DE RYANAIR-EMIGRATIE
Zes naaste kennissen verhuizen naar Zweden. Definitief. Zij kochten een huis bij de universiteitsstad Uppsala, een lieflijke streek met meren, bossen en kastelen. De zes – pa en ma en vier kinderen, 17, 15, 11 en 5 – verkiezen de levenskwaliteit en het tragere ritme van Zweden boven de Belgische chaos. Die interne migratie is voor de Europese Unie een pluspunt, voor België een verlies.
De baas van Ryanair, Michael O’Leary, heeft meer gedaan voor de vermenging en het burgergevoel van de Europeanen dan veel plechtstatige vaders van Europa met een plein, een plantsoen of een laan met hun naam in de Europese hoofdstad.
Voor 17 euro vlieg je met Ryanair van Charleroi naar Skavsta, honderd kilometer ten zuiden van Stockholm. Als de geëmigreerde tieners in 2007 eventjes naar Rock Werchter willen, kost hen dat een treinticket van Brussel naar De Panne. Het buitenlandse lief, dat voor veel Vlaamse studenten een welkome aanvulling is op het Erasmusprogramma, vliegt eveneens voor een habbekrats naar haar schattebout in Eeklo. Een Michael O’Learylaan aan het Schumanplein in de Brusselse EU-wijk zou fair zijn.
Verplicht werken in Denemarken? Vandaag is emigreren naar een ander EU-land een vrije beslissing. Zal dat ook zo blijven in de toekomst? Kan het Belgische ministerie van Arbeid een werkloze of werkzoekende verplichten om in het kader van de groei van een heuse Europese arbeidsmarkt, een job op te nemen in Aarhus (Denemarken), Lyon (Frankrijk), Darmstadt (Duitsland)?
Vandaag is die verplichting uitgesloten. Er wordt echter aan gewerkt. Stilaan zullen de Ryanairvluchten de kopie zijn van de maandagtreinen tussen Geraardsbergen en Luik met de Vlaamse gastarbeiders voor de steenkolenmijnen.
Het stadje Växjö in Skane herbergt een mooi museum over de Zweedse emigranten. Op drie etages tonen kaarten, foto’s en videofilms de internationale uitzwerming van de arme Zuid-Zweden – een streek van houtbouw en glasfabriekjes. De wortels van de Amerikaanse president George W. Bush zijn Zweeds, zo blijkt uit recente documenten. Landverhuizers heetten de emigranten toen. Schrijvers dompelden hen in een waas van romantiek: vervolging en armoede in het land van herkomst, de Grote Overtocht naar een Nieuwe Wereld, de strijd met de natuur en vijandige inboorlingen, moeizame arbeid en uiteindelijk… het fortuin. Het gedicht van Paul van Ostaijen over de povere Dinska Bronska uit Polen, op de kaai van de Red Star Line, is een expressionistisch hooglied voor de landverhuizers.
Weg uit Bachten de Kupe. Stilaan wordt een geheugenplek over de inwijking in Zweden even steekhoudend. Vorig jaar vertrokken duizend Nederlanders – de regelneverij en overbevolking beu – naar Zweden en Noorwegen. In een klap vestigden zich 25 Nederlanders in het Noorse Vesdre Slidre (2304 inwoners). Het verhaal van de Vlaamse huisarts Lore Buyle, die met haar man en drie kinderen op 20 april vertrok van de Vlaamse moeren Bachten de Kupe naar de Zweedse meren in Dalsland, haalde de buis en de bladen.
De Zweden jagen actief op hoogopgeleide West-Europeanen met een inkomen. Bedoeling is dat die de Zweedse talentenpot en bevolking versterken. De Zweden willen hun verlaten dorpen opnieuw bevolkt zien, willen hun human resources verbreden en de sociale zekerheid ondersteunen met contribuanten. Zweden opende met Ierland en het Verenigd Koninkrijk meteen de grenzen voor de Polen, de Hongaren, de Slowaken – kortom alle nieuwe EU-burgers. Dat brengt een gemengde migratie op gang met hardwerkende en minder gefortuneerde landverhuizers.
De rekrutering van Nederlanders en Belgen geeft een tegenwicht. Sinds 1998 vindt in Nederland elk jaar de Emigratiebeurs plaats. Het is een van de grootste evenementen in Europa voor emigranten, immigranten, expats, studenten en het bedrijfsleven. Op Expat 2005 stonden meer dan honderd bedrijven en ruim zestig dienstverleners (scholen, ambassades, visumbemiddelaars, verhuizers, makelaars). Expat heeft Vlaamse bezoekers. Op die migratiebeurzen timmeren de Zweedse centrale overheid en de lokale besturen hun lokkende stands op.
Ryanair: de moderne huifkar. Mijn zes kennissen arriveren in een land dat de Vlamingen en de Nederlanders genegen is. Louis De Geer (1587-1652) was de kanonnenkoning van het riviertje de Geer, op de grens tussen Limburg en Luik. Als protestants vluchteling breidde hij zijn miljardenrijk van wapentuig en ijzermijnen uit tot in Zweden. En tot vandaag heeft hij rijke nazaten met de naam De Geer op het slot Stora Wäsby bij Stockholm.
De zes lopen eveneens in de voetsporen van de zwerfhandelaars uit de Kempen en het Nederlandse Vriezenveen die de zogenaamde VlämischeStrasse volgden naar Polen, het Balticum, Rusland en Zweden. Deze Teuten waren kooplui met brillen, specerijen, zout, suiker, galanteriewaren in een mars op de rug en later in de huifkar.
Rynair is de huifkar van de nieuwe landverhuizers.
De auteur is directeur van Trends. Reacties: frans.crols@trends.be
Frans Crols
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier