“De senator heeft vele meningen – over elk onderwerp twee”
Op 2 november kiezen de Amerikanen hun volgende president. Over de Democratische kandidaat John Kerry verscheen een kritische biografie. Is hij echt een machiavellistische kameleon?
Michael Kranish, Brian Mooney & Nina Easton, JFK – Een biografie van John F. Kerry. Vassallucci, 342 blz., 18,95 euro.
In de flink doortimmerde biografie van John F. Kerry komt één eigenschap duidelijk uit de verf: de Amerikaanse presidentskandidaat voor de Democraten is een volbloed politicus. Vreemd genoeg betekent dat juist niet dat hij er glasheldere opvattingen op nahoudt. Vergeet de oudbakken romantische idee over een politicus als pleitbezorger van een bepaalde maatschappelijke zienswijze of ideologie. Wie vandaag met een rotsvast geloof in een zaak de politieke arena binnenstapt, wordt binnen de kortste keren afgeslacht door de professionele gladiatoren. Soms lijkt het er wel even op dat Kerry zich laat meeslepen door een kwestie, soms zelfs door een heet hangijzer. Dat was al het geval in de Vietnamoorlog. Hij was één van de agressiefste commandanten op een patrouilleboot op de Mekong, waar hij vermetel een jonge Vietcong-strijder tot op de oever achtervolgde en doodde. Terug in de VS, ontdekte hij dat het politieke klimaat omgeslagen was. Prompt ontpopte de gedecoreerde oorlogsheld zich tot woordvoerder van de veteranen tegen de oorlog. Uit protest gooide hij zijn medailles publiekelijk weg. Toen de beweging evenwel te radicaal en marginaal werd, repte Kerry zich met gemak weer naar het veilige midden van de Amerikaanse politiek. Later verkondigde hij zonder gêne dat hij niet eens zijn eigen eretekens weggekeild had.
In JFK – Een biografie van John F. Kerry barst het van de bochten van 180 graden. De biografie lijkt zelfs verdacht veel op een machiavellistisch handboek voor de cynische politicus met als eerste les: klamp u vooral niet vast aan een eigen mening. Michael Kranish, Brian Mooney en Nina Easton, drie journalisten van de Boston Globe die de carrière van de nu zestigjarige Kerry al jarenlang nauwgezet volgen, schetsen geen fraai beeld van de politicus die na de presidentsverkiezingen van 2 november 2004 misschien de machtigste man ter wereld wordt.
(Niet) Weg uit Irak. In de strijd om het presidentschap speelt de oorlog in Irak een doorslaggevende rol. Dan verwacht je van een kandidaat op zijn minst een standpunt. Kerry lijkt zwaar gekant tegen het conflict, vele (Europese) politici zien hem de Amerikaanse troepen al terugtrekken, maar de uitspraken van de senator van Massachusetts laten voorlopig geen enkele conclusie toe. Zijn slalommende stemgedrag in het Amerikaanse Congres brengt wel weer schaamteloos opportunisme voor het voetlicht. Zo stemde hij tegen de Golfoorlog die vader Bush begin jaren negentig voerde in Irak. Toen er een snelle overwinning kwam en iedereen enthousiast applaudisseerde, prees Kerry plots de kordate actie. Allicht met hetzelfde scenario in het achterhoofd, stemde hij voor de huidige oorlog. Maar toen een snelle en glorieuze beëindiging uitbleef, stemde hij tegen het inzetten van meer middelen in Irak. Wat zijn opponent, de huidige president George W. Bush, meteen pittige campagnemunitie verschafte: “De senator heeft vele meningen – over elk onderwerp twee.”
Richard Nixon, president toen Kerry tekeerging tegen de oorlog in Vietnam, herkende de hardnekkigheid en het cynisme van de beroepspoliticus al in 1971 in Kerry. Wellicht had Nixon gewoon een goede neus voor types als zichzelf. Nixons adviseur bevestigde: “Kerry heeft politieke ambities en zoekt gewoon een issue. Hij kwam terug als havik en werd een duif toen hij de politieke mogelijkheden zag.”
Witte Huis in Bretagne. Een groter verschil tussen de twee presidentskandidaten lijkt nauwelijks mogelijk: de brutale Texaanse cowboy Bush met zijn oude waarden versus de afgeborstelde liberal Kerry uit de hogere diplomatenkringen in het progressieve Boston. Maar het meest verrassende aspect van de biografie is nu net dat er veel meer gelijkenissen zijn tussen de huidige president en zijn uitdager dan ze zelf graag toegeven. Ook de Texaan Bush stamt immers uit bevoorrechte kringen in Boston. Beiden behoorden ook, zij het met twee jaar verschil, tot het selecte studentengenootschap Skull and Bones aan Yale University, een eliteclub met leden uit invloedrijke families.
De jonge Kerry moest wel rekenen op steun van een rijke tante om de kostscholen te betalen, onder meer in Zürich. Vader was jurist, ambtenaar en diplomaat met lange missies in Europa. Kerry houdt aan die Europese jeugd – naast een pied-à-terre in Bretagne – ook een rijke talenkennis over (hij spreekt Frans, Duits en Italiaans). Zijn eerste vrouw, van wie hij scheidde na achttien jaar, kwam uit nog méér gefortuneerde kringen. Toch was Kerry pas echt vrij van financiële hoofdbrekens na zijn tweede huwelijk, in 1995, met de vijf jaar oudere weduwe van ketchuptycoon Heinz. Zo komt er straks al zeker een Amerikaans icoon in het Witte Huis: een cowboy of ketchup.
Jan Lodewyckx
De biografie lijkt verdacht veel op een machiavellistisch handboek voor de cynische politicus met als eerste les: klamp u vooral niet vast aan een eigen mening.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier