De siësta na de fiësta
Het Spaanse feest is voorbij. Na de lusten van de euro, komen de lasten. Het land moet de hoge inflatie, de schamele productiviteit en de stijgende lonen nu verteren.
De afgelopen tien jaar haalde Spanje enorm veel profijt uit de Europese eenheidsmunt. Vlotte toegang tot goedkoop krediet en een opstoot van buitenlandse investeringen zetten een boom in gang die de levensstandaard van miljoenen Spanjaarden optilde en miljoenen bijkomende migranten lokte. Alsof het land niet bruisend genoeg was, won de nationale ploeg ook Euro 2008.
In 2009 maakt Spanje kennis met de keerzijde van de medaille van het EU-lidmaatschap, als de economie afglijdt naar een bijtende recessie. Zonder een eigen munt kan Spanje zich niet uit de moeilijkheden devalueren, zoals het deed tijdens de recessie van 1993. Het kan ook de intresten niet naar beneden halen om de huishoudens en bedrijven, die gebukt gaan onder de schulden, bij te springen. Het enige wat de Spanjaarden kunnen doen, is doorbijten en slikken.
Sommige zaken hadden al kunnen gebeuren. De hoge inflatie, schamele productiviteit en stijgende lonen gaven Spanje een minder concurrentiële plaats in een toenemend competitieve wereld. Spanje zou zijn arbeidsmarkt moeten hervormen om de broodnodige flexibiliteit te verkrijgen.
Maar als de socialistische regering van José Luis Rodríguez Zapatero al geen zinvolle hervormingen doorvoerde in betere tijden, gaan de vakbonden zeker niet akkoord nu er jobs op het spel staan. De Spaanse eerste minister heeft hun al joviaal beloofd dat hij geen economische maatregelen neemt zonder hun toestemming – een belofte die hij zich in 2009 zal beklagen, als de sociale onrust weer door Spanje waart.
Zapatero heeft zijn eerste ambtstermijn grotendeels verkwanseld aan een cultuurstrijd met de politieke rechterzijde, terwijl hij had moeten sleutelen aan Spanjes problemen. De waarschuwingslampjes knipperden al jaren, maar de premier negeerde ze vrolijk en werd beloond met een tweede ambtstermijn na de verkiezingen in maart (waarin hij evenwel geen absolute meerderheid haalde).
Robbertje met de bisschoppen
Toegegeven, de economie ging sneller achteruit dan de pessimisten voorspelden. En de problemen – een groot tekort op de lopende rekening, te grote afhankelijkheid van de bouwsector en overdreven leningen door gezinnen en bedrijven – werden nog eens aangevuld met een internationale financiële crisis.
Zapatero reageerde sloom. In plaats van het oubollige Spaanse onderwijssysteem aan te pakken, het ondernemerschap aan te moedigen en de jonge Spanjaarden af te brengen van hun voorliefde voor een job bij de overheid, gooide de eerste minister het nog maar eens op een robbertje met de Spaanse bisschoppen. De Spaanse abortus- en euthanasiewetgeving staat nochtans nauwelijks centraal in de beslommeringen van de doorsnee-Spanjaard, die een miezerig 2009 tegemoet gaat na vijftien jaar van snelle economische groei.
Twee jaar slappe groei is zowat het beste scenario dat de Spanjaarden te wachten staat. Daarbij daalt de reële waarde van de lonen tot de economie haar concurrentiekracht herwonnen heeft. Het herstel kan in 2010 beginnen, maar niet voor de werkloosheid opgeklommen is tot een bedroevende vijftien procent. Zonder hervormingen moet Spanje zich schikken in een langdurige economische sclerose die ook achterblijvers als Italië en Portugal treft.
De Spaanse banken en financiële regelgever werden er terecht om geprezen dat ze riskante investeringen in exotische financiële vehikels, die zoveel andere banken in moeilijkheden brachten, links hebben gelaten. Maar de Spaanse banksector is nog altijd onaangenaam verweven met de vastgoedsector, die in 2009 blijft zieltogen omdat de markt een overschot van 1,5 miljoen onverkochte huizen moet verteren.
Steeds meer Spanjaarden kunnen hun leningen niet meer afbetalen en bouwbedrijven gaan over de kop, daarom staan de Spaanse banken voor een bijzonder somber jaar. Heel wat Spaanse spaarbanken zijn zwaar blootgesteld aan de bouwsector en sommige verbergen erg zware verliezen. De meeste hebben echter stevige banden met de machtige regionale besturen, zodat ze politiek te belangrijk zijn om ten onder te gaan. De regering zal een hele reeks gedwongen huwelijken tussen kleinere entiteiten moeten opzetten om ze boven water te houden. (T)
DE AUTEUR IS CORRESPONDENT VAN THE TIMES IN SPANJE.
Door Thomas Catan
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier