijs is voor natuurlijke personen wordt er toch een fiscaal interessante uitzondering gemaakt: buitenlandse renteniers die er wonen en geen bedrijfsinkomsten meer genieten, worden op hun pensioen en de inkomsten uit kapitaal (dividenden of interesten) slechts tegen 5% belast. De uitkeringen die ze evenwel ontvangen van Noord-Cypriotische offshorevennootschappen zijn helemaal belastingvrij.
Fiscale info wordt niet doorgespeeld
De invoering van de richtlijn op de spaarfiscaliteit in de Europese Unie, die op termijn voorziet in een geharmoniseerde roerende voorheffing van 20% en een opheffing van het bankgeheim vanaf 2011, kan maar efficiënt worden doorgevoerd als alle fiscale vluchtwegen worden geblokkeerd. Daarom is Brussel onderhandelingen gestart met de ons omringende belastingparadijzen, en zelfs met Zwitserland en de Verenigde Staten. Bedoeling is dat die voortaan informatie zouden doorgeven over het kapitaal dat de Europeanen in die landen achter de hand houden.
Voor de EU zal het evenwel nagenoeg onmogelijk zijn om van een niet-erkend land als Noord-Cyprus ook maar één inlichting te bekomen. De vraag rijst trouwens hoe de Unie met Noord-Cyprus zou kunnen onderhandelen met het oog op de uitwisseling van informatie: het netwerk van internationale belastingverdragen dat Cyprus destijds heeft afgesloten, blijft in het niet-erkende noordelijke deel dode letter. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat vennootschappen met standplaats Noord-Cyprus worden beschouwd als zeer aantrekkelijke instrumenten om er investeringen in Centraal-Azië, Oost-Europa en het Midden-Oosten mee te financieren. In elk geval is Noord-Cyprus voor die gebieden dé springplank naar het Westen.
Verzetsstrijder tegen belastingen
Cyprus gaat in de zomer gebukt onder een verzengende hitte. De Middellandse Zee is er afwisselend turkoois blauw en zeewiergroen. In ieder geval een uitstekende plek om te zwemmen. Het water is als fluweel en de branding is zacht. Bevreemdend is wel dat de wachttorens van het Turkse leger tot op het strand staan. Op een bevolking van ongeveer 200.000 inwoners telt Noord-Cyprus bijna 35.000 Turkse soldaten.
Het is in die ‘spanningsvolle’ omgeving dat Hendrik Owel woont, van origine een Nederlander, maar vooral een man die zijn hele leven actief is geweest in de internationale belastingplanning. Terwijl een Pakistaanse huisbediende vers gesneden suikermeloen serveert en de lucht zich vult met het sterke oosterse parfum van de pakistani jasmijnen in de tuin, vertelt Owel hoe hij een Nederbelg avant la lettre was, een zakenman die via Liechtensteinse trusts de vermogens van zo’n vijfhonderd particulieren beheerde. Wereldwijd had hij een vertegenwoordigingskantoor in alle belangrijkste belastingparadijzen: Liechtenstein, Luxemburg, de Nederlandse Antillen, Anguilla, Panama en Sint-Vincent. Momenteel heeft hij zijn stek gevonden in Noord-Cyprus. Want, zo zegt hij, “sommige autoriteiten durven wel eens zeer lastig worden voor wie te succesvol is in dit vak.”
Hendrik Owel heeft zowel de aura van een gewiekst zakenman als van een vrijheidsstrijder. Hij is erin geslaagd om een ongewoon luxueuze villa neer te planten op een heuvelhelling. Van daaruit overschouwt hij de belangrijkste badplaats aan de noordkust: Girne. Achter de kantelen van de kasteelmuren die zijn villa omringen, staat een kanon. Het staat gericht op de baai. Het lijkt wel of hij daarmee de veel te hoge aanslagvoeten van Europa aan flarden wil schieten.
Als zestienjarige knaap al was Hendrik Owel actief als verzetsstrijder tegen de Duitsers. Nadat hij zijn diploma bestuurswetenschappen behaalde, ontdekte hij vroeg in de jaren zestig het voordeel dat internationale enclaves bij de grensoverschrijdende belastingplanning kunnen betekenen. Hij vond een huis op de Nederlands-Belgische grens van Baarle-Hertog, een Belgische enclave in Nederland. De landsgrens liep dwars door zijn huis. Aan de ene kant van de woonkamer had hij een telefoonaansluiting op het Nederlandse netwerk, in de andere hoek stond de ‘Belgische’ telefoon. Zo kon hij ‘buiten’ Nederland toch ‘in’ Nederland bankieren.
Eenzelfde geografische situatie doet zich momenteel voor in Noord-Cyprus. Het ligt tegelijk ‘binnen’ en ‘buiten’ Europa. “Of hoe niet erkend zijn toch een voordeel kan betekenen,” lacht hij. Hoewel Owel de gezegende leeftijd van 76 jaar heeft bereikt, weet hij van geen ophouden: “Mijn motivatie haal ik uit de bewondering die ik koester voor het recht op vrijheid, het recht om te wonen waar ik wil en het recht om een eigen regering te kiezen die autonoom beslist over de belastingdruk”. Hij blijft zich, ook vandaag nog, verzetten tegen de moderne onteigening van de arbeidskracht door de overheid, een onteigening die volgens hem gebeurt zonder enige vorm van tegenprestatie. Hij vindt dat de staat geen ‘roofridder’ mag worden en dat iedereen zich in elk geval met hand en tand tegen dergelijke roofridders moet verdedigen.
Met een beetje weemoed denkt Owel terug aan de woelige zestiende eeuw, toen de voltallige Nederlanden in opstand kwamen tegen de zogenaamde 10de penning, een belasting van 10% die Alva, als gezant van de Spaanse overheerser, wou invoeren. “In de huidige makke tijden dragen loontrekkers zonder morren ongeveer 65% van hun jaarlijkse inkomen boven de 25.000 euro aan de staat af,” vergelijkt hij, “de BTW op consumptie niet eens meegerekend”.
Owel refereert graag aan de vorst van Liechtenstein: “Niet de lage tarieven, maar de absurd hoge belastingdruk in de Europese landen doet de ondernemers naar belastingparadijzen vluchten”. De Nederlander schrikt er dan ook niet voor terug om de EU-lidstaten te bekritiseren: “Die heffen al lang geen belasting meer om hun behoefte als staat te dekken. Neen, eigenlijk komt het gewoon neer op een vorm van inkomstenherverdeling”. En dat vindt de ondernemer in Owel bijzonder onrechtvaardig. “Zelfs de meest gezagsgetrouwe burger gaat in zo’n situatie door de knieën. Want, in sommige gevallen moet belastingontwijking als fiscale noodweer worden beschouwd.”
Noord-Cyprus ontvangt u met open armen
Wat Liechtenstein is voor Duitsland, en Luxemburg voor België, dat is Noord-Cyprus voor Turkije en Europa. Er staat een Europeaan niks in de weg om via Noord-Cyprus te opereren. Integendeel, Europeanen worden er met open armen ontvangen en de Noord-Cypriotische wetgeving stelt de offshorehandel voor iedereen open. Immers, geld zoekt onder de hoge fiscale druk van het Westen altijd een vluchthaven. In de toekomst ziet Owel nog wel meer nieuwe belastingparadijzen ontstaan aan de oostelijke grenzen van Europa: “Kosovo en Montenegro zijn al in het gat gesprongen. Het ziet er dan ook niet naar uit dat zij vlug lid van de Europese Unie zullen worden.”
De EU is volgens Owel dom geweest toen ze min of meer garandeerde dat Cyprus lid van de Unie kon worden, ongeacht of er een oplossing was voor de opdeling van het eiland. “Tijdens de Europese top van Kopenhagen moet daarover een beslissing worden genomen. Griekenland heeft al gedreigd met een veto tegen de toelating van andere Oost-Europese kandidaten als Cyprus niet tegelijk wordt toegelaten. Dat is diplomatiek gezien een zeer moeilijke situatie, omdat men dan een land zou accepteren waarvan de regering wordt verondersteld een heel eiland te vertegenwoordigen, hoewel ze in werkelijkheid slechts zeggenschap heeft over de helft.”
Een toetreding zou volgens Owel erop neerkomen dat de Turks-Cyprioten Europese burgers worden: “En dat zou zeer veel invloed op het fiscale gebeuren hebben. De autoriteiten van Noord-Cyprus voelen zich immers aan geen enkele Europese richtlijn gebonden. Hoewel het gebied beslist geen vrijhaven is voor crimineel geld, zijn de Turks-Cyprioten niet van plan om hun lucratieve offshorewetgeving onmiddellijk op te geven. De EU kan de burgers van Turks-Cypriotische origine onmogelijk de vrijheden en rechten ontzeggen die ze andere Europese burgers toekent. Wie een Turks-Cypriotische bank niet erkent en een Grieks-Cypriotische wél, zou zich schuldig maken aan ongeoorloofde discriminatie.” Volgens Owel hebben de financiële boekaniers van Grieks-Cyprus zich trouwens schaamteloos bezondigd aan het witwassen van vele honderden miljoenen dollar voor de gewezen Joegoslavische president Slobodan Milosovic.
Een alternatief voor belastingparadijs Noord-Cyprus
Vindt u de stap naar dit belastingparadijs alsnog te ver of vertrouwt u de Noord-Cypriotische autoriteiten niet, dan kunt u volgens Iep Owel, de zoon van Hendrik en actief als internationaal vermogensadviseur, nog altijd uw toevlucht zoeken in beleggingsinstrumenten zoals Tak 23. Volgens Iep Owel vormen de Tak 23-producten voor Belgen een uitstekend instrument, omdat ze niet onder de toepassing van de richtlijn op de spaarfiscaliteit vallen: “Ze laten toe om aan successieplanning te doen zonder dat u zeggenschap verliest over uw vermogen, althans als u de specifieke voorwaarden en regels die de wetgever eraan stelt in acht neemt. De Tak 23-producten staan onder staatstoezicht van het Luxemburgse controleorganisme op de verzekeringsinstellingen. De polis wordt bij een verzekering afgesloten, maar het geld wordt belegd via een onafhankelijke vermogensbeheerder. Gelet op het feit dat de Europese lidstaten niet in staat zijn om de pensioenen van hun burgers te blijven betalen, zullen ze verplicht worden dergelijke gunstregimes uit te werken, of minstens oogluikend toe te laten. Zoniet zal de economische en intellectuele toplaag in Europa massaal het vliegtuig nemen, op zoek naar fiscaal gunstiger oorden.”
Wanneer deze gevreesde demografische evolutie zich zal voltrekken, weten we nog niet. Maar wat wél zeker is: bij onze terugkeer stonden er meer vliegtuigen op het tarmac van het onooglijk kleine Ercan, de luchthaven op Noord-Cyprus, dan op onze nationale trots van Zaventem. Zou de belastingdruk daarmee iets te maken hebben?
Werner Niemegeers [{ssquf}]
Buitenlandse bedrijven die zich op Noord-Cyprus vestigen, moeten slechts 500 dollar per jaar betalen op de winsten die ze uit hun offshoreactiviteiten behalen.
Buitenlandse renteniers die op Noord-Cyprus wonen en geen bedrijfsinkomsten meer genieten, worden op hun pensioen en inkomsten uit kapitaal slechts tegen 5% belast.
Een vennootschap oprichten op Noord-Cyprus verloopt zeer vlot: een kapitaal van 5000 dollar, dat niet eens moet worden volgestort, volstaat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier